Ofwel is Démare zijn voornaam Femke, of hij heeft aan de klink gehangen

Hoewel, zoals gebruikelijk in de moderne koers vallen ze om de zoveel kilometer. De meesten staan op, een paar blijven zitten. De heel aardige Julien Vermote bijvoorbeeld kon niet meer verder, was mijn indruk. Misschien is hij toch verder gereden, maar toen was ik al even iets anders halen. Neen, lees ik ineens op de mail, hij is geopereerd. Beterschap gewenst.
De Cipressa heb ik gezien en ook de beklimmingen van een tweetal capi. Vervolgens ben ik gaan zitten voor de Poggio met nog acht kilometer te gaan. Nog drie kilometer had ook gekund want toen begon het pas. Dachten we. Dachten ook Michel Wuyts en José Decauwer. Zij zagen niet dat Michal Kwiatkowski was ingelopen. Geen verwijt. Mijn scherm is vier keer groter en ik had het ook niet gezien.
Vervolgens viel er nog eentje van Etixx-QS met nog honderd meter te gaan – ik dacht Zdenek Stybar, maar het was Fernando Gaviria – en toen was de witte streep al heel dichtbij. Een rode renner leek te gaan winnen, waarna een witte renner van nergens uit na 296 kilometer tien meter op kop kwam. Het waren de laatste tien meter en de witte won: Démare, zowaar.
Oké, gaf de ploegleider toe, hij had natuurlijk een bidon aangenomen. Zoals u al heeft gemerkt duurt het soms een halve minuut voor ze zo’n bidon goed en wel vast hebben. Die uitleg van de ploeg volstond niet: de bellen gingen af en Twitter ontplofte.
Op de app Strava stond heel even de file van Démare en tien minuten later was die alweer gedeletet. Gisteren stond zijn Strava-segment van de Cipressa weer online en daaruit bleek dat hij op Van Avermaet en de leiders ongeveer veertig seconden had goedgemaakt tijdens de klim. Dat kan, op voorwaarde dat ze vooraan niet al te snel doorrijden. 5,6 kilometer tegen gemiddeld vier procent in tien minuten overbruggen, is in elk geval behoorlijk goed gereden voor een weliswaar sterke sprinter, maar toch een sprinter. Meer zelfs, dat is fenomenaal goed gereden.