Geen sleper maar een kampioen
“Peter Sagan is zelf een sleper.” Het was niet duidelijk wat Tom Boonen had gedronken toen hij dat er uitspuwde, of wat hem anderzijds bezielde. “Een goeie vriend, de Peter,” aldus den Tom, maar er zijn twijfels over de oprechtheid van die bewering. Als hij de Slowaak onder de grond wilde stoppen, is dat toch enigszins anders uitgedraaid. Het is ook baarlijke nonsens: Peter Sagan is samen met Alejandro Valverde de meest spectaculaire renner van het hele profpeloton.
Het commentaarduo van de VRT vroeg zich af of hij dat verwijt van een sleper te zijn wel had meegekregen. Reken maar van wel, in deze tijden van sociale media en lopende vuurtjes. Reken ook maar dat hij zal hebben gedacht aan een nummertje om de puntjes op de i te zetten.
Die kans deed zich voor op goed vijftig kilometer van de streep. Ineens vertrok hij en de groep met alle groten aarzelde. “Ze laten hem rijden, ze geven hem een halve minuut”, zo klonk het. Dat is het eeuwige probleem: is het glas halfvol of is het halfleeg?
Het was wel degelijk halfvol, want er zat snee op Peter Sagan. De man die hem als eerste had kunnen achternasnellen, was onze Greg Van Avermaet, maar Greg keek naar de andere groten. En die keken naar hem. En de vreemde vogel met de rare brillen was gaan vliegen. Daarna draaide het wel rond, maar behalve op Carrefour de l’Arbre kregen ze niks meer van hun achterstand af. Van een nummer gesproken.
Toen hij bij de leiders kwam, met daarbij twee hardrijders buiten categorie als Jelle Wallays en Silvan Dillier, zal Peter Sagan ook wel verbaasd hebben opgekeken dat de moedige aanvallers op een enkeling na nog wel wat zin hadden in koers maken. Wij vonden het natuurlijk raar dat zo’n Wallays nog ettelijke kilometers vol meereed met de Slowaak, maar wielrennen is in de eerste plaats een sport van in beeld komen en wordt – althans in de klassiekers – niet met nationale ploegen gereden.
Wallays kreeg zijn five minutes of fame, maar de meest verbazingwekkende renner gisteren was Silvan Dillier. Na 218 kilometer in de aanval moest die op het einde op de wielerbaan maar een paar meter prijsgeven aan Peter Sagan.
Tien jaar nadat hij als junior onder de vod van de laatste kilometer werd gegrepen door de huidige B-renner Andrew Fenn, heeft wereldkampioen Sagan de wedstrijd gewonnen die hem tot nog toe het minst gunstig gezind was, maar waarin hij als ex-mountainbiker absoluut moest kunnen uitblinken. Voor een staaltje van zijn stuurmanskunst moet je terugspoelen naar de kasseistrook in Hem, waar hij als een acrobaat overvloog en ineens weer tien seconden extra bij elkaar trapte. Dillier in de vernieling rijden – duidelijk zijn bedoeling, zoals hij pas op het laatste de obstakels vermeed – lukte dan weer niet. Daarna leek het alsof de twee naar de wielerbaan cruiseden, alleen gaf de teller van de begeleidende motard continu snelheden van boven de vijftig aan.
Sagan een sleper, wat een onzin toch. Een smeerlapje, dat wel. Een showmannetje, dat zeker. Een doe-het-zelver, zoals hij aan zijn stuurpen begon te sleutelen terwijl de keur van het voorjaarspeloton hem als een roedel wolven achtervolgde. Een grote muil, helemaal. Maar in geen honderd jaar een sleper. Wel iemand die weet hoe hij winst moet binnenhalen, wat hij moet doen op welk moment in de koers. Een kampioen, kortom.
Hoe uitzonderlijk Peter Sagan wel niet is, bewijst hij dit voorjaar. In Gent-Wevelgem klopte hij rassprinters als Elia Viviani en Arnaud Démare. In Parijs-Roubaix reed hij weg van alle grote voorjaarsmotoren, onder wie Greg Van Avermaet, Sep Vanmarcke, Wout van Aert, Jasper Stuyven en Niki Terpstra, om uiteindelijk de maat te nemen van een Zwitser die met een pinkbreuk een tijdje out was. Die pinkbreuk en daardoor opgelegde rust en opgedane frisheid was trouwens de reden dat hij die monsterinspanning heeft volgehouden.
Voor de Belgen ziet het er stilaan benard uit dit voorjaar, al zijn de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik ook op maat van Tiesj Benoot, die al de Strade Bianche heeft gewonnen. Dat er weer geen Belg op het podium stond gisteren is hooguit een momentopname. Zolang een haperende ketting de stomme oorzaak is dat een kanjer als Wout van Aert op het laatst wegvalt, en niet een gebrek aan intrinsiek talent, kan het goed komen in de toekomst.