Column Bronzen generatie in De Morgen van maandag 2 september 2019

Bronzen generatie

We zijn goed een maandje opnieuw aan het voetballen, de ene club al intensiever en vaker dan de andere, en de eerste interlandbreak komt eraan. Een regulier seizoen kun je ruwweg opdelen in vijf blokken van vier of soms vijf wedstrijden, gevolgd na Nieuwjaar door een langer blok van zeven wedstrijden, en na een week of twee bijtrainen en recupereren één laatste ononderbroken serie van tien play-offwedstrijden.

Deel twee begint op 13 september. Vrijdag de dertiende, begin maar al te beven, Charleroi en Genk. Vanaf deel drie, te beginnen op 16 oktober na weer een interlandbreak, wordt het echt serieus. De specificiteit van de Belgische competitie ligt in die laatste twee blokken van samen zeventien wedstrijden. Dat staat haaks op wat de rest van Europa doet, maar trainingstechnisch is dat op te vangen, al zou het mij verbazen als clubs daar rekening mee houden in hun periodisering. In hun wat? Precies.

Break één begint vandaag. Vrijdag spelen de Rode Duivels uit bij San Marino, en maandag uit bij Schotland. Roberto Martínez maakte vrijdag zijn selectie bekend en daarin was geen plaats voor Vincent Kompany, om begrijpelijke redenen, wél voor zijn poulain Yari Verschaeren en voor Benito Raman.

Verschaeren nu al oproepen, wie daar het nut van inziet, mag dat eens komen uitleggen. Kennismaken? Die jongen weet heus wel wat nationale selecties zijn, maar laat hem rustig groeien bij de jeugd. Het is ook niet dat hij kan kiezen tussen twee landen en dat we hem moeten overtuigen van de Rode Duivels: hij is volbloed voetbal-Belg, en als hij rijp is voor het eerste, moeten we hem gewoon oproepen en dan komt hij als een hazewind.

De selectie van Benito Raman dan. Martínez is hier gearriveerd na het EK van 2016, en toen pendelde Raman bij Standard tussen
het eerste en de tribune. Het kampioenenjaar van AA Gent is voorlopig zijn hoogtepunt. Meer in het bijzonder de cruciale 2-3 net voor affluiten op het veld van Club Brugge. Volgens meer dan één analist was zijn diepgang (samen met Moses Simon op links) hét geheim van de Gentse titel, meer dan Depoitre of Kums.

Snelheid, diepgang, apenstreken, soms ontwapenend, dat was Benito Raman in Gent. Slecht begeleid? Hij wérd begeleid bij Gent, hij werd zelfs financieel geadviseerd, maar die adviseurs krabden zich meer dan één keer in de haren, zoals die keer dat hij een setje nieuwe iPhones kocht. Geen twee, maar veel meer tegelijk. Waarom toch, Benito? “Een nieuwe, een reserve als er met die ene iets zou gebeuren, één voor mijn lief en nog wel één of twee om een keer cadeau te doen.”

Ja, om Benito kon je altijd wel lachen, maar toch had Gent net dat even iets meer kunnen en moeten doen om hem tussen de lijntjes te laten kleuren en zijn onmiskenbaar talent te valoriseren. Toen hij voor de tweede keer over de schreef ging, dacht iedereen dat het om een snookerincident ging. Dat klopt maar ten dele: het had vooral te maken met gokken (voor heel veel geld) op zijn snookerpartijtjes. Een nóg betere begeleiding, gericht op het wegwerken van enkele flauwtes, gebruikmakend van sterktes, het had kunnen werken, en dan had Gent hem misschien zelf kunnen verkopen aan een topper in de Bundesliga. Jammer, voor home boys mag en moet de begeleiding altijd iets dwingender en beter.

Raman staat op een driesprong – doorgroeien, stagneren of terug naar af – en daarom is hij misschien op zijn plaats bij de Rode Duivels. Die staan op een andere driesprong. De kwalificatie voor het EK van 2020 kan hen niet meer ontsnappen, maar dat stond al vast de dag dat ze bij de UEFA het lumineuze idee opvatten om voortaan in plaats van met zestien met 24 ploegen een eindronde te organiseren.

Deze Rode Duivels hebben voor Euro 2020 drie opties: de ene leidt naar de hoofdprijs, de andere naar weer-net-niet, de derde naar een rampzalige vroege uitschakeling en terug naar af. Met andere woorden: blijft deze grote generatie een bronzen generatie of wordt ze echt een gouden generatie? Een etiket waar ze zelf niet voor heeft gekozen, maar dat inmiddels als een soort stigma op de groep kleeft.

Sowieso wordt Euro 2020 het eindstation voor nogal wat internationals, die hun talent en hun gezondheid exclusief zullen willen voorbehouden voor veel lucratiever clubverplichtingen, kwestie van die carrière te kunnen rekken. Roberto Martínez lijkt ook bezig aan zijn laatste kunstje. Hij heeft twee uitwegen: of hij haalt een prijs en krijgt een standbeeld in Tubize, of hij blijft in onze herinnering voortleven als de immer aardige, intelligente man van de net-niet-generatie.

 

20190902_De-Morgen_p-19