Verhaal met vier analisten over EK 2021 in De Morgen van zaterdag 5 juni 2021

‘Zal België niet te veel moeten scoren?’page1image14606672

Waarom winnen de Rode Duivels nu wél de hoofdprijs? Wat zijn de valkuilen? We leggen vier voetbalwijzen vier stellingen voor over het EK dat volgende week begint. ‘Die eerste plaats op de FIFA-ranglijst zegt niet zo veel.’

Ons panel
Emilio Ferrera: de trainer pur sang in onze raad der wijzen.
Frank Raes: geeft geen tv- commentaar meer, maar zal wel in de omkadering van het EK zijn opwachting maken. Franky Van der Elst: Belgisch ex-international draait shifts onder de VRT-toren in het zomersportdorp.
Jan Boskamp: Nederlands ex- speler, ex-trainer en analist die u af en toe op de VRT zult zien verschijnen.
***
STELLING 1
Het EK is moeilijker dan het WK

Jan Boskamp: “Je moet er onmiddellijk staan. Een EK is hoogstaander qua voetbal. Een WK, dat is een EK met Argentinië en Brazilië als grote voetballanden erbij en nog ergens een Zuid- of Midden-Amerikaans land dat ons in het begin verrast. Tel daarbij nog een Afrikaans land dat naar goede gewoonte indruk maakt in de groepsfase maar dan tactisch jammerlijk faalt in de knock-outfase.”

Frank Raes: “Het EK en het WK zijn in hetzelfde bedje ziek. Op den duur mag iedereen meedoen in de eerste ronde en een beetje voetballand gaat door. Kwalificaties inbegrepen zal België voor dit EK dertien wedstrijden hebben gespeeld vooraleer ze een grote tegenstander in een knock-outwedstrijd tegenkomen.”

Franky Van der Elst: “Ik heb nooit de kans gehad om een EK te spelen, maar blijkbaar was het in mijn tijd al moeilijker om ons te kwalificeren voor een Europese eindronde dan voor een World Cup. Dat zegt toch wel iets. Sowieso zijn er geen onbekende landen op een EK. Iedereen kent iedereen; zelfs van de zwakke en sterke punten van de Finnen zal een mooie videocompilatie worden gemaakt.”

Emilio Ferrera: “Interlandvoetbal staat een trapje lager dan clubvoetbal. De reden is eenvoudig: je hebt als trainer weinig tijd om met de spelers te werken, dus is het voetbal tussen twee landen minder complex dan tussen twee clubs. Het niveau van een Champions Leaguefinale haal je nooit in een EK-finale. Op een EK zijn de spelers op papier individueel de allerbesten, maar de ploegen zijn dat niet.”

Van der Elst: “Roberto Martínez heeft nu wel al een hele tijd met deze groep kunnen werken, dus ze weten wat hij wil en hoe hij het ziet. Anderzijds klopt het wel dat je bij de nationale ploeg de spelers niet moet overladen met tactiek, want daar komen ze niet voor. Op het laatste WK was een tactische ingreep van Martínez wel bepalend in de winst tegen Brazilië. Lukaku uit het centrum weghalen en op rechts laten lopen, was een goede vondst.”

Ferrera: “Dat was de referentiewedstrijd voor de Belgen en Martínez, en dat tactisch plan heeft tot in de perfectie gewerkt. Alleen hadden ze eerst een mirakel nodig tegen Japan om daar te raken. Tactisch kun je België eenvoudig samenvatten: ze willen controle over de wedstrijd. Dat zit in het DNA van de Belgische nationale ploeg en je moet dat niet willen veranderen.”

Raes: “De wedstrijden tegen Brazilië en Frankrijk waren de laatste wedstrijden van de Rode Duivels tegen grote voetballanden. Dat is inmiddels drie jaar geleden. Hoe goed zijn we nu? Dat weten we niet. Die eerste ronde overleven we natuurlijk, met ook de vier beste derdes die doorgaan in poules van vier.”

Van der Elst: “We spelen alleen maar uitwedstrijden. Die eerste ronde overleef je normaal, maar de eerste wedstrijd meteen in Rusland tegen Rusland en daarna tegen Denemarken in Kopenhagen: begin er maar aan. Het is natuurlijk vreselijk dat dit EK over heel Europa wordt gespeeld maar niet in Brussel omdat daar geen stadion staat.”

Boskamp: “Dat stadion in Brussel dat er maar niet kwam: niet te begrijpen. Daardoor moet je nu alles buitenshuis spelen. Elk land dat thuis tegen België speelt, zal willen tonen dat ze kunnen voetballen. Op zich niet zo erg, maar al die vliegtuigreizen, dat hakt er wel in.”

STELLING 2

De Rode Duivels worden overschat

Boskamp: “Ik vind dat België een heel goed elftal heeft en het is een terechte ambitie om dat toernooi te willen winnen. Of het lukt, dat weet je niet, maar je legt alvast een beetje druk bij jezelf en je verstopt je niet. Nu ben ik als Nederlander wel iets gewend natuurlijk: wij worden, als we er bij zijn tenminste, elke twee jaar wel Europees of wereldkampioen en dat lukt vaker niet dan wel. Vier finales hebben we gespeeld en één gewonnen, in 1988 (het EK, red.).”

Ferrera: “België staat nummer 1 op de FIFA-ranking, maar hebben ze ooit officieel tegen Spanje gespeeld? Neen. Tegen Duitsland? Ook niet. Wel tegen Argentinië in 2014 en verloren, en tegen Frankrijk in 2018 en ook verloren. Brazilië is de enige topploeg in de wereld waarvan ze hebben gewonnen. Het is natuurlijk hun verdienste dat ze alleen maar zwakke landen op hun bord krijgen in de kwalificatie, maar daarom is het goed om het een en ander af te wegen. Die eerste plaats zegt niet veel.”

Raes: “Dat is ons groot probleem. Buiten onze wil om en door het systeem zijn wij de kampioen van de gewone wedstrijden. Die winnen we altijd en zo zijn we nummer 1 geworden. Of dat ons favoriet maakt? Ik zou toch maar oppassen. Hoewel men van ons,
de media, verwacht dat we meegaan in de euforie bij dat soort toernooien, moeten we kritisch zijn. Ook voor dat laatste WK. Tegen Brazilië scoort Kompany, maar even daarvoor vallen er twee ongeveer identieke goals van de Brazilianen net niet. Over de Fransen in de halve finale zeggen we dan dat ze negatief voetbalden, maar zij kregen negen kansen en wij anderhalve.”

Van der Elst: “Die selectie van Martínez zegt veel: hij wil nog eens alles uit deze generatie persen. Wel Nacer Chadli meenemen en niet Charles De Ketelaere, beste man in de play-offs, dat begrijp ik niet. Voorts hebben we wel een hele aardige ploeg, maar een aantal spelers zijn over hun top. De leider is Kevin De Bruyne, door de Belgische media als beste middenvelder ter wereld beschouwd. Hij is alvast de beste van de hele ploeg en als hij niet de allerbeste is van de hele wereld, dan komt hij in topvorm toch aardig in de buurt.”

Ferrera: “België is het typevoorbeeld van een strategisch team. De sterkte van dat soort ploegen is dat ze kunnen winnen zonder goed te spelen en dat ze een spits hebben – wij met Lukaku – die kan scoren zonder dat hij in de match zit. Spanje heeft dat niet, die moeten goed spelen om te winnen. Frankrijk is als België: strategisch, maar nog uitgekookter. Ze hebben meer voetballers die met een flits iets kunnen forceren en geven minder weg, vandaar het verlies tegen de Fransen drie jaar geleden.”

Boskamp: “De verdediging is nu weer het zorgenkind. In principe zijn het allemaal hele slimme verdedigers, Jantje Vertonghen en Toby Alderweireld en eventueel Thomas Vermaelen, maar speel je twintig meter te hoog, dan kom je wel in de problemen. Ze zijn al wat ouder, minder wendbaar en ze spelen niet alles meer bij hun clubs.

“Eden Hazard is het allergrootste vraagteken. Ik hoop dat hij helemaal fit raakt, maar zo lang en zo vaak geblesseerd, ik heb mijn twijfels. Hoewel, in 1988 begon Marco van Basten ook geblesseerd aan het toernooi. Nederland verloor de eerste wedstrijd tegen de USSR. Daarna kwam Marco erin en hij scoorde tegen Duitsland in de halve finale, en in de finale – weer tegen de Russen – maakte hij die wereldvolley.”

Ferrera: “Eden Hazard vind ik een goed voorbeeld voor de jeugd. Hoe je het níét moet aanpakken, bedoel ik. Talent alleen volstaat niet meer. Als je niet hard werkt en voor je vak leeft, kom je in de problemen met blessures en conditieverlies. Hoewel, ik denk dat hij in de nationale ploeg die hem graag ziet – liever dan ze hem in Spanje zien – nog eens puur op revanche en talent kan ontploffen.”

STELLING 3
Roberto Martínez is onze beste bondscoach ooit

Raes: “Raymond Goethals en Guy Thys hebben het ook niet slecht gedaan en met spelers die niet in het buitenland speelden. Thys werd tweede op het EK in 1980 en haalde de halve finale op de World Cup in 1986. Die heeft ons uit de voetbalmiddeleeuwen gehaald.”

Van der Elst: “Guy Thys ligt in balans. Hij heeft op het WK in 1986 in Mexico ook iets laten zien door jonge gasten als Stéphane Demol en Patrick Vervoort of een Danny Veyt in de ploeg te droppen. Oké, we hebben ook geluk gehad, zoals in de wedstrijd tegen de USSR toen we er een helft niet aan te pas kwamen, maar geluk heb je nodig in een toernooi.

“Onze ploeg, weer met Thys, was nóg sterker in 1990 in Italië, maar toen hadden we dat geluk niet. Eén moment van onachtzaamheid tegen Engeland, met David Platt die scoort in de verlengingen. Dat was een hele goede wedstrijd van ons, niet te vergelijken met de halve finale die Martínez verloor van Frankrijk op het laatste WK in Rusland. Toen was België gewoon kansloos, wat ze ook zeggen van de Fransen. Die wilden zogezegd niet voetballen. We wisten dat het geen avontuurlijke ploeg was en toch zijn we erin gelopen. De Belgen kregen na dat doelpunt de bal maar hebben geen halve kans gecreëerd. Heeft Martínez daar tactische fouten gemaakt? Dat nu ook weer niet.”

Raes: “Mij heeft hij in die tweede helft wel ontgoocheld. Je zag dat hij het niet meer wist. En dan Fellaini eruit halen terwijl je moet gaan beuken.”

Boskamp: “Er is niks van blijven hangen. Martínez is een hele slimme man. Hij straalt zoveel rust uit. Nooit zie je hem dollen, altijd is hij aan het nadenken, alsof hij continu wikt en weegt. Hij gaat ook nooit de confrontatie aan met de spelers.”

Ferrera: “Spaans is ons beider moedertaal, maar ik heb hem nooit ontmoet. Zijn grootste prestatie is dat hij als buitenlander in een ploeg met veel talent en veel verwachtingen nooit in vraag is gesteld. Zijn menselijke aanpak is cruciaal geweest om deze groep mee te krijgen. Voor zijn voetbal ga ik niet speciaal zitten, wat niet betekent dat ik geen bewondering heb voor hoe hij die vier jaar heeft volgemaakt.”

Van der Elst: “Hoe Roberto Martínez deze groep met een aantal absolute sterspelers heeft gemanaged, is knap. Iedereen aandacht en speelminuten geven, dat is niet zo simpel. Communicatief was hij niet altijd even duidelijk, maar dat waren zijn voorgangers ook niet. Een grote verdienste van Martínez is hoe hij zich het lot van het Belgisch voetbal heeft aangetrokken. In alle vergaderingen die ik als assistent van KV Oostende destijds met hem had, was hij oprecht geïnteresseerd, luisterde hij aandachtig en dat was zeker geen pose. Voor een buitenlander, een passant, chapeau. Van mij mag hij nog blijven.”

Raes: “Zijn communicatie is top, dat klopt, in die zin dat hij veel spreekt, altijd aardig blijft, maar uiteindelijk nooit het achterste van zijn tong laat zien. Hoe hij Romelu Lukaku tevreden houdt, met de terugkeer van Thierry Henry en de vreemde selectie van zijn broer Jordan op de reservenlijst. Of zoals hij in heikele materies als #MeToo of BlackLivesMatter nooit in de fout gaat. En dan speelt hij ook nog eens de centrale figuur in de Devil-marketingfilmpjes. Heel slim.”

Boskamp: “Ik denk dat hij na dit toernooi vertrekt. Hij heeft alvast niet doorgeselecteerd met het oog op de toekomst. Als je die EK-selectie bekijkt: dat is nog één keer alles vragen van zijn ouwe getrouwe kern waarmee hij derde is geworden op het WK. Ik had toch verwacht dat hij sneller zou hebben verjongd, met name in die verdediging: Zinho Vanheusden moet er zo snel mogelijk in. Jason Denayer zou ik ook opstellen. Zijn opvolger mag straks al die oude jongens van de gouden generatie afserveren. Leuk hoor.” (bulderlach)

Raes: “Martínez beheerst meer aspecten van het bondscoach zijn dan Marc Wilmots. Hij heeft netjes de 5-3-2 of 5-4-1 geïnstalleerd en houdt de druk goed af. Maar als Wilmots tijdens het EK van 2016 niet de pech heeft om tegen Wales Thomas Vermaelen én Jan Vertonghen te moeten missen, kloppen we Wales en wie weet waren we dan Europees kampioen geworden. Dan zou Wilmots nu minder gebasht worden.”

Ferrera: “Wilmots heeft België naar de nummer 1-positie gebracht in de landenranking. Oké, misschien was hij voor de media niet de vlotste mens om mee te werken, maar zoals hij is afgemaakt, dat verdiende hij ook niet. Neen, ik heb sympathie voor wat Marc heeft gepresteerd.”

STELLING 4
We/ze worden (geen) Europees kampioen

Raes: “We worden Europees kampioen omdat we nu wel Frankrijk kloppen en omdat Lukaku en de andere sterkhouders een dijk van een toernooi spelen. Kunnen ze dat niet opbrengen na een heel zwaar seizoen, dan worden we geen Europees kampioen.”

Van der Elst: “We kúnnen Europees kampioen worden, maar ik ga er geen geld op inzetten. Ons moment was niet drie jaar geleden in Rusland, maar op het EK van 2016. We hebben daar pech gehad met verdedigers die uitvielen, helemaal mee eens, maar dat was een uitgelezen kans met een traject dat wijd open lag tot aan de finale.

“De sterren in onze as zullen het moeten doen. In tegenstelling tot het WK is Vincent Kompany als leider er niet meer bij en is de vorm van Eden Hazard onzeker, maar het grootste vraagteken is natuurlijk Axel Witsel. Die is superbelangrijk voor de balans in de ploeg, maar hij is nu pas (twee weken voor het EK, hv) begonnen met rechtdoor lopen met de bal. Moet die op 12 juni klaar zijn? Oké, laat hem dan nog de eerste wedstrijden missen, maar ga je hem in een wedstrijd zetten waarin het moet gebeuren? Ik denk dat Martínez Witsel niet opstelt en met De Bruyne en Tielemans centraal zal spelen in de hoop dat het werkt.”

Ferrera: “Al of niet Witsel is nu een staatszaak. Alle respect voor hoe goed hij speelt, maar mijn ervaring is dat je een controlerende middenvelder relatief makkelijk kunt vervangen door een andere speler op voorwaarde dat die tactisch gedisciplineerd doet wat je van hem vraagt. Het belangrijkste op die positie is in de weg lopen.

“Als België geen Europees kampioen wordt, zal het niet aan het gemis van Witsel liggen. Als ze dat wel worden, zal het haast zeker van Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku moeten komen. De Bruyne is een geschenk voor een trainer: hij kan passen als de besten, geeft assists en scoort zelf, via stilstaande fases of met een afstandsschot, en bovendien loopt hij het meeste van alle spelers en is hij snel, met goede voeten. Wat wil je nog meer? Lukaku in de spits is wereldtop: topschutter en kampioen geworden in Italië. In Italië, hè, niet in Nederland. De Rode Duivels kunnen die twee echt niet missen.”

Boskamp: “Nou, Witsel ook niet, hoor. Die loopt zo slim alle gaatjes dicht, niet normaal. Hij maakt de spelers rond hem beter.”

Van der Elst: “België heeft een kans, maar de enige favoriet van dit toernooi is Frankrijk. Ze waren al wereldkampioen, hun ploeg is jonger dan die van ons, en daar komt nu nog Karim Benzema bij, een man die garant staat voor goals. Na Frankrijk zie ik vijf landen als outsider en daar zijn wij bij, samen met Duitsland, Spanje, Engeland en vergeet Nederland niet. Als die een eindronde halen, komen ze meestal ver.”

Raes: “Frankrijk is de superfavoriet, dat is makkelijk. Als je ziet wat die nog thuislaten aan spelers: Frankrijk B kan ook makkelijk de finale halen op het EK. En dan zijn er nog Duitsland, Spanje, Engeland, Italië, en zet daar ook maar Portugal bij met Cristiano Ronaldo, Joao Félix en al die gasten die in Engeland spelen. Onze top ligt achter ons. Tussen 2016 en 2019 waren we op ons best. Dat het EK vorig jaar niet doorging, was een nadeel.”

Ferrera: “We hebben vier certitudes die uit een prima seizoen komen en op grote toernooien iets hebben bewezen: De Bruyne, Lukaku, Courtois en Carrasco. De rest zijn vraagtekens. Voor mij is de kwestie: zal België niet te veel moeten scoren? Met andere woorden: gaan ze niet te makkelijk goals weggeven? Een kampioenschap wordt gewonnen in de verdediging en bij de Rode Duivels is dat het minst zekere onderdeel. Ik denk nog altijd dat Zinho Vanheusden in die verdediging zijn plaats verdient, alleen heeft die wat weinig gespeeld. Ook Alexis Saelemaekers had zijn selectie verdiend na zijn topseizoen in Italië bij AC Milan. Zo polyvalent en niet eens reserve. Raar.”

Boskamp: “Je hebt drie belangrijke mensen die in vorm zijn: De Bruyne, Lukaku en Carrasco. Alledrie kampioen geworden in hun land – en daar achter staat een goeie keeper om dingetjes op te lossen die fout gaan. Daarmee haal je altijd de volgende ronde. Daarna begint het pas.’

Raes: “Alles zal toch afhangen van het niveau dat Kevin De Bruyne haalt. Die blessure in de finale van de Champions League kan vervelend zijn, maar hem kennende zal hij er staan en zich vol geven. Tielemans op dat middenveld kan ook een troef zijn. Hij is een man van de nieuwe generatie die de stap heeft gezet. Romelu Lukaku staat er de laatste jaren altijd als het moet. Maar bij gebrek aan echte referentiewedstrijden weten we niet wat we waard zijn tegen grote landen.”

Boskamp: “België heeft alles gewonnen in de kwalificatiefase, maar dat deed Italië ook. Die zijn echt niet minder. Ik hoop stiekem op Italië. Dat middenveld, man, met die Marco Verratti en Jorginho, zulke vechters, zulke goeie voetballers. En oké, het mag niet, maar ze schoppen je middendoor als het moet. Met de glimlach.page3image14609376

“Nederland? Nee, geloof ik niet in. Ze hebben te veel wedstrijden gehad waarin ze er niet aan te pas kwamen. Ze spelen wel de drie poulewedstrijden thuis in Amsterdam. Duitsland, niemand heeft het over Duitsland dat Thomas Müller en Mats Hummels heeft teruggehaald. Spanje, hoe gaan die het doen zonder spelers van Real Madrid? Engeland, wat dacht je daarvan? Als die hun poule winnen, spelen ze, met uitzondering van de kwartfinale, alles op Wembley. En Portugal? Naast België zijn er op het EK wel meer landen die aardig kunnen voetballen.”