Applaus, staande ovatie, diepe buiging
Ik wens de Kamerleden Roel Deseyn en Stefaan Vercamer (CD&V) alle succes toe. Zij zijn de eersten die wat willen doen aan de bevoordeling van de Belgische profsporters en vooral dan het voetbal. Ze richten hun pijlen op de minimale sociale lasten, het terugstorten van de bedrijfsvoorheffing en de zeer lage instapkosten om een niet-EU-speler te contracteren. De uiterst gunstige groepsverzekeringen staan niet in hun lijstje, maar horen daar eigenlijk ook in thuis.
Hun voorstel verdient de brede steun van de sportsector, althans dat deel dat niet met eurotekens in de ogen rondloopt. Het is niet alleen vreemd dat van alle voetballers in West-Europa de Belgische voetballer het meest netto overhoudt, terwijl de niet-voetballende Belg het minst netto overhoudt van alle werknemers op deze planeet. Het is een regelrechte schande dat het voetbal met die voordelen een enorme kamelenmarkt financiert. Finaal komen net geen twee op de drie spelers in de Belgische eerste klasse uit het buitenland, terwijl al die eerder opgesomde voordelen nog wel waren bedoeld om de jeugdwerking te bevorderen.
Deseyn en Vercamer stellen onder meer voor om de minimale sociale lasten alleen te behouden voor sporters met een maximumjaarloon van 81.600 euro. Applaus daarvoor, zonder meer. 81.600 is geen hongerloon meer en treft niet de armlastige sporten zoals basketbal en volleybal, die lang niet zo gek verlonen als het voetbal.
Ze willen ook de enorme korting op de bedrijfsvoorheffing aan strengere voorwaarden verbinden. Vandaag moet die niet-ingehouden belasting worden aangewend om spelers jonger dan 26 jaar te verlonen. Dat heette dan ondersteuning van ‘de jeugd’ en was een maatregel die moest dienen ter compensatie van het afschaffen van het gunstige belastingstelsel voor buitenlanders. De controle daarop was zo goed als nihil en de parlementsleden pleiten ervoor om dat te verlagen naar 19 jaar, wat moet leiden tot meer investeringen in de jeugdopleiding door alle clubs. Staande ovatie hiervoor.
Ten slotte is er de derde maatregel binnen het wetsvoorstel: het minimumloon voor sporters die niet uit de Europese Unie komen, wordt aangepast naar anderhalve keer het gemiddeld loon per sporttak, naar analogie met Nederland. Dat wil zeggen: niet langer een schamele 80.000 euro min kosten zoals behuizing, auto, eten op de club en dergelijke meer, maar anderhalf keer het gemiddeld salaris van de Belgische voetballer.
Diepe buiging. Hoewel, hierover is een beetje onduidelijkheid. Sommige bronnen denken dat de Belgische voetballer gemiddeld 350.000 euro verdient. Als dat klopt, is dat een nog grotere schande want in Nederland, waar de gemiddelde omzet per club hoger ligt, is het gemiddeld salaris maar 281.000 bruto per jaar. De buitenlander ouder dan 21 die niet uit de Europese Economische Regio of EER komt, moet in Nederland minimaal 422.000 euro verdienen. Andere bronnen schatten het gemiddeld salaris in de Belgische eerste klasse op 250.000 euro.
Het juiste bedrag zullen we voorlopig niet te weten komen. Het Belgisch voetbal is als de dood voor te veel openheid, maar dit is het moment om klaarheid te eisen. Graag een vierde luikje aan het wetsvoorstel van Deseyn en Vercamer: financiële transparantie.
De krachten om het voorstel van Deseyn en Vercamer te counteren, zijn al op gang gekomen. Eén krant kreeg de nadelen zo voorgekauwd: België was gestegen van 12 naar 8 op de UEFA-ranking en Nederland was gedaald van 8 naar 11. Alsof het een direct verband houdt met het andere. Bovendien, als een land alleen maar kan presteren door zijn sector enorm te bevoordelen tegenover andere EU-landen is dat een inbreuk op de Europese regelgeving. Ook de toegenomen kloof tussen arm en rijk in Nederland wordt in de schoenen geschoven van de strenge buitenlandersregel. Dat kan dan weer worden opgevangen door een meer solidaire verdeling van tv-gelden.
Ook de basketbalwereld is al gemobiliseerd en is tegen, want die zullen hun halve zolen van Amerikanen niet meer kunnen halen en betalen, denken ze. Jammer, maar helaas, ook het Belgisch basketbal bokst al decennia boven zijn intrinsiek gewicht met dank aan al die voordelen.
Op 6 en 14 november zijn er in het federaal parlement hoorzittingen gepland met de ministers van Financiën Johan Van Overtveldt en van Volksgezondheid Maggie De Block. Die zijn al bewerkt door de bondenlobby als mijn info correct is. Ik heb er geen goed oog in, maar ik wens Deseyn en Vercamer niettemin alle succes.
De finaliteit van een sport is niet het in stand houden van een inflatoire economie, en in het geval van voetbal ook nog eens een lucratieve mensenhandel. Sport is er om de bevolking beweging en plezier te bezorgen. In de eerste plaats als actief deelnemer, desgevallend als passief consument.