Wat is sport?
Vijfendertig jaar geleden – jawel, ik ben een boomer – volgde ik een paar zomers lang cursus aan de Sporthochschule. In ons werkgroepje met heel veel West-Duitse en een handvol Oost-Duitse piepjonge sportjournalisten (wellicht zat er ook een Stasi-mannetje bij) moesten we een antwoord verzinnen op ‘wat is sport?’ en vooral ‘wat is geen sport?’.
We geraakten nooit tot een allesomvattende volzin, wel tot enkele criteria waaraan moest voldaan zijn om van sport te kunnen spreken. Het moest een fysieke activiteit zijn, of nog beter, een inspanning die een gevolg had op hart- en bloedvaten. Bijkomende eis: er moest sprake zijn van algemeen geldende regels. Ten derde: de regelgebonden inspanning moest onder de vorm van een competitie tegen een tijd, volgens een score of om ter eerst.
Het scheren van de haag in een hoog tempo zou een vorm van competitie kunnen zijn als je dat tegen je buur doet, maar het staat vast dat daar geen algemeen geldende regels voor afgesproken zijn. Veruit het belangrijkste criterium is de inspanning, met een verhoogde activiteit op het niveau van hart- en bloedvaten. Hoeveel verhoogd? Dat is van geen belang.
Opgelet, niet alles waar je hart sneller gaat van kloppen en waar je gaat van hijgen, is sport. Als boomer herinner ik mij dat je op je adem kunt trappen van stomende seks, maar ook dat telt niet als sport omdat er bijvoorbeeld geen regels zijn en geen jury is die punten geeft. Behalve dan op Temptation Island, laten we dat als een twijfelgeval beschouwen.
Wat is ook geen sport? Alle sport waarbij bètablokkers helpen, dat zijn middelen die de hartslag vertragen. Dus: alle hersen- zogeheten-sport. De hengel-zogeheten-sport, de bridge- en schaak-zogeheten-sport. Allemaal verdomd moeilijk, maar geen sport.
En neen, wat men u ook wil wijsmaken: darts is geen sport, want ook daar helpen bètablokkers. Gisteren zag ik een obese Belg verliezen van een Engelsman op het WK darts. Een andere obese Belg, ene Dimitri Van den Bergh, gooide zich met een 4-0 wel naar de achtste finale. Ter plaatse verzin ik nu een bijkomend criterium om bepaalde skills en handigheden uit te sluiten als sport. Als de vermeende atleten, zeg liever beoefenaars, eruitzien alsof ze met hun onderliggende problemen snel in aanmerking komen voor het vaccin, wees dan zeker: het is geen sport.
Als bewijs dat darts wel sport zou zijn, worden soms rare argumenten gehanteerd. Bijvoorbeeld: doe het zelf maar eens. Onzin natuurlijk, er zijn wel meer dingen waarvoor je erg handig of slim moet zijn, die ik ook niet kan. Niet alles wat moeilijk is, is sport. Mijn dochter haar biochemiecursus vond ik onoverkomelijk moeilijk, maar dat zijn studies, geen sport.
Nog zo’n non-argument: schieten, dressuur en curling zijn ook sporten en zelfs met een olympisch statuut. Dat klopt en de repliek is simpel: het is niet omdat die handigheden ooit verkeerdelijk tot sport zijn opgewaardeerd dat we nogmaals die fout moeten maken.
Sommige bezigheden die aan alle criteria beantwoorden en in normale omstandigheden beoefend onbetwistbaar het predikaat sport verdienen, neigen zo tot het extreme dat je kunt betwijfelen of er nog wel sprake is van sport. De cross van gisteren in Dendermonde bijvoorbeeld. Wat was me dat voor een ongein, onzin en nonsens op een hoop?
Wie heeft dit in godsnaam verzonnen? Jurgen Mettepenningen natuurlijk. Die man heeft naast een ploeg ook enkele crossen in beheer en daarom bleef de kritiek veelal binnensmonds. Ik heb alvast van één staflid van een toptienrenner een whatsappje met ‘schande’ gekregen. En Mathieu van der Poel noemde het achteraf wereldbeker-onwaardig. Van de Sporza-commentatoren Michel Wuyts en Paul Herygers had ik meer moed verwacht. Het parcours in Dendermonde verdiende minimaal publiekelijk te worden gedesavoueerd.
Niet dus. Dat krijg je met die hele inteelt van rechtenhouders, organisatoren, commentatoren die zelf organiseren en renners en de rimram eromheen: als puntje bij paaltje komt, klitten ze in dat crosswereldje aan elkaar. Niet te geloven dat de UCI dit parcours heeft goedgekeurd. Als men zich nog afvraagt waarom mountainbiken populairder en meer wereldsport is dan dit regionale gedoe van modderploeteren/strontlopen, dat men dan het uurtje Dendermonde 2020 nog eens afspeelt. Dit had niks met de sport veldrijden te maken, zoals die is doorontwikkeld en zoals de internationale wielrennerij die graag vanuit de Vlaamse blubber wil halen. Dit was terug naar af.
Met Wout van Aert heeft de beste gewonnen. Dat is hem gegund, want uiteindelijk is dit een verhaal geworden van wattages, met dank aan de regen.
Copyright ©2020 Belga. Alle rechten voorbehouden