Column Remcoooh (deel 4) in De Morgen van maandag 12 sepember 2022

Remcooooh (deel 4)

De Vuelta is de kleinste van de grote rondes. De Vuelta van 2022 was bovendien niet al te sterk bezet. Onderweg vielen nog eens een paar goede renners weg. Hijzelf bleef gespaard van groot ongeluk en van corona. Helemaal juist, maar dat maakt de rekening van Remco Evenepoel niet. Ook niet van zijn voorbeeldige ploegmaats.

Op je tweeëntwintigste een grote ronde over de streep halen, weze het een kleine grote ronde, is een hele knappe prestatie, en die is meer waard dan een bak bier in het gemeentehuis van Schepdaal. Die bak bier komt uit een interview met Johan De Muynck, 74 inmiddels, maar scherper van tong dan toen hij professioneel met de fiets reed.

De Muynck heeft recht van spreken: hij was de laatste Belgische groterondewinnaar. In 1978 won hij de Giro, in Italië, vóór de Italianen Baronchelli, Moser, Panizza en Saronni. Van die vier zouden Beppe Saronni (1979 en 1983) en Francesco Moser (1984) een Giro winnen. De Muynck zelf had al in 1976 kunnen winnen, maar verloor door een val die Giro met negentien seconden.

De Muynck gebruikte dat beeld van die bak bier op het gemeentehuis om aan te geven dat een viering op zijn plaats is, maar dat men Evenepoel na zijn winst in de Ronde van Spanje ook niet als een nieuwe wielerkoning op een piëdestal moet zetten. Dezelfde teneur las je een dag later in de Mediahuis-kranten die de laatste Belgische winnaars van de drie grote rondes samenbrachten.

Lucien Van Impe won de Tour in 1976, Freddy Maertens won een jaar later in Spanje en Johan De Muynck nog een jaar later in Italië. De sprinter Maertens won 13 van de 21 etappes en hield Miguel María Lasa en Klaus-Peter Thaler achter zich, niet bepaald wereldrenners. Van Impe klopte dan weer de latere Tour-winnaar Joop Zoetemelk en de eeuwige tweede Raymond Poulidor.

Van Impe had de beste quote: “Evenepoel is een groot renner. Afwachten of hij een hele grote wordt.” Dat weten we niet. Wat we wel weten: Evenepoel heeft dit jaar opnieuw een stap gezet in zijn ontwikkeling. Luik-Bastenaken-Luik winnen, tegen een piekend deelnemersveld, is overigens een minstens even opvallende mijlpaal als deze Vuelta tegen een half uitgewoonde tegenstand.

Dat hij de Vuelta over de streep trok, oké, maar ook de manier waarop maakte indruk. Te vroeg in het rood om comfortabel te zijn, maar nooit stress. Aangevallen en tijd gepakt. Tijdrit gewonnen met overmacht. Aangevallen geworden, beetje tijd ingeleverd, maar nooit gepanikeerd. Zich al die tijd zich keurig gedragen, geen kuren verkocht, beschikbaar voor de media.

Toen de concurrentie hem uit zijn lood probeerde te slaan won hij gewoon zelf nog een mooie rit. De laatste lastige etappe heerste hij en keek zijn laatste concurrent bij diens laatste poginkje om weg te rijden recht in de ogen. Enric Mas werd op slag menos.

Of Evenepoel een hele grote wordt, weet niemand. Ook als dit het is, en er komt niks meer, is het al erg mooi. De schavuit uit Schepdaal – jeetje, ze zijn gelukkig met die Urbanus-strips net op tijd opgehouden – is een fenomeen. Op die leeftijd, met zo weinig koersjaren zo’n palmares bij elkaar rijden, het is ongezien.

Egan Bernal was 22 jaar en 196 dagen oud toen hij de Tour won in 2019. Tadej Pogacar was net geen 22 toen hij in 2020 Primoz Roglic in de laatste klimtijdrit naar La Planche des Belles Filles uit het geel reed. Negen renners waren in hun 22ste levensjaar toen ze de Giro wonnen. Acht waren geen 23 toen ze de Tour wonnen, van wie 4 tussen de twee wereldoorlogen.

Geen enkele had het lijstje overwinningen van Evenepoel op die leeftijd, op Pogacar na misschien. Wel nog deze randbemerking meegegeven. Het is met de Vuelta winnen een beetje zoals met de beurs: in het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst. Slechts vier Vuelta-winnaars van de laatste dertig jaar wonnen ook een andere grote ronde. Pogacar en Bernal begonnen hun groterondepalmares met de echte Tour.

Dat het uniek is, een Belg die in 44 jaar voor het eerst weer een grote ronde wint? Het is uniek omdat het ridicuul is. Dit wielerwalhalla waande zich een grote wielernatie met vooral winst in eendagswedstrijden, de meeste dicht bij de deur en op kasseien, maar een beetje normaal sportland had zich moeten hullen in schaamte.

Een beetje normaal sportland zou ook deze overwinning van Evenepoel naar waarde schatten. Dat betekent níét minimaliseren, maar evengoed níét overdrijven. Wij zijn geen normaal sportland en daarom moeten we nu met zijn allen mee in de rooie polonaise. Dat Eddy Evenepoel voorlopig niet in België landt en meteen doorreist naar dat gedevalueerde WK, noemt het gerust een godsgeschenk.