Belgische fenomenen
Het is al vaker voorwerp van studie geweest waarom een land lange periodes uitblinkt in bepaalde sporten. De ene keer wordt aan ‘nature’ gedacht, zoals bij de Oost-Afrikaanse langeafstandslopers of de West-Afrikaanse (en hun afstammelingen) sprinters. De andere keer is er een duidelijke link met de geografische ligging van een land. Denk in dat verband aan de alpijnse sporten in de Alpen-landen en wintersporten in noordelijke landen. Toch volstaan fysieke voorbestemdheid en geografie niet zonder voedingsbodem voor dat talent en zonder een prestatiecultuur (‘nurture’).
En zo blijft het verbazen hoe dit land steeds weer wielertalent produceert. België heeft geen geografisch voordeel, waardoor wij massaal zijn gaan wielrennen. In het noorden is het plat en in het zuiden liggen bobbels, geen bergen. En overal in het land (zuid, noord en centrum) rijden auto’s fietsers in de prak omdat onze wegeninfrastructuur totaal ongeschikt is.
De Belgische wielrenner (m/v/x) heeft ook geen fysiek voordeel. Wij zijn niet extra lang en niet superklein, ook niet extra zwaar gebouwd en zeker niet overdreven licht. Wij zijn het gemiddelde van Europa en wielrennen is toevallig onze passie.
Afgelopen weekend werd de landelijke fietsobsessie nog twee dimensies rijker. Lotte Kopecky won als eerste Belgische vrouw de Omloop Het Nieuwsblad, een wedstrijd van het hoogste niveau (WorldTour). Bijna iedereen hield al van Lotte, na zaterdag doet iedereen dat. Haar knuffelgehalte ligt niet alleen oneindig veel hoger dan dat van haar voorgangster Jolien D’hoore, ze is de voorbije twee jaar uitgegroeid tot de beste Belgische wielrenster aller tijden.
De impact van D’hoore op het wielrennen moet daarmee niet worden geminimaliseerd. Zij was het stichtend voorbeeld en effende het lichtend pad voor een generatie jonge vrouwen die de weg naar de koersfiets vonden. Bovendien heeft ze nog een streepje voor op Kopecky, want in het bezit van een olympische medaille sinds 2016.
Kopecky heeft dan weer hele grote wedstrijden als de Strade Bianchi, Ronde van Vlaanderen en nu ook de Omloop gewonnen, grossiert in medailles op de baan en miste op een haar na de regenboogtrui op de weg. Ze kon eerst sprinten, vervolgens leerde ze klimmen en nu heeft ze ook geleerd alleen binnen te komen.
Ze vertrok met veel bravoure op de Muur en hield stand tegen de rest van de wereldtop (die niet in haar ploeg zit). Dat alles na een turbulente herfst met een trainerswissel en een relatiebreuk (met haar trainer), waarin ze afgelopen winter ook nog eens 3,5 kilo afviel. Dat was heftig, te heftig voor de meesten. Geen betere therapie dan winnen.
Een uurtje of wat vóór Kopecky in Ninove op de Elisabethlaan over de streep bolde, werd Arnaud De Lie er tweede in een machtige sprint bergop. Kopecky is een topper, maar wel al 27. De Lie, nog maar 20, is nu al een topper.
Eergisteren kwam hij in een haakse bocht aan de zijkant van het peloton ten val door een schuiver, bezeerde zijn knie en reed dan in zijn eentje een gat van meer dan een halve minuut dicht op het peloton, dat er net de pees op had gelegd. “Met dank aan mijn ploegmaats”, zei hij achteraf. Het zou kunnen dat ze hem het laatste stukje hebben geholpen, maar de meeste seconden reed hij gewoon zelf dicht, met dank aan ‘zijn poten’.
Nooit zo’n atypische wielrenner gezien als De Lie. Hij heeft de bouw van een rugbyspeler. 1,82 meter op papier, maar dat zou je de bonk in hem niet aangeven. Die 77 kilo dan weer wel. In om het even welke ploeg zouden ze er dan snel tien willen afkrijgen, maar misschien is dat gewicht juist zijn kracht.
Er bestaan foto’s van hoe hij de Muur van Geraardsbergen (de Kapelmuur, jawel) naar boven reed op de grote plateau. Wie goed keek, kon zien dat hij achteraan nog een kroontje over had. Slim is dat niet, zo’n schuine kettinglijn, en voor hetzelfde geld loopt het mis met die trage omwentelingen en dat gedokker op die vreselijke kasseien. Anderzijds zegt het alles over de ruwe diamant Arnaud De Lie, bijgenaamd de Stier van Lescheret, deelgemeente van Vaux-sur-Sûre.
Hoe ze het daar doen, het is een raadsel, maar net nu de ene Ardennees heeft besloten om te stoppen staat er een andere op. Philippe Gilbert zit tegenwoordig op de motor namens Eurosport, De Lie verbaast week na week het peloton en hij is twintig. België heeft nu twee fenomenen in het peloton. Zo’n wielerrijkdom, dat is geleden van de tijd van Roger en Eddy.