WAS WILL WEILER?
Zou het zo zijn gegaan met René Weiler en Sven Kums en Herman Van Holsbeeck? De manager die naar zijn trainer belt en zegt: “Herr René, we kunnen Kums krijgen. Kums ja. Allez zeg, herinner je, in augustus toen Gent hier kwam spelen hebben ze ons toch op een hoopje gespeeld? Welnu, dat was Kums. Daarna ging hij weg, maar hij is niet gelukkig in Italië en dat weet ik van zijn pa die hier opmde club werkt. Wij hebben wat voetballende kwaliteit nodig na het vertrek van Tielemans, maar hij kost wel een cent. Wat denk je? Nemen? Zeker? Oké, dan gaan we ervoor.”
Eerste vraag: heeft Weiler gezegd tegen Kums wat hij moet doen, wat hij van hem verwacht? In dat ene telefoontje – hé Sven, ik zou graag hebben dat je komt – lijkt mij dat sterk. Of heeft Van Holsbeeck met Kums gepraat en hem overgehaald met de uitdrukkelijke belofte dat Anderlecht anders wil gaan voetballen, op balbezit en dominant, maar dat het vorig jaar niet anders kon dan vanuit de reactie omdat ze geen… Sven Kums hadden?
Tweede vraag: heeft de club – Van Holsbeeck of Vanden Stock of whoever – ooit echt Weiler toegesproken na het behalen van zijn titel en gezegd: “Bon, Herr René, we zijn zufrieden met de Meisterschaft maar niet met het Scheissefussbal. Volgend jaar moet dat anders.” Denk dat maar niet, want zo werkt dat niet in het voetbal. Een trainer die van nergens uit een titel pakt, is als een magiër en hypnotiseert zijn omgeving. Oké, het is wel zo gecommuniceerd naar de buitenwereld, maar Weiler heeft lak aan de pers, dus die heeft daar niks van meegekregen en indien wel, dacht hij bij zichzelf: ik doe mijn goesting want ik ben Weiler, Meister, en die domme Belgen kunnen aan mijn reet roesten.
Derde vraag: is Weiler een psychopaat, zoals een collega hyperboliseerde? Misschien niet, maar het is een Zwitser, dus met een ingebakken overtuiging van superioriteit tegenover de Europeaan. En hij is een voetbaltrainer met een ingebakken overtuiging van zijn gelijk. En hij is kampioen geworden. De combinatie Zwitser, trainer, titel is nefast voor de bescheidenheid.
Vierde vraag: met Sigmund Freud – was will das Weib? – vragen wij ons af was will Weiler? Weiler wil de baas zijn en wil winnen, punt uit. Als hij kampioen wordt met het slechtste voetbal ooit, is hem dat ganz egal. Hij speelt reactievoetbal omdat hij het voetbal dat sommige andere trainers voorstaan – dominant en aan de bal – maar niks vindt. Ja, voor Barcelona en PSG en Manchester City misschien, maar Anderlecht moet niet denken dat het zo’n club is en dat het die spelers heeft. Dat zei hij toch toen hij hier arriveerde: het palmares van Anderlecht, dat had hij weleens gezien, maar daar trok hij zich niks van aan, evenmin van de zogeheten huisstijl.
Er valt wat voor te zeggen, dat lak hebben aan het champagnevoetbal van het verleden. En aan een Sven Kums die terugdraait als de druk wat heftig wordt om via de keeper van flank te veranderen. Weiler wil snel, verticaal voetbal. Wil vechtjassen en lopers in het veld. Weiler houdt van de negatieve variant van het Atlético-voetbal: laten komen, afbreken en van de chaos profiteren om snel aan de overkant te komen.
Kums heeft in zijn kampioenenjaar met Gent vaak verticaal gespeeld, maar hij was niet de enige reden van het succes. Toen liep daar voorin een Laurent Depoitre met de hoogste maximale zuurstofopname ooit op Gent gemeten. Die kon het zich permitteren de longen uit zijn lijf te lopen, hij had er toch drie. Dat sloopwerk moet je ‘Teo’, ‘Hamdi’ en al die andere caractériels voorin bij RSCA niet vragen. Kums heeft wel degelijk een diepe bal maar hij kan hem moeilijk kwijt. Enfin, u begrijpt wat hier wordt bedoeld: Kums wil vooral voetballen, Weiler wil vooral winnen.
Vijfde vraag: wat heeft Kums gedaan om zonder pardon in de vleesmolen van Weiler te worden geworpen? (Wie niet inziet wat Weiler Kums heeft aangedaan in München, heeft zelf nooit ploegsport gespeeld.) Misschien is Kums te belangrijk gemaakt door de clubbazen. En, verkijk u vooral niet op zijn bescheidenheid, misschien vond Kums zichzelf wel belangrijk en dacht hij de strijd om de voetbalstijl te kunnen winnen. Kums dacht minimaal gehaald te zijn als procesversneller (dixit Heerenveen, waar Kums ooit speelde), het verlengstuk van de trainer. Dat kan nog steeds, en dat is hij ook bij iedereen, maar niet met deze trainer. Als Kums ballen heeft, is deze relatie voorgoed om zeep.