Het geheim van het WOLVENPAK
2017 was het vijfde jaar op rij dat QuickStep de meeste overwinningen behaalde en ook in 2018 neemt het de leiding. Soms wisselt de cosponsor en vertrekt het zegevierend personeel, maar de filosofie blijft: agressief rijden, altijd koersen.
Het was donderdag toch alweer een week geleden dat bij Patrick Lefevere die gelukzalige glimlach rond de mond was verschenen bij het overschouwen van de wieleruitslagen. Tot hij rond de middag zijn smartphone consulteerde en zag dat het weer eens goed was: Elia Viviani, de alleskunner overgekomen van Team Sky, had net de sprint in de Ronde van Abu Dhabi gewonnen.
Hij twitterde: ‘BAM @eliaviviani @quickstepteam #RidetoAbuDhabi.’ De teller stond voor het pas begonnen jaar op elf, voor Viviani alleen op vijf. Lefevere: “Vorig jaar won Marcel Kittel vier keer in Dubai. Kittel is weg, hij heeft nog niet gewonnen dit jaar.” Geen glimlach, geen leedvermaak, gewoon de feiten. Later kwam de ploeg met de mededeling dat Fernando Gaviria naast Niki Terpstra kopman zou worden voor het openingsweekend. Geen Vlaming, maar een Colombiaan en een Nederlander als speerpunt voor de eerste Vlaamse hoogdag. Typisch die ploeg: compromisloos en lak aan tradities.
Wilfried Peeters is al sinds 2002 ploegleider bij de teams van Lefevere. Hij reed in 1999 nog zelf voor Mapei-QuickStep, het eerste jaar dat het laminaatmerk in het peloton stapte, en hervond QuickStep in 2003 in combinatie met cosponsor Davitamon van Marc Coucke. Peeters weet waar de cultuur van het winnen in al die ploegen vandaan komt.
Peeters: “Dat is Patrick Lefevere. Als we tien keer hebben gewonnen, krijgen we onder onze voeten om ons scherp te houden. Als we niet hebben gewonnen, krijgen we ook onder onze voeten. Hij is kwaad als we hebben verloren en kwaad en ontgoocheld als we niet hebben gereden. Hij is alleen blij als we goed hebben gereden en gewonnen.”
Lefevere kan ook kwaad zijn als ze slecht rijden en met een ongelukje winnen. Lefevere: “Ik heb die wil om te winnen altijd al gehad. Als junior won ik 27 koersen en was ik vaak tweede of derde. Als liefhebber was dat al heel wat minder – daar moest je betalen om te winnen – en als prof won ik haast nooit. Ik ben dan maar gestopt.”
2017, premier grand cru classé
Met uitzondering van 2001 en 2002, de jaren van Domo-Farm Frites, heeft Lefevere in alle QuickStep-ploegen een sturende hand gehad, in het begin als sportdirecteur, later als teammanager. Koers maken, is zijn devies, altijd en overal. Niet op kop rijden om in beeld te komen en zoals de kleinere ploegen koketteren met de uren in beeld, maar met winst als finaliteit. “Dat kan evengoed door zelf aan te vallen als de boel gesloten te houden omdat we voor de overwinning willen spurten. Dan rijden wij de hele wedstrijd op kop. Maar rijden doen we altijd.”
Zo goed als 2017 was, kan hij zich niet al te veel jaren herinneren. Hij, de wijnkenner, noemt het een premier grand cru classé-jaar. Zijn ploeg won monumenten als de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race, pakte tussendoor overal spurtoverwinningen mee, won 5 ritten in de Giro en de Tour, 6 in de Vuelta en klokte af op 56 overwinningen. Negenenvijftig volgens eigen telling, want hij telt er ook drie kermiskoersen bij. Dat is in aantal overwinningen het op één na beste jaar, maar in 2014 toen 60 keer werd gewonnen, zat daar maar 1 monument bij (Parijs-Roubaix) en maar 4 ritten in grote rondes.
Dokter Yvan Vanmol, al meer dan dertig jaar in het peloton waarvan meer dan twintig in de ploegen van Lefevere, ziet drie belangrijke hoekstenen in de filosofie van koers maken en winnen. “Onze ploeg heeft altijd sterke leidersfiguren gehad, naar wie de andere renners opkeken. Uiteraard zijn het de renners die rijden en winnen, maar ook het omkaderend personeel moet die cultuur uitdragen. Vervolgens willen wij altijd goeie sprinters. Als die vroeg in het seizoen winnen, komt een soort fierheid over de ploeg. Daarom winnen wij met zoveel verschillende renners.”
Lefevere: “Je wint koersen met sprinters, klimmers en tijdrijders. Liefst wil je twee verschillende types in de ploeg, of drie, maar dat is luxe. Ik wilde altijd in de eerste plaats sprinters, al van in de tijd van GB-MG en Mapei. Noem ze maar op: Mario Cipollini, Tom Steels, Jan Svorada, later Tom Boonen, Mark Cavendish, Marcel Kittel en nu Elia Viviani en Fernando Gaviria. Sterke renners die aan het eind pijlsnel zijn of pure sprinters.”
Vijftien van de dertig contractrenners van vorig jaar pakten minstens één overwinning. Elk veertien voor Fernando Gaviria en Marcel Kittel, zeven voor Matteo Trentin. Die laatste twee zijn weg, maar voorlopig houdt de ploeg gelijke tred inzake overwinningen.
Koersinzicht
De ploeg van vandaag is de erfenis van Mapei en daar was de leuze vincere insieme, samen winnen. Dat was ook nodig om de boel samen te houden, herinneren de betrokkenen als Peeters, Vanmol en Bramati zich. “We hadden toen naast een Vlaamse ook een Spaanse en Italiaanse kern. Drie verschillende culturen op één lijn krijgen, was niet makkelijk. Gelukkig hadden we altijd sterke en tegelijk genereuze leiders als Johan Museeuw en Tom Boonen, die de anderen ook wat gunden. Misschien dat we nu zo’n onbetwiste leider missen. De toekomst zal het uitwijzen.”
Wat de ploeg nooit heeft gehad, zijn potentiële winnaars voor grote rondes. Lefevere: “Maar we waren wel zesde in de vorige Tour met Daniel Martin, terwijl we vol voor ritoverwinningen gingen. En we hebben de Tour van 2015 ook niet gewonnen, maar wel beslist door die waaier naar Neeltje Jans. Quintana verloor daar de Tour en Sky draaide mee rond met ons en won hem.”
Getalenteerde ronderenners raken gefrustreerd bij hen, weet Vanmol. “Een ronderenner met ambitie kan zijn ding doen, maar wij gaan niet op reserve rijden in de tussenetappes. Ons devies is: zorg dat de anderen achter ons moeten rijden en niet omgekeerd.”
Renners die bij de QuickStep-formatie komen, weten waar ze terechtkomen: het is of meespringen met een gevaarlijke ontsnapping, of op kop rijden voor de sprintende kopman, of zelf aanvallen. Dat laatste komt minder en minder voor. Lefevere: “Als in een gevaarlijke ontsnapping blauw (de kleur van het shirt, HVDW) zit, hebben BMC en Lotto de opdracht om die terug te halen. Anders rijden ze een hele dag achter de feiten aan. Het omgekeerde is ook waar.”
Vanmol: “Wat ook het scenario is – op kop rijden, meespringen of aanvallen -, als je bij ons rijdt, vooraan rijdt dus, word je sterker. We vragen maar één ding van onze nieuwe renners: dat ze de koers kunnen lezen.”
Die huisstijl is sinds vorig jaar ook een verkoopargument geworden van de marketingdivisie onder leiding van de Italiaan Alessandro Tegner. Brian Holm, de Deense filosoof-sportdirecteur, kwam met een variant op de bekende frase van Ruyard Kipling. Die schreef ooit in Jungle Book: “For the strength of the pack is the wolf, and the strength of the wolf is the pack.” Holm sloot elke teambespreking af met: “We are the wolfpack, no prisoners will be taken.”
De renners vonden het schitterend en voorafgaand aan de Giro van vorig jaar vroeg de Luxemburger Bob Jungels om petten te maken met het opschrift #Wolfpack en een wolvenmuil. Gaviria won vier ritten en Jungels won de sprint na een bergetappe van een heel selecte groep.
Vlaamse volksaard
Tegner, de Noord-Italiaan die ook al meer dan vijftien jaar bij Lefevere werkt, weet hoe tegen QuickStep wordt aangekeken. “In de Italiaanse pers noemen ze ons la corazzata, het slagschip. Is het niet opgevallen bij de laatste ploegvoorstelling? Objectives: any race. We rijden elke race om te winnen.
“Het geheim van deze ploeg is hard werken, de Vlaamse volksaard, en dat apprecieert iedere Italiaan die zoals ik uit de provincie Veneto komt, want wij lijken erg op Vlamingen.
“Ik heb wel moeten leren hoe jullie met elkaar omgaan. Toen ik de eerste keer werd voorgesteld, zei Lefevere: ‘Dit is Alessandro Tegner, pers en pr’, en dan nog iets. Ik vroeg aan Dirk Nachtergaele (de illustere soigneur, HVDW) wat hij had gezegd. ‘Dat ze hem hadden gezegd dat je goed was maar dat hij dat nog moest zien.’ (lacht) Na vijftien jaar ken ik de Vlamingen en vooral Patrick Lefevere.
“We zaten in 2012 zoals elk jaar na Parijs-Roubaix in restaurant Nieuw Stadion in Gentbrugge en we hadden net vijf grote wedstrijden op rij gewonnen met Terpstra en vier keer Boonen. Patrick kwam bij mij en zei: ‘Ale, genieten hoor, maar pas op: dit maak je nooit meer mee.’ Zo is dat: de beste overwinning is de volgende. Ik heb Patrick toch datzelfde jaar nog eens echt uitgelaten gezien, toen we wereldkampioen ploegentijdrit werden in Valkenburg. Dat was het werk van een hele ploeg, renners, mekaniekers, staf. Dat was QuickStep, de wolvenroedel.”