Column Kilowattuurslurpers in De Morgen van zaterdag 10 september 2022

Kilowattuurslurpers

Ooit was L’Équipe een supergoede sportkrant, de beste van de wereld. Toen ze met een dalend lezerspubliek te maken kregen, hebben ze het geweer van schouder veranderd, zeg maar de tering naar de nering gezet. Dat ging erg simpel: geen tering meer, alleen nog hoera-nieuws, de Sporza-formule als het ware.

Het gevolg is dat L’Équipe nog steeds de meest complete sportkrant van de wereld is, maar bij tijd en wijle meesurft op een (tricolore) hype en onveranderlijk zwaar chauvinistisch wordt als een Frans staatsburger in de buurt komt van medailles. In geval van podia zijn het kot en de gazet te klein.

Zo is L’Équipe met de tijd het fanzine geworden van PSG, Paris Saint-Germain, de voetbalclub van MNM, Messi-Neymar-Mbappé. Elke bericht groot of klein over PSG wordt met het nodige tromgeroffel geschreven en voorzien van ronkende titels. Groot was dus de verbazing toen woensdag ineens twee volle pagina’s werden gewijd aan wat inmiddels in de Franse media een eigen leven is gaan leiden als char à voile gate of het zeilwagenschandaal.

We praten u even bij. Vorig weekend vloog PSG met de privéjet van de club naar Nantes, een kleine vierhonderd kilometer van Parijs. Een directeur van de TGV-Intercités had middels een tweet gesuggereerd dat het ook per trein zou kunnen, veel minder verspilling van energie, veel minder vervuilend en amper twee uur kwijt. Een privéwagon en zo, dat was allemaal mogelijk. Twee ook.

Op de persconferentie voorafgaand aan de wedstrijd tegen Juventus deze week kreeg PSG-trainer Christophe Galtier daarover een vraag. Hij dacht even na en sprak toen de inmiddels legendarische woorden: “We hebben bekeken met onze transportmaatschappij of we voortaan kunnen reizen per zeilwagen.”

Kylian Mbappé, die naast hem zat, bescheurde het. De sociale media niet. De politiek ook niet. De repliek van Galtier was even gevat als dom en wereldvreemd, vintage voetbal. Media die zich doorgaans beperken tot een kort verslag en de uitslag ontfermden zich nu over de zaak: als elke burger in dit land moet besparen op energie, waarom het voetbal niet?

Dat is een terechte vraag. Het is niet duidelijk of de burger, laat staan de voetbalfan die niet verder kijkt dan de uitslag van zijn favoriete club, wel beseft welke uitzonderingspositie deze sport zich toe-eigent. Neem nu de voorbije droge periode. Oké, er was geen sproeiverbod voor tuinen, maar boeren moesten zich wel aan allerlei regels onderwerpen. Voetbalclubs niet. Er zijn voorbeelden van clubs die in de ook al zo droge jaren 2019 en 2020, toen er wel een sproeiverbod gold, vrolijk leidingwater sproeiden op hun velden. Onder het motto: de velden moeten worden gesproeid, dat verhindert blessures en de bal gaat sneller rond. Is water duur? Wij hebben geld genoeg.

Deze zomer, toen er een oppompverbod was uitgevaardigd voor niet-bevaarbare waterlopen, is minstens één club betrapt bij het oppompen van water uit een beek naast haar oefencentrum. Sproeien is een obsessie, bij voorkeur voor elke wedstrijd/training, maar een beetje club heeft daarvoor een circulaire regenwaterinstallatie. Als die te klein en dus snel leeg is, gaat de stadskraan open.

Nu is het beginnen te regenen en is die zorg weer van de baan, maar straks wordt het ook weer donkerder en wordt de obsessie om het groene gras nog acuter. Werkt de drainage wel, groeit het gras nog? Gras hoort niet te groeien in de winter, althans niet waar wij wonen, maar wel in een voetbalstadion. Dus staan er hele batterijen lichten op het gras, in de donkerste weken branden die zelfs 24 uur aan een stuk. Dat zijn voor alle duidelijkheid geen ledlichten maar kilowattuurslurpende geel-oranje monsters die de grassprieten moeten wijsmaken dat de zon schijnt.

Omdat lampen alleen vaak geen soelaas bieden wordt ook nog eens de veldverwarming aangezet. Die was origineel bedoeld om eventuele sneeuw en ijs te laten smelten, maar in nogal wat (rijke) clubs staat die in de wintermaanden volle bak te draaien, dag en nacht. Weerom: de grassprieten moeten denken dat het lente is.

Kunstgras zou alvast veel van voorgaande systeemfouten oplossen, maar daar wil het archaïsche voetbal niet aan. Als het op echt gras moet, dan is er maar één oplossing om deze energieverslindende waanzin te stoppen: van voetbal een zomersport maken. Als ze straks kunnen voetballen in Qatar bij vijftig graden moet dat bij ons ook bij die occasionele dertig lukken. Dat is alvast een pak gezelliger. Ook minder energieverslindend, want als het erg koud is gaan in de modernste stadions boven de duurste plaatsen en op de terrassen van de skyboxen de branders aan, kwestie van de vips niet te laten bibberen.