Portret Chris Froome (koers) van 5 juli 2014 in De Morgen

OUT OF AFRICA, IN LYCRA

Hoe heeft Chris Froome vorig jaar ooit de Tour kunnen winnen? Bilharzia, slechte rug, nog wat occasionele zware infecties als tyfus en, onlangs vernomen, inspanningsastma. Zelden in de wielerhistorie heeft een ongezondere mens beter gepresteerd in de zwaarste aller sport- wedstrijden. Of het zou ex-kankerpatiënt Lance Armstrong moeten zijn, natuurlijk.

Met excuses voor het leedvermaak, maar wat heeft die David Walsh toch brute pech. Zich jaren aan een stuk op de borst kloppen
als heksenverbrander van Lance Armstrong, daar een boek over schrijven, en dan nog een boek. Vervolgens de witte ridder van het cyclisme worden, om lucratief te landen als de excuustruus van Team Sky, c.q. de ghost writer van Chris Froome.

En dan in de maand van verschijnen van The Climb vernemen dat zijn Britse ‘engel van zuiverheid’ omwille van inspanningsastma geregeld aan de zware cortico’s moet. Waar overigens minder mis mee is dan men wil aannemen, maar waarom staat dát nu net niet in het boek?

The Climb is een goed boek, maar het had moeten beginnen als Out of Africa, de film over Karen Blixen. ‘I had a bike in Africa and I rode in the Ngong Hills.’Christopher Froome is geboren en opgegroeid in de suburb Karen (genoemd naar Karen Blixen) als een kleinkind van verarmde gemigreerde Britse koffieboeren – nog een parallel met Blixen. Zijn dagelijks trainingsparcours liep door de Ngong Hills en langs de plek waar Karen Blixen haar lief Denys Finch Hatton begroef, nadat hij met zijn vliegtuigje was gecrasht. Opgroeien deed
 hij bij zijn alleenstaande moeder, die het niet breed had, wat dan weer spoort met het leven van Lance Armstrong.

Zijn leven tot zijn vijftiende is sowieso een spannend jongensboek. Het speelt zich deels af aan de rand van de sloppenwijk Kibera, waar nauwelijks een mzungu (blanke) zich riskeert, maar waar hij als dertienjarige het blanke kind aan huis wordt als hij bevriend raakt met leden van de plaatselijke fietsclub Safari Simbaz, waarvan hij wat later ook lid wordt. Tegenwoordig is Safari Simbaz een door hem ondersteund sociaal project.

Paspoorthopper

Toen Froome voor het eerst zijn neus aan het internationale fietsvenster stak, werd hij al snel ‘de blanke Keniaan’ gelabeld. Te vaak gebruikt, dat epitheton, maar als één atleet op de wereld dat verdient, dan wel hij. “Ik ben een Brit, geboren in Kenia, maar wel een Brit”, benadrukte hij vorig jaar om het Britse publiek voor zich te winnen in de populariteits-contest met Bradley Wiggins.

Hij loog en de Britten wisten ook wel beter. Hem viel nog geen orde of adellijke titel of wat dan ook in de schoot, en zijn accent is ook niet te situeren in een of andere Engelse regio.

Chris Froome is een volbloed Keniaan, in alles, behalve dan het huidpigment. Hij veranderde opportunistisch van paspoort toen hij zag dat hij als wielrenner uit Kenia in een doodlopende straat zat. De Britten, Team Sky-architect Sir Dave Brailsford op kop, waren maar wat blij om hem voor het eerst in zijn leven naar Engeland te halen en hem administratiefte switchen.

En toch. Je kunt de man misschien uit Afrika halen, maar Afrika niet uit de man. Geboren en getogen op hoogte (niet onbelangrijk), geleefd als een Keniaan (met twee pythons als huisdier zowaar), gegeten als een Keniaan (maïsdeeg ugali en de groente sukuma wiki), gefietst als een Keniaan (op een aftandse supermarktfiets en bumperklevend op de autoweg) en gesakkerd op zijn corrupte wielerbond, ook als een Keniaan.

Froome ís een Keniaan, behoren tot de 0,2 procent of 67.000 blanken die in Kenia wonen. Op Wikipedia behoort hij inmiddels tot de vier grootste blanke Kenianen ooit, en dat is niet meer dan terecht.

Knal op de official

Het wielerminnende publiek kent Christopher Froome van de Vuelta van 2011, waarin hij tweede werd na Juan José Cobo en vóór
 zijn eigen kopman Bradley Wiggins, in wiens dienst hij reed en die hij op de steile Angliru te lang moest bijstaan waardoor hij kostbare tijd verloor op Cobo.

Net voor die Vuelta stond Froome nog in de solden, herinnert ook Johan Bruyneel zich. “Ik wilde een andere Brit, maar die had al getekend en toen prees Brailsford mij Froome aan. ‘Het zit er in, zijn (fysiologische) waarden zijn schitterend maar bij ons komt het er niet uit.’ Dat was vóór de Vuelta. Daarna zag iedereen wel zijn potentieel.”

Tot die Vuelta ging Chris Froome over de tong als Crash Froome. Er zit een leuk filmpje op YouTube – ‘3 worst time trials’ – waarbij de belofte Froome rijdend voor Kenia, op het WK in Salzburg in 2006 van de starthelling afrijdt, zijn eerste bocht veel te wijd neemt en knal een official overhoop rijdt.

Het jaar daarna rijdt hij voor een Zuid-Afrikaans continentaal team om al na één jaar een hongercontract te ondertekenen bij het procontinentale Barloworld. In 2010 komt hij dan bij zijn huidige werkgever Sky terecht.

Van Lance Armstrong werd gezegd dat hij een beetje vreemd op zijn fiets zat, maar wat te zeggen van Chris Froome, de fietsende postbode die tegen alle regels van de biomechanica zondigt? “Ik flapper met mijn ellebogen. Mijn Keniase trainingsmaats vroegen mij of ik dacht dat ik zo zou kunnen vliegen. Ik kan het niet helpen en ik weet dat het er niet uitziet.”

Handig

Ondanks die stijl, ondanks die vreemde carrière, is Froome een begenadigd wielrenner en bovendien ook handig. Niet alle wegen naar de top lopen dus via de Vlaamse Ardennen. Juist niet. Voor hem geen drie paar wielen en elk jaar een nieuwe fiets van zijn supportersclub. Zijn mama leefde randje armoede en zijn eerste fiets als puber in Kenia was een stuntfiets uit de supermarkt, waardoor hij meteen ook een aangeleerde cool heeft om zich op twee wielen uit de slag te trekken. Hij plooide meteen zijn vork, en op zoek naar een fietsreparateur leerde hij zijn Keniase vrienden kennen.

Wat Froome ook heeft geleerd in Kenia, is op grote hoogte zware inspanningen leveren. Als jonge fietsfanaat trainde hij al blokken van twintig minuten tegen hoge hartslagen, op 2.000 meter. Hij leerderijden zoals de Keniase jongeren leren lopen: tegen en in de verzuring, en langer dan anderen dat kunnen. Daardoor is hij nu een begenadigd tijdrijder en ook klimmer, sinds zijn gewicht drastisch is gedaald. In zijn biografie staan foto’s van toen hij twintig was:
hij woog toen tien kilo meer.

De Chris Froome van de laatste drie jaar behoort tot de topsporters die vrijwillig zijn toegetreden tot de kleine club van atleten met anorexia atletica. Zoals uit de tweet hiernaast valt af te leiden, vinden het team en de verloofde van Froome (Michelle Cound) dat fantastisch. Het lijkt ook allemaal erger dan het is, want met 1m86 en 69 gerapporteerde kilo’s zit Froome nog op een BMI van 20. Zelfs met 66 kilogram zou hij nog binnen de gezonde BMI’s zitten. Vergis u niet: Froome is erg mager, met vier procent vet. Zijn kilo’s haalt hij vooral uit spieren en die wegen zeer zwaar.

Ziek, zwak, misselijk

Er is op medisch vlak wel van alles mis met Chris Froome en dat maakt zijn verhaal des te opmerkelijker. De laatste drie jaar is
 hij in vier verschillende landen bij acht dokters op consultatie geweest, is in zes klinieken onderzocht, heeft zes verschillende geneesmiddelen moeten nemen tegen vijf serieuze aandoeningen.

Dat waren uitgerekend zijn beste jaren, sinds 2011. In 2012 had hij de Tour al kunnen winnen, ware daar niet Bradley Wiggins, de man tegen wiens Tourdeelname hij dit jaar hoogstpersoonlijk zijn veto stelde. Officer en Commander of the British Empire, Sir Bradley? My ass. Als de blanke Keniaan neen zegt, is het neen.

De meest vervelende van zijn medische aandoeningen was bilharzia, een typisch tropische ziekte veroorzaakt door parasieten die het lichaam binnendringen, iets wat hij wellicht heeft overgehouden van het zwemmen in geïnfecteerd water als kind in Kenia. Jaarlijks sterven 200.000 mensen aan bilharzia, bij ons schistosomiasis. Hij moest verschillende behandelingen ondergaan, de laatste half 2011, net voor zijn stunt in de Vuelta.

In 2011 en 2012 kreeg hij ook nog eens last van netelroos, waardoor hij op gezette tijden aan de antihistamine moet. Tussendoor was er een behandeling voor blastocystis, een darmparasiet, wellicht ook een Keniase erfenis. En alsof dat allemaal niet genoeg was testte hij ook nog eens positief op buiktyfus.

Verdacht, nog maar eens

Ten slotte – maar daar hadden we een lek vanuit de dopingbestrijding voor nodig naar Le Journal du Dimanche – bleek dat hij ook nog een inspanningsastma heeft. Voor die hoogst vervelende aandoening – die nogal wat sporters treft, wat meteen weer alle verdenkingen in gang zet – gebruikt hij een puffer. Dat deed hij ook in volle finale van de tweede rit van de Dauphiné. Bepaald onhandig.

Rond
 die tijd kwam de onthulling dat de UCI hem tijdens de Ronde van Romandië had toegestaan om eenmalig 40 mg Prednisolone te nemen toen zijn luchtwegen waren dichtgeklapt. Uit interviews/kruisverhoren die daarop volgden, bleek dat hij dat in 2013 ook
één keer zou hebben gekregen.

Vreemd genoeg staat dat juist niet in het boek dat hij samen met dopingjager David Walsh heeft geschreven. Hij zegt in het nawoord: “Dank u David Walsh, om in mij te geloven (als cleane renner).”De Ierse journalist houdt voorlopig de lippen stijf op elkaar.

Iedereen verdacht, dat is een gevolg van het verleden en daar ontsnapt ook Froome niet aan. Alles wat hij doet, wordt met argusogen bekeken. Zijn demarrages gezeten in het zadel: “Daar heb ik op getraind in de windtunnel en dat blijkt minder luchtweerstand te geven.” Zijn kleine versnelling, net als of zelfs nog kleiner dan Armstrong. Zijn trainingen op de Teide, net als Armstrong. Als hij daarover tweet dat hij dit jaar geen dopingcontrole heeft gekregen, en ook niet in 2012, krijgt hij geen lof, maar de vraag: ‘Waarom tweette je dat al niet in 2012?’ Zijn fanatisme, meer Armstrong dan men denkt, maar dan ingehouden.

En uiteraard zijn vaste medicijnen zoals loratadine (tegen hooikoorts), salbutamol (zit in Ventolin, de inhalator) en fluticasone (tegen inspanningsastma). In een interview met The Sunday Independent gaf Froome vorig week toe dat hij tegen zijn rugpijn bij Sky ooit Tramadol, de verketterde zware pijnstiller, heeft gebruikt. Van al die middelen zou alleen salbutamol wat in de categorie prestatieverbetering kunnen betekenen omdat het als (matig) vetverbrandend en (licht) spieropbouwend bekend staat, maar dan niet in de therapeutische doses bij normaal gebruik.

Een voorspelling: dit wordt nog maar eens de Tour van de verdachtmakingen en daar zal Chris Froome niks kunnen aan veranderen, ook niet omdat hij toevallig op de back cover van zijn boek heeft staan: ‘Deze gele trui zal de tand des tijds doorstaan’.

DM-VER-Froome portret

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s