Column LOTTO in De Morgen van 29 okt 2016

Lotto

De Lotto-wielerploeg ligt onder vuur en dat is niet voor het eerst. Oorspronkelijk kwam alle kritiek uit dezelfde hoek. Patrick Lefevere van Etixx-QuickStep fulmineert al bijna twee decennia tegen de ongeoorloofde staatssteun in een hoogst concurrentiële markt en sinds deze week is er ook kritiek uit politieke hoek.

Vraag één: moet een overheid een wielerploeg op de been houden? Een andere vraag: moet de overheid een CEO van een wielerploeg aanstellen met het salaris van een eerste minister? Op die laatste vraag: neen. Alle begrip dat de wieler-CEO het gemiddeld rennerssalaris in zijn ploeg verdient, zoals een voetbalmanager in een voetbalclub, maar als dat hoger ligt dan het salaris van de eerste minister moet de overheid daar geen steun meer aan verlenen en vooral niet zelf op zoek gaan naar die CEO.

Hoe zit dat met die steun aan het wielrennen vanuit de publieke sector? In het WorldTour-peloton zijn de helft van de ploegen niet levensvatbaar zonder overheden of zonder mecenas. In dat peloton zijn twee nationale gokinstanties actief als hoofdsponsor: onze Nationale Loterij met het product Lotto bij Lotto-Soudal en La Française des Jeux bij de gelijknamige ploeg. De omzet van de Nationale Loterij bedraagt 1,173 miljard euro en daarvan gaat 5,5 miljoen – in realiteit een stuk meer, maar leest u verder – naar een ploeg die een budget van 15 miljoen euro heeft. La Française des Jeux heeft een omzet van 13,7 miljard euro en draagt ongeveer 7 miljoen euro bij voor een ploeg die 10 miljoen euro budget heeft. Van een scheefgetrokken verhouding gesproken.

Goededoelenpot

Een foute voorstelling van zaken is de oorsprong van het wielergeld van onze Nationale Loterij. Dat komt niet uit de pot subsidies of goede doelen, maar uit de pot marketing en daar duikt al meteen een tweede en derde probleem op. Marketing is de baronie van Marc Frederix (55) en die heeft na het aantreden van Jannie Haek als gedelegeerd bestuurder van de Nationale Loterij in 2013 een medestander gevonden. Ze zijn overigens allebei van sp.a-signatuur, misschien heeft dat geholpen.

Voor Haek was die aanstelling een doekje voor het bloeden nadat hij in de NMBS-structuren niet langer gewenst was. Maar bij de passage van het Tour-peloton door België, een zomer later, was het hem al aan te zien dat hij met volle teugen genoot van zijn nieuw speelveld. De wielerploeg werd het speeltje van Frederix én van Haek.

Het besteden van gokgeld aan sportsponsoring om zo de bevolking nog meer tot gokken aan te zetten, is natuurlijk fundamenteel fout, maar die foute business leverde de staat vorig jaar wel 115 miljoen euro op en tegelijk ging ook 205 miljoen euro naar goede doelen, waaronder topsport. Die goededoelenpot wordt netjes over de twee gemeenschappen verdeeld via het bekende Belgische wafelijzer. Snapt u nu de frustratie van de Franstalige minister? Die 5,5 miljoen euro (en meer) die naar het wielrennen gaat – naar een Vlaamse sport en een Vlaamse ploeg – ontsnappen aan haar voogdij en zelfs aan de controle van de raad van bestuur.

Dat CEO-schap lijkt op het lijf van Marc Frederix geschreven, als die voor zijn laatste actieve jaren zijn passie als wielertoerist nog eens van dichtbij wil beleven. Hij droomt al langer van een bepalende rol in dat landschap. In 2013 was hij een van de aanstokers van een demarche naar de politiek om een Belgisch Sky op poten te zetten, met het profteam aan de top van een hele piramide, te beginnen bij talententeams in beide landsdelen.

Hij stuurde daarvoor Jochim Aerts van Ridley in de wei als verkenner en bleef zelf op het achterplan. De bezoeken aan Kris Peeters en Didier Reynders – die laatste om de NMBS mee te krijgen – verliepen voorspoedig (en ik kan het weten, want ik was erbij). Behalve de powerpoint die ik vast nog ergens heb liggen, kwam er niks van in huis. Men was uit het oog verloren dat Sky een commercieel bedrijf was. De overheid in Engeland springt pas in de bres als het om olympische prestaties gaat in een armlastig speelveld dat zelf niet genoeg privémiddelen kan genereren.

Tegen het Belgisch belang

Daar moet het wielrennen niet mee afkomen en de Lotto-ploeg is helemaal een onlogische constructie. Het is een commerciële entiteit in een privéomgeving, beheerd en bestuurd door een nv van publiek recht, met een voogdijminister en de hele santenboetiek van bestuurders die toekijken of het koosjer gebeurt. Maar wat is koosjer als je weet dat de Nationale Loterij elk jaar het financiële gat van die ploeg dichtrijdt en dat het gat in 2015 door de vele overwinningen en premies 800.000 euro bedroeg, naast alle andere extra kosten om die sponsoring te valoriseren, en het U23- en vrouwenteam te laten functioneren? Wat is koosjer aan een Duitse kopman, die niks toevoegt aan het Belgisch sportbestel? Wat is koosjer als diezelfde overheidsploeg ook gewoon tegen het Belgisch belang ingaat?

Neem nu Jasper De Buyst, ooit opgeleid met overheidsgeld in de Topsportschool en de Topsport Vlaanderen-ploeg om op de wielerbaan te scoren. Hij lag op koers richting wereldtop in de omnium, tot zijn kop door Lotto-Soudal zot werd gemaakt (in zijn geval was dat een koud kunstje). Alleen bij hen zou hij die fantastische wegrenner kunnen worden die iedereen in hem zag, niet het minst hijzelf. Waarop ze hem – ook met overheidsgeld – weghaalden bij Topsport Vlaanderen met de belofte dat hij alsnog naar Rio zou mogen. De fantastische wegrenner werd in geen tijd kermiskoereur, reed in Rio een ronde of twee als een gek aan de leiding in de puntenkoers om vervolgens ongenadig naar huis te worden gefietst. Na die desastreuze dag één bleef hij op dag twee wijselijk in het olympisch dorp en werd hem een diarreetje aangepraat door de wielerbond, die óók gesponsord wordt door de Nationale Loterij.

Neen, er is niks mis met een investering van onze nationale gokinstantie in onze nationale passie wielrennen, op voorwaarde dat het blijft bij sponsoring en dat sponsoringgeld en marketinggeld elkaar niet beconcurreren. Het is niet aan welke overheid dan ook om een staatsploeg op poten te zetten, te onderhouden en te runnen.