
Velofollies
Gisterenochtend, 10.15 uur. Om op de Doorniksesteenweg te geraken, aan het einde van de R8 of de ring rond Kortrijk, is er geen doorkomen aan. De gewoonterijders ergeren zich aan de drukte en lopen rood en paars aan. De autochtonen, die dachten snel heen en weer naar de supermarkt te kunnen, hebben zich kennelijk laten verrassen door een invasie van niet-gewoonterijders.
Een oudere mijnheer met ruitjespet belet een andere jongere mijnheer met baseballpet het ritsen. Niet netjes. De baseballpet maakt zich boos, komt uit zijn auto en schopt op de Renault Mégane van de ruitjespet. Een stukje plastic vliegt door de lucht. De ruitjespet blijft wijselijk zitten. Tant pis voor dat plastic. Andere chauffeurs worden nu ook boos en gaan toeteren. Baseballpet kruipt terug in zijn auto en scheurt weg.
De vrijetijdschauffeur, buitenlander of toevallige bezoeker (uw dienaar), heeft geduld, kijkt op Waze en ziet een rood lijntje. Nog een kleine kilometer. Bij de ETA (verwachte aankomsttijd) tikken de minuten nu wel snel aan. Tiens, op de Doorniksesteenweg kan nog worden geparkeerd. De ingang in Hal 4 is helemaal aan de andere kant, maar wie het daar in die omgeving een beetje kent, kiest nu eieren voor zijn geld. Dat zal straks ook schelen in het wegrijden.
Door twee geschrapte corona-edities is het drie jaar geleden dat elke vierkante meter van Kortrijk Xpo volstond met fietsen en toebehoren. Drie jaar hunkeren naar koersfietsen, elektrische fietsen, gravelfietsen, mountainbikes, bakfietsen, kleine en grote fietsen, speciale fietsen, fietsreizen, fietskledij, fietsvoeding, fietsaccessoires, dat doet wat met een mens. Excuus, duizenden mensen.
Velofollies is terug. Om halfelf is het al koppenlopen, althans in de eerste hallen. Bezoekers van fietsbeurzen komen niet met een lijstje, kijken ook nauwelijks in de gids of op de plannetjes. Bezoekers van fietsbeurzen lopen niet meteen naar Hal 6, waar het vast minder druk is. Als postbodes volgen ze nauwgezet het stratenplan. Angst om dat ene standje niet te hebben gezien.
Ook wie geen fietsslot moet, blijft kijken naar de nieuwste types op de stand van ABUS. Wie nooit een drinkbus op de fiets heeft, wacht geduldig bij 6D tot hij (heel weinig zij’s, misschien dat het betert dit weekend) een nougaatje kan scoren en dat met een half bekertje blueberry isotoon kan doorspoelen. Niet alle grote fietsmerken hebben zich de moeite getroost naar Kortrijk te komen en dat is ronduit dom – als straf worden ze hierna genoemd – van Specialized, Cannondale en Ridley.
Het zijn niet alleen Vlamingen op Velofollies. Welaan niet. Een kwart van de standhouders is Nederlander en in de wandelgangen hoor je Frans, een streepje Engels tot zelfs Duits.
Velofollies ís een feest. Althans het eerste uur. En het tweede uur kan er ook nog wel door. Het derde uur is er te veel aan, maar dat ligt niet aan de beurs, wel geheel en alleen aan mijn licht autistische zelve die een hekel heeft aan massa’s.
Het is het feest van de fiets en zie hoe de witte man van middelbare leeftijd en ouder geniet. Haast geen vrouwen en helemaal geen andersgekleurde mens gezien. Als ik dat laatste opmerk in een gesprek met een (Nederlandse) verkoper op een stand van een bekend fietsmerk dat wel is gekomen, antwoordt die: “Neen, die gaan meestal rechtstreeks naar de winkel.”
Waarop ik, domkop, hem vragend aankijk. “Tuurlijk. Om hem ’s nachts leeg te roven. Haha.” Het kan zijn dat mijn mondhoeken wat vertrokken. Dat was geen lachje.
Velofollies is de emanatie van de Vlaamse fietsgekte, op zich al een mysterie. In het standaardwerk Two Wheels Good: The History and Mystery of the Bicycle komt Flanders welgeteld drie keer voor. Vélocipède zouden wij hebben afgekort tot flossepeerd. Of zou fiets dan toch afstammen van het Duitse vice-pferd of reservepaard? Volgens het Nederlandse blad Genealogie is fiets waarschijnlijk naar de Wageningse smidsfamilie Viets genoemd. Verder hebben wij geen rol van betekenis gespeeld.
Die Vlaamse wielergekte slaat nergens op. Soms wordt ze verklaard door de Vlaamse wielersuccessen, maar ook dat klopt niet. Vlaanderen is fietsgek geworden na de jaren van algehele hegemonie en in een periode dat geen enkele Belg een platte prijs kon rijden in een grote ronde of een andere dan een kasseiklassieker.
Uitgerekend Vlaanderen, die zo slecht is bedeeld met fietspaden en fietsveilige wegen, waar automobilisten en boeren/loonwerkers de fietser doorgaans liever in de gracht dan op hun betonbaantje zien, is de meest fietsgekke regio van de wereld. Te gek.