Column Horror in De Morgen van maandag 17 aug 2020

Horror

Gisteren tweette Kristof Ramon, een bekend wielerfotograaf: “Terwijl we de helse Sormano naar beneden reden, toonde ik aan mijn motorpiloot de bocht waar Jan Bakelants en Laurens De Plus in 2017 in het ravijn reden, maar tot mijn afgrijzen zag ik daar een ziekenwagen en fotografen staan, die wezen naar tien meter lager… waar Remco was gecrasht.”

Kristof Ramon vergiste zich. Twee keer. Een eerste keer van bocht. Daar waar de fiets van Evenepoel stond, dat was precies een bocht verder dan die van de vreselijke crash van Bakelants en De Plus. Een detail, maar toch.

Een tweede keer door @jan_bakelants in zijn tweetje te zetten. Die antwoordde, geheel zijn eigen zelve: “Dit keer ook gestopt om er een uitgebreid fotoverslag van te maken en zo de zakken te vullen met andermans miserie? #mercivoordehulp.”

Ik begrijp de fotograaf die nieuwswaarde ziet van het iconische beeld van een fiets die vier meter hoog boven de gevallen renner in een boom hangt. Maar ik begrijp misschien nog iets beter Jan Bakelants, twee ruggenwervels en zeven ribben gebroken bij die val, die kermend van de pijn het geklik hoort van het toestel.

Eurosport-commentator Jeroen Van Belleghem zei bij de herhaling van de crash van Evenepoel “ik wil dit niet meer zien” en richtte zich daarmee tot de regie, die hem uiteraard niet hoorde. Dat is onzin. Hoewel we aanvankelijk niet wisten welke schade de jonge god had opgelopen, hadden die beelden wel degelijk nieuwswaarde.

Eerste bedenking: ik stop met zeuren over hoe gevaarlijk wielrennen wel is, en of je dat je kind wil aandoen, en dat de UCI een klotebond van niets is, en die rennersvakbond een stel nietsnutten, en sommige organisatoren alleen geld zien, en sommige parcoursbouwers psychopaten zijn. Been there, done that. Het is wat het is: koers verslindt zijn kinderen. Velen die roepen en niemand die er iets aan doet.

Tweede bedenking: moeten we rechtstreekse wielerreportages niet laten voorafgaan met een waarschuwing? Zoiets als met de eerste beelden vanuit Mosoel of Aleppo: “Pas op, de kans is groot dat u de meest vreselijke beelden ziet. Niet geschikte voor gevoelige kijkers.” Of: koers programmeren als een volwassenenkanaal voor sportieve horror, samen met de al even bloederige kooigevechten van de UFC.

De ergste horror was trouwens niet de te vermijden val van Evenepoel, maar die niet te vermijden crash van Maximilian Schachmann tegen die zwarte auto die hem zomaar in volle finale kwam inhalen en hem vervolgens de pas afsneed. Passons: Schachmann bolde als zevende over de streep en had alleen maar een sleutelbeen gebroken. Woensdag zit hij alweer op de rollen.

Jakob Fuglsang won, maar het ging gisteren nogal snel uitsluitend over de val van Evenepoel en vooral over het hoe en waarom. José De Cauwer, normaal de man van ja en neen, van de rustige analyse, van het relativeren, liet zich een beetje in een hoek duwen.

Niet zozeer toen hij de val van Remco Evenepoel zijn eigen fout noemde, want dat was het ook. Soms zijn daar min of meer gegronde verklaringen voor – zo zouden twee renners voor hem hebben gepanikeerd – soms is het gewoon wat het is: slecht gestuurd. Zat hij daar achter Nibali, waar hij had moeten zitten, er was niets aan de hand.

De ravijnduik van Evenepoel wijten aan zijn late instroom in het wielrennen, leek dan weer een brug te ver. Helemaal toen De Cauwer verdwaalde in een uitleg over vroegspecialisatie en er ook het begrip motoriek bij sleepte. Je kan van wielrennen veel zeggen, maar nu niet bepaald dat het een technische of locomotorische sport is. De fiets is techniek, oké, maar gemiddeld negentig keer per minuut stampen is dat niet.

Afdalen is dan nog niet eens stampen. Het is (een beetje) een evenwichtsoefening en als het ook nog eens bochtig is, zijn kleine renners in het voordeel. Afdalen is het makkelijkste onderdeel en net als klimmen (puur stampen) heeft het eigenlijk weinig van doen met de kunst van het fietsen. Afdalen is durven.

Remco Evenepoel – klein met een laag zwaartepunt – kan dalen en is een durver. Van hem werd altijd gezegd dat het hem in een peloton niet aan te zien is dat hij pas op zijn zeventiende koersjes is beginnen rijden. En nu zou dat de reden zijn dat hij valt? Er zijn er ook al in een ravijn gedoken die van hun zevende elk weekend koersjes reden. Tenzij zich alsnog een technisch mankement zoals een lekke band manifesteert, was het een knoert van een stuurfout. Kan gebeuren, maar niet te vaak en liefst niet op dat soort plekken, want dit was door het oog van de naald.