Nen bruinen
Nog goed dat het Anderlecht-Standard is zondag en niet omgekeerd. Je wilt het niet meemaken dat deze geplaagde club en haar manke speler-trainer-manager-aandeelhouder met die twee schamele puntjes op vijftien naar het spookhuis van Sclessin moeten om daar anderhalf uur spitsroeden te lopen.
Niks mis mee dat Anderlecht eens door het stof gaat na een hegemonie van meer dan een halve eeuw, maar er zijn grenzen aan leedvermaak en die zijn ver overschreden op Genk. De blessure van Vincent Kompany werd daar door een deel van het publiek op gejuich onthaald. Dat deel van het publiek bevond zich in de omgeving van de vader van Michel Vlap, die zich daarover verbaasde.
Er redelijkerwijs van uitgaand dat die niet in Tribune Zuid tussen de harde kern stond, heeft Vlap de doorsnee gastvrije, gemoedelijke Limburger aan het werk gehoord. Je mag er niet aan denken dat het gewonde dier Kompany op Standard aan de verscheurende wellust van de Ultras Inferno, de Hell Side, de Kop Rouches of nog Publik Histerik Kaos was gevoederd.
Sinds zijn komst naar het Constant Vanden Stockstadion, dat nu een andere naam draagt, staan alle camera’s gericht op Kompany. Elke beweging, elke ademhaling wordt digitaal geregistreerd en voor het nageslacht bewaard. Alleen tussen die witte lijnen op het veld kan hij dat vergeten en doen wat hij het liefste doet: een ploeg aansturen.
Ook dat is nu weggevallen en als Kompany morgen in de hoofdtribune plaatsneemt, hopelijk voor de cameralui in de buurt van Michael Verschueren en Marc Coucke, kwestie van drie vliegen in één klap, zal er wéér een camera op hem staan. Zelfs de bond zal toekijken of hij niet coacht zonder Pro License-diploma. Hij zal niet mogen bewegen of ademen of een gsm ter hand nemen of het zal worden geturfd: 103 keer naar rechts, 50 keer naar links gedraaid, 307 keer geademd, 10 minuten screen time, gemiddelde hartslag 90. Het is eens wat anders dan high-intensity meters en progressive passing.
De vraag die pa Vlap zich onder meer stelde, was waar die haat tegen Kompany vandaan komt. Wat heeft de captain van een niet onaardig nationaal elftal, en in dezen toch een beetje een über-Belg, de voetbalfan die niet voor Anderlecht is aangedaan?
Niks, echt niks. Ja oké, hij wil in het instituut Anderlecht de grandeur van weleer laten herleven en had/heeft grote teksten bij die plannen. En Anderlecht is dan weer alom gehaat, precies omwille van die historische dominantie. En van Coucke houdt ook niemand. Drie iconen in één moeite onder het gras stoppen, vernederen, omverduwen… Dat heet icon toppling in de sociologie.
Maar leedvermaak om een blessure? Een sportpsycholoog zei van de week dat dit haatgedrag inherent is aan voetbal, de sport
die zich van alle sporten het minst bekommert om fair play, die bol staat van agressie en bedrog. De vraag is: ga je voetballen of naar voetbal kijken omdat je geen manieren hebt, of vergeet je je manieren omdat je naar voetbal kijkt of voetbal speelt? Het is van allebei een beetje en de valkuil is hier veralgemening. Er zijn heus wel voetballers en voetbalfans die met de beste intentie hun sport beoefenen en bekijken. Alleen moeten die opboksen tegen een 150 jaar oude foute cultuur die in andere sporten gewoon niet wordt getolereerd.
Pa Vlaps verwondering is vreemd. Kent die zijn (Nederlandse) klassiekers dan niet? Leedvermaak met de foute hamstring van Kompany in Genk verzinkt in het niets bij de fans van Feyenoord die in maart 1995 Louis van Gaal, net nadat zijn vrouw was overleden, een hart onder de riem staken met gezang. Een dieper dieptepunt dan ‘Louis, die had een kankerwijf’ is mij niet bekend.
Wat ook speelt bij Kompany: racisme, puur en simpel. Een gekleurde medemens met al die praatjes, de gemiddelde Vlaming pikt dat niet. Een halve Congolees, ingehaald als de messias en nu heel even de martelaar, die in duidelijke taal – de drie landstalen, u zou zijn Duits eens moeten horen – uitlegt waar hij naartoe wil, die ogenschijnlijk niet nerveus wordt als het in eerste instantie niet lukt, of zelfs mislukt, FC Fermettegem zinkt ter plekke weg in een identitaire crisis.
Klinkt dit overdreven? Ga eens in een voetbaltribune zitten en let op het commentaar. Laatst werden op de rij achter mij luidop de Belgen geteld die bij Gent tussen de lijnen stonden. Dat waren er naar aloude Gentse traditie niet veel en ze kwamen uit bij drie. “Vier, je bent Odjidja vergeten”, zei een kompaan van de teller. “Die telt niet, dat is nen bruinen”, was het antwoord.
Dat was in de eretribune. In de modelstad Gent.