Column ‘Emma of Nina Help!’ in De Morgen van maandag 14 oktober 2019

Emma of Nina? Help!

Dat wordt een lastige, straks als de mail arriveert om te stemmen voor Sportman, Sportvrouw, Trainer en Sportploeg van het Jaar. Sportman, dat lukt nog wel, die zijn niet zo dik gezaaid. Ik denk nu spontaan, zonder lijsten te raadplegen, aan die Matthias Casse, vicewereldkampioen op zijn 22ste in een van de sterkst bezette judocategorieën. Sportploeg? Doe maar de 4×400 mannen zeker na hun eerste WK-medaille? Trainer, dat houden we nog in beraad.

Maar dan, Sportvrouw, help. Emma Meesseman won de titel in de WNBA, dat de Amerikanen met hun gekende bescheidenheid tot het WK voor clubteams hebben omgedoopt. Ze zitten er niet helemaal naast, al wil ik weleens zien wat zo’n Jekaterinenburg, waar Meesseman een halfjaar speelt, zou kunnen inbrengen tegen een Washington Mystics, waar ze het andere halfjaar speelt.

Meesseman had in die titel een cruciale rol. Ze werd niet voor niets most valuable player van de finales. Even terzijde, een kleine correctie: in nogal wat media werd gemakshalve getoeterd dat ze MVP was geworden. Neen, de MVP van de competitie was Elena Delle Donne, haar ploegmaat, en die prijs was al even bekend. Meesseman was MVP van de WNBA Finals, de minireeks van dit jaar vijf wedstrijden om de kampioen aan te duiden.

Geen 48 uur later: gymnaste Nina Derwael stond onder druk van een Engelse die 15 punten had gescoord. Ze kon zich geen misstap veroorloven. Goed dat ze aan die brug met ongelijke leggers niet moet stappen, juist, maar ze moest er na al dat gezwaai en gezwier wel nog van springen en ze heeft een zere voet. Een stapje te veel bij de landing kon haar 0,3 punten kosten en ze had een oefening die 15,2 waard is in normale omstandigheden.

Als laatste van acht was ze aan de beurt. De tegenstand had stappen gezet, dat wist ze, maar zij had er ook gezet. Ze was consistenter geworden, de moeilijkste oefening ter wereld zat in haar systeem ingeslepen. Wat kon fout gaan? Van alles. Ze wist nergens van, niet wat Simone Biles had gedaan, ook niet wat Rebecca Downie had gescoord. En toen turnde ze de perfecte oefening. Gracieus als altijd, met een verbluffend gemak, in een waanzinnig tempo zwierde ze het door het zwerk en de afsprong, daarbij verzette ze geen teen. 15,233 en wereldkampioene voor het tweede opeenvolgende jaar.

Kunnen we prestaties in twee zo totaal verschillende sporten, van twee zo totaal verschillende sporters vergelijken? In de ene sport eindigt het bij 1,70 meter, de lengte van Nina Derwael. In de andere begint het bij 1,70 meter en Emma Meesseman is 1,93 meter. Vergelijken is onmogelijk, maar die ene keer voor de Sportvrouw van het Jaar en al die andere prijzen zal het toch moeten.

Zowel basketbal als gymnastiek is een wereldsport. Van alle continenten komen ze om prijzen te winnen, al heeft basketbal in tegenstelling tot gymnastiek ook Afrikaanse inbreng, waar gymnastiek dan weer een sterker Aziatisch contingent tegenover zet. Meesseman speelt een ploegsport en is deel van een geheel, maar die titel van MVP en haar statistieken zijn een individuele prestatie waard. Zonder haar had haar team niet gewonnen.

Her en der zullen stemmen opgaan om twee prijzen toe te kennen. Tegen dat kleindenken moeten we ons te allen prijze verzetten. Een sportland moet leren omgaan met luxe en zal moeten trancheren: Derwael die zichzelf opvolgt als Sportvrouw, of toch Meesseman.

In betere sportlanden is ooit nog wel een ander criterium gehanteerd toen ze er niet uit geraakten. De sportvrouw van 2000 in Nederland werd wielrenster Leontien van Moorsel, die drie keer goud had gewonnen op de Spelen van Sydney. Geen discussie mogelijk met drie keer goud? Toch wel. Inge de Bruijn, de zwemster, had ook drie keer goud gewonnen en zwemmen was en is een veel mondialere sport dan vrouwenwielrennen. Toch kreeg Van Moorsel de prijs. In Nederland zijn het de atleten die kiezen en die vonden Van Moorsel bijna zonder uitzondering sympathieker dan De Bruijn. Ik heb hen allebei gekend en voor die keuze viel wat te zeggen.

Ik heb Derwael één keer ontmoet, vier jaar geleden. Aardige meid, heel voorkomend, niks op aan te merken. Idem voor Meesseman, die ik nooit heb ontmoet maar van wie alle medespeelsters vol zijn. Ook dat criterium biedt geen soelaas.

Mijn stem zal het verschil niet maken en daarom ga ik voor Meesseman op één en Derwael op twee. Dat is geen waardeoordeel maar puur subjectief: mijn verste herinnering van sport was toen ik als kind meeging met mijn basketballende moeder. Een stem als een eerbetoon aan mijn mooie jeugd, mag dat?

Emma of Nina? Help