De historisch slechte relatie van voetbal met scheidsrechterij
In Club Brugge tegen Anderlecht is de uitslag misschien beïnvloed door het inmiddels beruchte VAR-busje. In Barcelona-Real Madrid later die avond hebben de scheidsrechter en zijn assistenten zelf de wedstrijd naar de knoppen geholpen, bijgestaan door de spelers. Ze hadden daar geen video assistent referee voor nodig.
Voetbal heeft een historisch slechte relatie met scheidsrechterij en over een goeie maand op de World Cup in Rusland zullen we ook vaststellen dat een extra ref met wat tv-schermen in een busje buiten het stadion of in een centrale regiekamer daar niks aan verandert.
Voetbal is de meest oneerlijke sport ter wereld, want de laagst scorende sport. Inherent aan kleine getallen zijn grote fouten of afwijkingen. Gevolg: de minste vergissing kan het grootste effect hebben en beslissen over winst en verlies, titel of geen titel. Dat is trouwens de enige goede reden om het klassieke competitieformat te koesteren en de play-offs af te schaffen: hoe langer de serie wedstrijden, hoe groter de kans dat de beste aan het eind ook de beste is. De beste, of minst slechte van deze competitie, is Club Brugge en die dreigen nu geen kampioen te worden. In de eerste plaats door eigen schuld (een gelijkspel gisteren had ook maar een flauwe 9 op 21 punten opgeleverd) en ook omdat voetbal intrinsiek oneerlijk is.
Liegen en bedriegen
Voetbal is niet alleen oneerlijk als het om de beloning van de beste ploeg gaat. Waar rugby – het historische zusje van voetbal – ethiek, beroepsernst en sportiviteit al langer dan een eeuw hoog in het vaandel voert, is voetbal de tegenovergestelde weg ingeslagen. Voetbal heeft liegen en bedriegen tot een kunst verheven.
Basketbal lijkt de moeilijkste sport om te scheidsrechteren, samen met ijshockey wellicht maar dat is ver van ons bed. Een basketbalwedstrijd is een opeenvolging van wel vierhonderd doelpogingen die in het voetbal allemaal als shots on target zouden worden gekwalificeerd. Een niet-gefloten fout bij 99-99 met nog twee seconden te gaan, komt veel minder vaak voor dan diezelfde vergissing bij 0-0, zoals eergisteren bij de strafschopovertreding op Hans Vanaken. Overigens, een rugby- of een basketbalspeler had dat been gewoon ontweken en was doorgelopen. Vanaken stortte ter aarde. Of zoals zijn ploegmaat Ruud Vormer ooit zei: “Als dat been kom, ga je wel lekker legge.” Probeer als scheidsrechter maar eens een lijn te trekken tussen komedie en levensecht. Gebrek aan sportethiek zal de VAR niet oplossen.
Doodschop
Voetbal en rugby zijn halfweg de negentiende eeuw uit elkaar gegroeid en dat had te maken met hacking, neerhalen, en tripping, pootje lap. In het rugby mocht dat, in het voetbal wilde men dat niet meer. 160 jaar later is neertrekken en pootje lappen uit het rugby verbannen. In voetbal is het een kunst om iemand neer te trekken of een pootje te lappen en daarmee weg te komen of omgekeerd te doen alsof je een doodschop hebt gekregen en een strafschop te versieren.
Over de prehistorische haat en nijd op en naast het voetbalveld vergeleken bij rugby zullen we het niet hebben, maar misschien wel nog even over dat ergerlijke gezeur tegen de scheidsrechter. Zoek op Nigel Owens en ‘This is not soccer’ in YouTube. Owens, een getrouwde homo (stel je voor in het voetbal…), legt aan een rugbyspeler uit dat hij niet moet zeuren want dat deze sport geen voetbal is. In een ander memorabel moment vroeg hij op de World Cup aan een speler om niet zo gratuit te vallen, of over een week of twee terug te komen (als in datzelfde stadion weer zou worden gevoetbald).
Discussie hoort bij sport, maar het Belgisch voetbal met zijn talrijke twijfelsituaties, extra in de hand gewerkt door onduidelijke regels, gespeeld door niet al te getalenteerde voetballers in compacte veldbezettingen, heeft beïnvloeding van de scheidsrechter tot de norm verheven. Het Belgisch voetbal heeft nog een ander probleem: voetbalbestuurders die het grotere plaatje niet zien en die over het belang van de sport toeteren terwijl ze alleen hun eigen kleine belang dienen.