Het mirakel van de Veekaa
Een hobbelig veld, een bouwval als stadion, de beste spelers verkocht en de club te koop. Máár: veel goals vóór, weinig tegen, een gezonde balans en een vierde plaats. Tonnen plezier beleven ze bij KV Kortrijk, het lelijke eendje van play-off I waar zelfs Anderlecht vanavond voor terugdeinst.
Vanavond, als die van Kortrijk van de bus stappen aan het Constant Vanden Stockstadion, zal Anderlecht-manager Herman Van Holsbeeck klaar staan om hen te verwelkomen. Yves Vanderhaeghe, Kortrijk-trainer maar ook zes jaar Anderlecht-speler, zal een warme gloed voelen. “Het is de enige manager en de enige club die dat doet, ook met ons. Toen we daar vorig seizoen gingen winnen, waren ze heel eerlijk: verdiend gewonnen. Dat is Anderlecht, toch net iets meer klasse dan de rest.”
‘De rest’ is in Kortrijk toch vooral een metafoor voor Club Brugge. Dat is niet eens de aartsvijand, om de zaken even duidelijk te stellen. Neen, de aartsvijanden zijn al een eeuwigheid de ‘Boeren’. Die van Waregem, SV Zulte Waregem om precies te zijn, en dat wordt bij thuiswedstrijden subtiel uitgedrukt in het gooien van groenten naar de Waregemse doelman, die makkelijk een week soep zou kunnen maken van wat hij naar zijn hoofd krijgt.
Dat een fusie met het 15 kilometer verder gelegen Zulte Waregem economische logica zou zijn, doet hier niet ter zake. Evenmin dat KV Kortrijk zelf is ontstaan uit de fusie van Stade en Sport. Zo’n fusiescenario tussen de ‘Kerels’ (de bijnaam van KV Kortrijk, HVDW) en de ‘Boeren’ spoort niet met de emotie, punt uit. Dus is in Kortrijk na een oplijsting in de krant van de eersteklassers en hun financiën met leedvermaak vastgesteld dat ze in Waregem een beetje hun hand hebben overspeeld.
KVK kwam eruit als een gezond bedrijf en dat is weleens anders geweest. In 2001 ging de club nog failliet. De advocaat die het faillissement begeleidde, werd voorzitter en zit daar nu nog steeds. Inmiddels droomt Joseph Allijns zelfs van het bondsvoorzitterschap.
Maar nog even terug naar Club Brugge. Zonder zaken op de spits te drijven, in Kortrijk vinden ze Club Brugge huilebalken die zich al te snel benadeeld voelen. Zoals laatst in play-off I, toen ze werden weggespeeld maar er nadien vooral gezeik was over het vermeende harde spel van Kortrijk en de onrespectvolle behandeling die Michel Preud’homme te beurt was gevallen.
Onder de rust was Preud’homme nogal wervend aangesproken door een fan en had daar al even wervend op gereageerd. Later bleek die fan evenwel een ontgoochelde Club-fan te zijn, uitgenodigd door een KVK-sponsor. En na de wedstrijd had de Club-trainer door een haag van rood-witte supporters, weliswaar afgescheiden door zes stewards, spitsroeden moeten lopen richting bus. Hem waren de bedreigende woorden “en we zwaaien met zijn allen naar Michel” toegeroepen, waarop bevriende pers zich had afgevraagd of we zo de beste trainer van het land niet wegjoegen.
Niet doodrelativeren
“Pfff. ‘En we zwaaien met zijn allen…’, dat is om te lachen natuurlijk”, zegt Yves Vanderhaeghe. “Ik maak erger mee. Laatst nog op een verjaardagsfeestje werd ik zomaar de huid vol gescholden door een Club-fan en dit jaar ben ik winkelend met mijn dochter in Roeselare ook al voor het vuil van de straat uitgemaakt. Waarop mijn dochter van 13 dan zegt: ‘Papa, dat is toch niet meer normaal?’ Neen, dat is het niet, maar ik maak daar zo geen spel van. Ik vraag dan: mijnheer, wat is uw probleem?”
Je kunt de onderhuidse gevoelens van KV Kortrijk geen frustratie noemen, want daarvoor nemen ze zichzelf niet te erg au sérieux. Ze beseffen dat voetbal een spel is van veel geluk en het had ook helemaal anders kunnen uitdraaien dan die vierde plek na de reguliere competitie. Maar hun prestatie doodrelativeren willen ze ook weer niet; ten slotte stonden ze daar met hun 54 goals
na dertig wedstrijden mooi te blinken en haalden ze verdiend de eindronde met de top zes, terwijl ze her en der waren getipt als degradatiekandidaat.
Een club die in de etalage staat en geen gekke dingen meer kan en wil doen, met een beperkte omkadering en beperkte middelen, die iedereen en alles wat supergoed kon voetballen heeft verkocht en die toch meedoet om de prijzen, is niks minder dan een mirakel. Maar is er ook een geheim? Volgens de – nog steeds – Oostendse trainer Fred Vanderbiest ligt het aan het veld. Dat is niet goed, hobbelig dus, liet hij optekenen in Sport/Voetbal- magazine, en er zou ook een niveauverschil zijn en dat zou het fysieke spel van Kortrijk goed uitkomen.
Ik heb er twee dagen staan op kijken en de Meensesteenweg aan de ene kant ligt inderdaad lager dan de Moorseelsestraat aan de andere kant, waardoor het verval aan één straatkant groter is, maar het veld zelf lijkt geen hellend vlak. Ook chef scouting Claude Verspaille weet nergens van en Yves Vanderhaeghe valt helemaal uit de lucht. “Dat is een verzinsel. We hebben een slecht veld, dat wel. Maar ik heb begrip en geduld; het gaat hier niet zo snel door die beperkte middelen. Ons veld is in het tussenseizoen gedraineerd en de hobbels zijn daar het gevolg van. De grond moest zich nog zetten na het steken van die drainage en dat is inmiddels gebeurd.” Hij besluit met een kwinkslag: “Ons veld is een meerjarenplan.”
Het Veekaa-gevoel
Afgelopen donderdag trainde Vanderhaeghe, die een week eerder voor drie jaar had bijgetekend, op het wedstrijdveld. Zelden gezien bij eersteklassers, maar ook dat had een reden. KV Kortrijk heeft dan wel een oefencomplex dat luistert naar de niet al te bescheiden naam Wembley, verdomd jammer dat de sproeiinstallatie er kapot is. “Het is al zes jaar dat ik die problemen ken, maar nu komt het in orde, heb ik de indruk”, zegt Vanderhaeghe. “Ik kon het risico niet lopen om op een beenhard veld te trainen. Maar kijk, ik wil niet als klager overkomen. Ik weet hoeveel het bestuur voor de club doet.”
De training op donderdag bestond uit pass- en afwerkingsvormen, gevolgd door een lange sessie tennisvoetbal waar ook Vanderhaeghe aan deelnam, even enthousiast als in zijn paarswitte dagen als speler. De training zelf was één groot feest en na afloop vertoonden achtereenvolgens Teddy Chevalier en Ivan Santini hun kunsten in het doel. Topschutter Santini besloot met een sessie strafschoppen nemen en stoppen samen met assistent-trainer Adnan Custovic. Op kousenvoeten nog wel. Het plezier spatte eraf.
Er is dus geen geheim van de Veekaa, maar is er een Veekaa-gevoel? Jawel. Het rood-witte gevoel neemt toe, van week tot week, al viel de verkoop voor play-off I-abonnementen dan weer tegen door die drie avondwedstrijden. Een streep door de rekening voor de min 12-jarigen, op wie de club zo hard inzet om een nieuw en trouw cliënteel aan zich te binden.
Het is een werk van lange adem, de club weer geliefd maken in een regio waar binnen een straal van 15 kilometer drie Belgische eersteklassers en één Franse topploeg hun markt moeten vinden en waar ook Club Brugge zwaar rekruteert. Het supportersparlement dat de trainingen volgt, is dan ook beperkt: een klusjesman van Aziatisch origine die zich door de lentewarmte puft, twee vrouwelijke fans, een plaatselijke fotograaf en later op de persconferentie zes journalisten, hoofdzakelijk lokale beat writers. “Er is veel pers”, zegt Vanderhaeghe op de persbabbel en hij meent het.
Geen spoor van de jongeren die KV Kortrijk hebben herontdekt en geregeld met een mars vanuit de Burgemeester Reynaertstraat, hun uitgaanscentrum, naar het stadion trekken. Zij feesten bij thuiswedstrijden, een voorafname op een leuke zaterdagavond/nacht. De borden van de Okido-actie in hun staantribune achter het doel getuigen van een uitwas die ook in andere clubs zorgen baart: Okido staat voor ‘Op KVK is druggebruik ongepast’.
Import-export
De plaatselijke zeefdrukkerij GMG Lucas doet haar best om het Kortrijk-gevoel aan te wakkeren. De ene na de andere sticker heeft ze al gelanceerd. Rood-wit, met het logo van KV Kortrijk en daarop zegswijzen als ‘Ontdek ons opnieuw’. Of iets cryptischer: ”t Gras groeit niet sneller als ge eraan trekt’. Ook direct: ‘Ik ben altijd stand-by, maar nu even niet, kzin naar de Veekaa’.
‘Klein budget, grote fun’ was er pal op, maar die ene vlag die de hele Veekaa-filosofie dekt, moeten ze nog eens zeefdrukken: ‘KVK toont zich meester in de beperkingen’. Neem nu wat zich elke maandagochtend afspeelt onder Tribune 4. Op wedstrijddagen wordt hier de pers verwelkomd. Op niet-wedstrijddagen is dit het zenuwcentrum van de scouting. Scoutingcoördinator Claude Verspaille, oud-speler van KVK en van andere clubs waaronder Club Brugge, zit er aan een computer. Elke maandagochtend verzamelt de staf voor de corebusiness: een rondo spelers beoordelen en bekijken. Vaak schuift ook de oud-voorzitter en mede-eigenaar Arsène De Gryse aan.
De tachtiger vergadert dan onder de foto van zijn zoon Jean-Marc, die begin 2012 op 41 jarige leeftijd overleed. Jean-Marc zette KVK op de juiste koers: een kringloopwinkel voor voetballers op een zijspoor of waar niemand de potentie van ziet. Bij de foto van Jean- Marc hangt een spreuk: ‘Is ’t ne goeie, of is ’t nen hele goeie?’ Dat was zijn klassieke vraag als de scoutingcel weer eens enthousiast was over een speler.
Claude Verspaille is argwanend als het over de import-export gaat, want dit is waar KV Kortrijk beter in wil zijn dan de concurrenten. AA Gent is de grootste afnemer de laatste jaren, maar soms halen ex-KVK’ers de topcompetities: denk maar aan Ervin Zukanovic (via Gent naar Chievo in Italië, HVDW) of Cheikhou Kouyaté (via Anderlecht naar West Ham, HVDW).
Verspaille: “U zegt kopen? Wij kopen niet, wij moeten spelers halen die einde contract zijn want er is geen geld om te kopen.” Ivan Santini is het beste voorbeeld. Verspaille: “Wij leggen een database aan en we wachten geduldig tot het moment dat de speler in wie wij potentie zien van de radar verdwijnt. Dat was zo met Santini. Geen spek voor onze bek toen hij van Zadar naar Freiburg ging, maar toen hij zijn carrière opnieuw wilde lanceren, toch ineens een optie. Hij wilde niet echt komen en we hebben hem moeten overhalen, maar ik denk dat hij blij is en ik begrijp eigenlijk niet dat hij hier nog speelt. We zullen hem kwijt zijn, schat ik. Hij is een ideale targetspits voor Engeland, maar hier (wijst naar de desktop) zit zijn vervanger al klaar.”
Het ongewenste kind van play-off 1 is uitgegroeid tot een huwbare partij. De familie De Gryse wil de club verkopen aan wie de juiste prijs betaalt. Die prijs is hoog en wordt misschien nog hoger, al is het met voetbal zoals met de beurs: resultaten behaald in het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Maar met een verwachte winst van meer dan 1 miljoen euro oogt de balans zuiver, al zitten de tv-rechten voor de onverwachte play-off 1 deelname daar voor een deel tussen.
Yves Vanderhaeghe weet wat nu moet gebeuren. “We mogen nu geen spelers meer onder hun waarde verkopen. Tegelijk zouden we misschien met het stadsbestuur en met andere investeerders een financieel plan kunnen opstellen dat kan leiden naar een nieuw stadion.”
Het laatste woord is voor collega Frank Buyse, zelf ex-speler van de club en in een van zijn vorige levens zelfs nog even manager. “Ik dacht dat het nooit meer goed zou komen, maar ik heb vorig jaar een toneelvoorstelling georganiseerd gebaseerd op het Gentse Uw dikke ma zit aan de Zuid en de belangstelling was overweldigend. We hadden negen volle zalen van driehonderd man en KV Kortrijk heeft zelfs gesponsord, vroeger ook ondenkbaar.
“Er is iets gegroeid rond die club die nu ook goed wordt beheerd. Ik zie hoe die Kortrijkse jeugd, die daar in Tribune 2 staat, achter die club is gaan staan. Ik zie hoe mijn dochter fan is geworden. Voor het eerst in de veertig jaar dat ik die club ken, denk ik: er is een toekomst voor KV Kortrijk.”
25-04-2015-De-Morgen-p20-Het-mirakel-van-de-Veekaa-Achtergrond-Meester-in–double