Hoelang moet kunstgras nog in de hoek staan?
AA Gent laat maandag in de Ghelamco Arena een nieuwe grasmat aanleggen. Met natuurgras uiteraard, want kunstgras is slecht: knoken gaan kapot, voetballers worden mietjes, het is duur, het discrimineert vrouwen en de Hollanders kunnen er niet meer door winnen. En toch: ‘Het beste gras is kunstgras.’
Toen de Rode Duivels eind vorig jaar voor hun kwalificatie-interland naar Andorra reisden, ging het maar heel even over de bakker en de beenhouwer en de garçon in het belastingvrije elftal. Al heel snel verlegde de focus zich naar het kunstgrasveld, dat eerder door de grote Gareth Bale van Wales was neergesabeld als”the worst pitch ever”. “Kijk eens hoe die zwarte vulling opspringt”, wees de commentator ons op het veld bij een close-upje toen er weinig te beleven viel. “Dat zijn gemalen autobanden.”
Daags na de wedstrijd kwam in het Technologiepark van de UGent in Zwijnaarde alvast één man werken met licht bezwaard gemoed. Stijn Rambour is als afdelingshoofd chemie en kunstgras van de Vakgroep Textielkunde een wereldwijde autoriteit op het vlak vanartificial turf. Hij certificeert kunstgrasvelden in Europa en test momenteel velden met het nieuwste slijtagetoestel volgens de recente technische eisen van de wereldvoetbalbond. Wie zijn specialisme aanvalt, moet correct blijven.
“Kunstgras is over het hele jaar genomen het best mogelijke gras”, zegt Rambour. “Het kan alles wat een natuurlijke grasmat kan, en dat een heel jaar lang, zomer en winter. In Andorra ligt niet de beste versie en ze leek mij ook niet goed onderhouden.”
De betere versie ligt in Sint-Truiden boven op een parking. Het thuisveld van het plaatselijke STVV heeft kunstgras sinds de renovatie van Stayen. Elke tegenstander vindt ‘Stayen uit’ een moord op het voetbal, een aanslag op lijf en leden, en wordt daarin bijgetreden door de analisten, meestal uitgewoonde voetballers.
Ook trainer Hein Vanhaezebrouck van AA Gent is een ex-voetballer, met slechte knieën bovendien, en de facto een kunstgrashater. “Voetbal moet op gewoon gras worden gespeeld.” Waarna een opsomming volgt van wat er allemaal fout zou zijn aan de artificiële versie. Anderhalve maand geleden sprak hij ineens anders: “In december in Sint-Truiden voetballen is ideaal, want het weer heeft geen vat op dat kunstgras.”
Gras in Gent: 500.000 euro
In zijn thuishaven is dat wel even anders, heeft hij inmiddels ondervonden. Gent speelt zijn derde seizoen in het nieuwe stadion. Alles kan er, alles is er, in de Ghelamco Arena, alleen wil het gras er niet te best groeien. Natuurgras heeft behoefte aan veel licht en veel wind, en gesloten stadions zijn juist gebouwd om de wind buiten te houden, met daarboven ook nog eens een ruim bemeten dak dat de toeschouwers droog houdt, maar ook veel licht wegneemt.
Hoe noordelijker, hoe moeilijker het gras het heeft in die nieuwe tempels. De eersten die dat ondervonden, waren de godenzonen van Ajax. Twee jaar nadat de nieuwe Amsterdam ArenA de deuren had geopend in 1996, lag er al een achtste grasmat.
Gent doet het met twee matten per jaar, maar wie de voorbije weken de moeite nam om de Ghelamco Arena binnen te lopen, had de schade kunnen opmeten van de duels tegen RSC Anderlecht en Club. En had de enorme batterij lichten gezien die het gras de indruk geven dat het altijd zomer is in de Ghelamco. Tijdens de wedstrijden vlogen de zoden evenwel in het rond en dus verwachtten de media een oprisping van Vanhaezebrouck. Er kwam niets. “Het heeft te veel geregend.”
Vanhaezebrouck weet allang dat maandag, daags na de thuiswedstrijd tegen Beveren, de Ghelamco Arena al zijn tweede grasmat van het seizoen krijgt en een hele dure deze keer. AA Gent zag in de winterstop op last van de UEFA een grasexpert – een echte grasdokter – en die schreef een lijvig rapport. Zijn conclusie was duidelijk: de grasmat die er ligt, voldoet niet voor de Champions League; oprollen die handel en een nieuwe mat leggen tegen de komst van Wolfsburg.
Manager Michel Louwagie met een lichte zucht: “Voor ons drukke programma op drie fronten zijn matten die zes tot acht maanden wortelen niet goed genoeg, dus komt er nu een grasmat die achttien maanden heeft kunnen wortelen.”
Om dat gras op orde te krijgen, transfereerde Gent in het tussenseizoen zelfs degreenkeepervan Sporting Lokeren, een primeur voor het Belgische voetbal. Tijdens de winterstop werden dan nog eens kapitalen uitgegeven om de mat die in september was gelegd (kostprijs 80.000 euro) tot leven te wekken. De veldverwarming ging volle bak, de lampen die het veld beschenen, draaiden overuren en er werd ingezaaid zonder op een zakje zaad te kijken.
Afgezien van de enorme ecologische voetafdruk van voetbal – onder het veld verwarming, erboven lampen, en geen leds voor alle duidelijkheid – is er ook de directe kost. “Omdat jullie mij de vraag stelden, heb ik het uitgerekend”, zegt Michel Louwagie. “Ik ben zelf een beetje geschrokken: wij zullen dit seizoen aan 500.000 euro zitten, waarvan 150.000 euro alleen voor die nieuwe grasmat.”
Daar heb je het aller-aller-beste kunstgrasveld voor in een groot stadion en daar speel je minimaal zeven jaar op.
Kunstgras biedt bovendien de luxe dat je veel meer activiteiten kunt inplannen zonder bang te zijn dat het veld niet meer wedstrijdwaardig is. Terwijl gras maximaal driehonderd uur per jaar kan worden bespeeld, is dat voor kunstgras ruim tweeduizend uur. Onderhoud beperkt zich tot één keer per week borstelen door één man die in drie uur rond kan zijn. STVV meldt bij monde van manager Philippe Bormans dat daarnaast twee tot drie keer per jaar een groot onderhoud met een borstelmachine gepland staat. Kostprijs: telkens 500 euro. Daarbovenop is er nog eens een keuring van de FIFA en die kost 1.500 euro per seizoen.
Jawel, de conservatieve FIFA die er decennia over doet om de meest logische reglementswijziging toe te passen, is al mee met kunstgras. Er is zelfs al een heel WK op gespeeld, zij het niet zonder protest. Maar wat is dat kunstgras eigenlijk? Stijn Rambour: “De betere kunstgrasvelden liggen op een drainerende laag van steenslag of vulkaangesteente. Daarbovenop ligt een schokabsorberende mat en dan pas de eigenlijke grasmat van polyethyleen, met een tussenvulling van zand en rubber of kurk.”
De slechte reputatie van kunstgras is een gevolg van de eerste versie die AstroTurf heette en in de jaren zestig werd ontwikkeld voor het American football. De polyamidevezel (nylon) was te stug voor voetbal en leverde brand- en schaafwonden op. Een tweede generatie vezels bestond uit polypropyleen en werd heel snel toegepast in het veldhockey, waar het zelfs verplicht werd. Het zand tussen de vezels maakte slidings in het voetbal nog steeds riskant.
Men zocht verder en kwam in 1996 uit bij de derde generatie, een mat gemaakt van polyethyleen en zo goed als identiek aan echt gras. De lengte van de vezels veranderde (40 tot 60 millimeter), ze stonden wijder uit elkaar en het tussenmateriaal werd zand met bovenop een laag rubberkorrels. De noppen van de schoenen konden daardoor in het gras drukken zoals bij natuurgras.
De vierde generatie kunstgras is nog in volle ontwikkeling. Men zoekt nu naar een alternatief voor de rubberen vulling tussen de vezels, waardoor het gras nog natuurlijker lijkt. Kurk lijkt het pleit te gaan winnen, omdat het samendrukkende effect van kurk nog beter op dat van gras lijkt.
Rare uitschuivers
Maar slaan van dat onveilige kunstgras je knieën niet in een knoop die alleen orthopeden nog kunnen ontwarren? Volgens kinesist Lieven Maesschalck is trainen of spelen op kunstgras geen indicator voor meer of andere blessures. “Een egale mat kan zelfs blessures vermijden.”
De Zweedse dokter Jan Ekstrand deed namens de FIFA als eerste onderzoek naar de bewering dat blessures vaker zouden voorkomen op kunstgras. Zijn conclusie: “Het aantal blessures blijft gelijk. De aard van het letsel verschilt wel licht: op kunstgras heb je minder spierblessures en iets meer enkelblessures. Vreemd genoeg vonden we meer brandwonden op gewoon gras dan op kunstgras.Artificial turfheeft een slechte naam bij trainers en spelers, maar dat is gebaseerd op de ervaring met de eerste generatie velden. Met de tijd zal de weerstand verminderen.”
In België wordt kunstgras geassocieerd met Roland Duchâtelet, eigenaar van het stadion in Sint-Truiden, wat ook niet helpt natuurlijk, maar voetbalgeesten rijpen altijd traag, weet Gent-manager Michael Louwagie met zijn dure natuurgras: “Ik wil best wel geloven dat kunstgras beter is, maar ik krijg mijn spelers er niet op.”
Met de bouw van nieuwe stadions en de intrede van financiële kostenbewaarders in het clubmanagement zal toch de druk toenemen om van dat natuurgras afscheid te nemen. Tot zolang zullen de voordelen van kunstgras onder de mat worden geveegd. Die zijn overweldigend: je raakt er niet méér door geblesseerd, het is niet weergevoelig, de mat is overal gelijk van kwaliteit, de bal springt niet hoger op en rolt ook niet sneller of trager, rare uitschuivers zijn onbestaande en je kunt meer activiteiten plannen in je stadion. En dat voor een jaarlijkse afschrijving van 100.000 euro.
Geen gras meer afrijden, geen gras meer dichtprikken tijdens de rust. Drie uur borstelen door één man, na een wedstrijd, zoveel wekelijks onderhoud volstaat voor een kunstgrasveld, maar het is wel essentieel. Rambour: “Als het veld niet wordt onderhouden, gaan de korrels tussen de vezels samenklitten en vormen bolletjes, waardoor de noppen niet meer in het gras kunnen drukken. En dan wordt het wel gevaarlijk.”
Het mag vreemd lijken, maar van alle landen heeft Nederland de meeste kunstgrasvelden. Heel lang werd aangenomen dat die infrastructuur juist de reden was voor het typisch Nederlandse spel gebaseerd op snelle balcirculatie en techniek. Begin december van vorig jaar ging in het Nederlandse topsportcentrum Papendal een congres door dat luisterde naar de mooie naam ‘Het ideale veld’. Heracles-voorzitter Jan Smit, trotse bezitter van een kunstgrasveld in de eredivisie, wist zich na afloop van het grote gelijk verzekerd. “Er zijn geen objectieve redenen om kunstgras af te branden. Er zijn alleen maar voordelen. Iedereen moet dat nu maar eens toegeven.”
Als er geen objectieve redenen zijn, dan zijn er genoeg subjectieve. Een columnist van de Nederlandse sportkrantADzocht naar
een oorzaak voor de mindere resultaten van Oranje en kwam uit bij het kunstgras. “Sinds ons voetbal overspoeld wordt door dat vermaledijde kunstgras, hebben wij als groot opleidingsland godbetert niet één wereldtopper voortgebracht. Onze kunstgrasvoetballers zijn comfortvoetballers geworden die walgen van een zompig veld vol kuilen en hobbels.”
Dat Nederland van alle nationale selecties zowat de kleinste gemiddelde lengte heeft, terwijl in Nederland juist de langste bevolking ter wereld woont, heeft minder te maken met het speeloppervlak dan wel met een verkeerde selectie en detectie. Desalniettemin besloot de columnist: “Het is de schuld van de kunstgrasmaffia.”
Discriminatie op WK
Hoezeer de weerstand tegen kunstgras ingebakken zit in het collectieve voetbalverstand (of het gebrek daaraan), werd vorig jaar duidelijk in de aanloop naar de World Cup voor vrouwen in Canada. De Amerikaanse Abby Wambach en de Duitse doelvrouw Nadine Angerer, twee wereldtoppers, verzamelden 23.000 handtekeningen om te protesteren tegen de kunstgrasvelden waar hun World Cup op zou worden gespeeld. “De mannen krijgen echt gras en de vrouwen moeten op onveilig kunstgras; dat is discriminatie.”
Ze dienden een klacht in voor een inbreuk op de Canadian Human Rights Act. De FIFA boog niet, ook niet toen Wambach na de eerste ronde het kunstgras de schuld gaf van een gebrek aan goals. Waarna de VS ineens wel begonnen te scoren en voor de tweede keer wereldkampioen werden in een finale met zeven goals (5-2 tegen Japan).
Abby Wambach zat op de bank en over mensenrechtenschendingen door kunstgras heeft niemand nog iets gehoord.