Column over wielrennen in de shit in De Morgen van zat 27 feb 2016

Bokrijk

 

De geesten zijn om. Dat mag je toch zeggen, nu ook een organiserende krant die zichzelf verkoopt onder de tagline ‘De koers is van ons’ tot het besef is gekomen dat wielrennen nog alleen in Vlaanderen goed verkoopt en dan vooral aan vijftigplussers. Dat wisten ze ongetwijfeld al, maar dat ze nu niet te beroerd zijn om daar ook een stuk over te schrijven, is niettemin opvallend.

Overigens is met vijftigplussers he-le-maal niets mis, wel integendeel, want die zijn juist het fanatiekst met de fietshobby en hebben ook het meeste geld te besteden. Anderzijds wordt het wel een probleem als alleen nog vijftigplussers kijken naar de koers, want die kijken niet omdat ze vijftig jaar oud zijn geworden en ineens de behoefte hebben om drie of vier uur lang bewegende baasjes te zien in de hoop dat die aan sporten toe komen. Neen, die kijken omdat ze dat van in hun jeugd hebben meegekregen. Als zij niet worden vervangen door jongeren die geleidelijk ouder worden met wielerpassie, hou je over twintig jaar alleen nog een grote groep (hoog)bejaarden en een handjevol jonge aficionado’s over. Van een regionale passie zoals vandaag zal geen sprake meer zijn en wielrennen wordt dan een beetje krulbollen, ook een sport ‘van ons’.

De geleerden die een paar weken geleden in deze krant al de noodklok luidden in het artikel ‘Een sport voor oude mannen’ hebben van de week in de Leuvense Economische Standpunten een doorwrocht stuk gepubliceerd getiteld ‘Een economische blauwdruk
voor het wielrennen’. Eigenlijk zeggen ze hetzelfde als in hun verhaal van 16 januari in deze krant, maar academischer en dus een beetje wolliger, ook minder hard. Wat ze ook doen, en daar hadden wij geen plaats voor: ze brengen bouwstenen aan voor een op alle vlakken beter beheerd wielerlandschap.

Heren professoren, hoe lovenswaardig uw visie ook, sta mij toe te twijfelen aan de effectiviteit van externe sectorversterking (management en medisch), vrouwenwielrennen, minder renners per team en innovatieve wedstrijdformules. De allereerste regel van de bullets op de cover van hun zevenduizend woorden lange epistel, vrij ter beschikking en een must voor iedereen die met koers is begaan, is ronduit vernietigend: de afwezigheid van een economische hefboom naast sponsoring, de zwakke economische regulering, de (weg)zappende sportconsument en de dichtslibbende openbare weg bedreigen het huidige wielerbusinessmodel. Nog meer deprimerende taal in de bullets: opgeblazen budgetten en salarissen door mecenassen, overdreven kijkcijfers, managementdeficit…

Elke andere sport is na zo’n analyse verschrompeld tot het artisanale niveau van de volksspelen, maar wielrennen zit te veel in de genen. De harde realiteit blijft wel dat het huidige wegwielrennen geen levensvatbaar businessmodel heeft. Het hele Pro Tour-peloton moet het stellen met één derde van de jaaromzet van Real Madrid. De volledige tv-rechten van het mondiale wielrennen bedragen evenveel als wat de laatste krijgt in de Premier League.

Als wegwielrennen zich niet dringend moderniseert, is het samen met de kasseien die wij zo graag berijden rijp voor Bokrijk. Natuurlijk zullen sympathieke anachronismen als het Vlaams openingsweekend, de Ronde van Vlaanderen en godbetert Parijs-Roubaix
nooit verdwijnen en gelukkig maar. Zolang ze evenwel de core van de business zijn en niet het randgebeuren, zullen we alleen in Vlaanderen (en in de zomer in Frankrijk) een beetje geld verdienen met de koers.

Om in het economische jargon te blijven: is een turnaround van de sector wegwielrennen mogelijk? Volgens de economen Wim Lagae en Daam Van Reeth, die net als ondergetekende een groot hart voor de koers hebben, is het vijf over twaalf. Hoe is het zover kunnen komen en waarom heeft niemand ingegrepen? Ik denk dat ik het weet. Ik heb vergaderingen meegemaakt met de hervormers en met de grote wielerploegen, ik was lid van een commissie van de UCI over het nieuwe wielrennen met daarin alle grote actoren vertegenwoordigd en ik heb drie jaar de werking van de Belgische wielerbonden van binnenuit meegemaakt. Managementdeficit? Dat is een understatement van formaat. Ik heb in al die organen, cenakels, commissies en coulissen slimme mensen, eerlijke mensen en zieners ontmoet, maar ook domme mensen, corrupte mensen en blinden. Dom, corrupt, blind – meestal een combinatie van dat alles – maakte de dienst uit.

U kijkt toch ook vanmiddag en morgenmiddag?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s