Amateur Sport Organisation in De Morgen van 15 juli 2016

AMATEUR SPORT ORGANISATION

Ik kijk naar een foto getweet door Martijn Hendriks van de NOS en de tranen schieten mij in de ogen. Richie Porte ligt links op de grond en iets verder ligt Chris Froome, in een gelijkaardige houding, op de rechterschouder bijna in foetushouding. Allebei zijn ze tegen dek gegaan, zoals dat zo mooi heet in rennerstaal. Rechts van hen staat een televisiemotor dwars over de weg. Bauke Mollema ligt erbij. Bijna. Hij is nog aan het vallen en zet zijn rechterhand, die een fractie later de grond zal raken. De foto toont niet wat er voordien is gebeurd. Alleen de fiets van Mollema wil iets zeggen. Hij staat dwars over Froome, al in de richting van bergaf. Hij zegt: “Mannen, het is goed geweest in dit zothuis, ik ben er hier mee weg.”

Romain Bardet had aan een paar zinnen genoeg om de waanzin van de Ventoux en de Tour de France neer te sabelen. “Ik ben Froome op 700 meter van de finish voorbijgereden. Hij liep met de fiets aan de hand als een triatleet in de wisselzone. Sorry, maar zo kunnen wij ons beroep niet uitoefenen. Als je niet meer ziet waar je moet rijden, dan wordt het te gek.”

Topsport noemen ze dat dan. Topsport hoort minimale eerlijkheid na te streven en moet vooral zorg dragen voor de atleten. In het wielrennen vallen ze zich met wat meeval een breuk, als het even tegenzit vallen ze zich dood of in een coma. En als de renners niet vanzelf vallen, bestaat nog altijd de levensgrote kans dat ze van de weg worden gereden door een motor, door een gekke toeschouwer of door allebei.

Die arme Stig Broeckx krijgt die mooie etappe die eindigde in een nachtmerrie aan zich opgedragen. Kan het nog symbolischer, nog cynischer? Wielrennen is topsport, maar evengoed een klotesport zoals het zijn menselijk kapitaal behandelt.

Gelukkig werd Chris Froome na drie kwartier soebatten uiteindelijk alsnog in het geel gehesen, met nog meer seconden voorsprong dan bij de start. Niet meer dan terecht, hoewel er altijd wel weer zijn die vinden dat chaos bij deze sport hoort. Neen, echt niet. En dat het überhaupt drie kwartier moest duren voor de heren van de jury tot die voor de hand liggende beslissing kwamen, is op zich al absurd. Wat er gebeurde op de Mont Ventoux is géén spektakel maar pandemonium, de totale ontreddering, de schande ver voorbij.

Te weinig dranghekken

De schade voor het al geteisterde wielrennen is na deze nieuwe farce onherstelbaar. Nooit is de nummer één van een sport meer voor schut gezet dan Chris Froome. Net had hij op weergaloze wijze zijn naaste concurrent op achterstand gezet en was op die vreselijke Ventoux zijn derde Tour de France aan het winnen, toen Richie Porte, Bauke Mollema en hijzelf op die motor van de televisie knalden.

Froome moest eerst lopend met een kapotte fiets verder, dan lopend zonder kapotte fiets, kreeg vervolgens een belachelijk klein geel Mavic-fietsje – het enige wat klopte aan dat fietsje was de kleur – en ten slotte reed hij op zijn eigen reservefiets naar de streep. En dat alles live on tv, world wide, al valt dat laatste nogal tegen in het geval van de Planeet Koers. Misschien nog een geluk dat alleen rusthuizen en Vlamingen naar koers kijken.

Ridicuul was het, Froome als de postmoderne versie van Eugène Christophe die in de Tour de France van 1913 in de afdaling van de Tourmalet zijn voorvork brak, veertien kilometer naar beleden liep en zelf in Sainte-Marie-de-Campan zijn fiets repareerde. De geletruidrager die op dat moment zijn geel kwijt was, schudde het hoofd toen hij over de meet kwam. Brave Froome. Ik weet niet wat hij daarna heeft gedaan, tot aan zijn bevrijdend sms’je ‘Still in the yellow jersey’, maar in zijn plaats was ik Christian Prudhomme en al die andere patjepeeërs van Amaury Sport Organisation op hun gezicht gaan slaan.

Van ASO zegt men dat het de meest professionele partij in het wielrennen is. Welnu, de afkorting ASO staat voortaan voor Amateur Sport Organisation. De officiële Twitter-account meldde zelfs even ‘Froome running on the Ventoux’. Gewoon, alsof dat de bedoeling was. Hoe verzin je het om een beklimming in te korten, maar niet te anticiperen op al die ramptoeristen die in de laatste zes geschrapte kilometers stonden maar geen renner zouden zien en dus maar afzakten naar de laatste kilometers vóór Chalet Reynard? Dat kon een kind voorspellen. Hoe verzin je het om maar één kilometer dranghekken te plaatsen op een berg die bijna instortte van het publiek? Ook dat was te voorspellen.

O ja, nummers één en twee op de onthoofde Ventoux waren Belgen, maar voor de moedige Thomas De Gendt en Serge Pauwels was geen aandacht. Alle miserie die het wielrennen over zich afroept, is altijd te voorspellen en steeds weer herhaalt de geschiedenis zich en niemand die er lessen uit trekt.