Verhaal over Kathrine Switzer, marathonactiviste in De Morgen van 15 april 2017

De strijd van startnummer 261

Kathrine Switzer liep in 1967 de uitsluitend-voor-mannen-marathon in Boston en ontketende een rel die een mijlpaal werd in de ontvoogding van de sportende vrouw. Maandag loopt Switzer, nu 70, weer mee, met hetzelfde startnummer als destijds.

Het beeld zegt alles. Door het fotomagazine Life is het ooit opgenomen in een selectie van honderd foto’s die de wereld hebben veranderd. Het is 1967, 19 april, de derde maandag van april ofwel Patriots’ Day. Op die dag wordt traditioneel de Boston Marathon gelopen. U ziet deelnemers in rare joggingbroeken, vreemde sweaters en shirts, alles van katoen. Twee met een hoedje zijn zo weggelopen uit M.A.S.H., 1967 is dan ook midden in de Vietnamoorlog.

We zijn vier kilometer ver in de illustere Boston Marathon, die sinds 1897 wordt gelopen, een jaar na de eerste marathon op de eerste moderne Olympische Spelen.

In het midden van de foto draait een joggende jonge vrouw zich om naar een oudere man die haar lastigvalt. Zij is Kathrine Switzer, een studente van 20. Hij is Jock Semple, een van de organisatoren van de race. Zijn aanval is bedoeld om haar borst- en rugnummer af te nemen, want hij was ingeseind dat vrouwen zich hadden ingeschreven en dat was heiligschennis, zou Semple later in een boek toegeven.

De marathon was dan wel officieel geen verboden event voor vrouwen, de Boston Marathon was dat wel: no female competitors allowed. Lange tijd was er zelfs een bijzonder scherpe limiettijd om in te schrijven – om de sukkels van de echte lopers te scheiden – en vrouwen waren in de ogen van de organisatoren fysiologisch onaangepast als het op lang lopen aankwam. De langste vrouwenafstand in een officiële atletiekcompetitie in de VS bedroeg in de jaren 60 anderhalve mijl, net geen 2,5 kilometer. Of zoals een atletiekofficial uit die tijd sprak: “Willen we echt dat vrouwen overal haargroei krijgen en dat hun baarmoeder eruit valt?”

Onzin, vond Kathrine Switzer, die zich op Syracuse, haar universiteit waar ze journalistiek studeerde en voor het atletiekteam uitkwam, had voorbereid op de marathon. Dat was tegen de zin van haar trainer, die ook vond dat het lichaam van de vrouw niet geschikt was om lange afstanden te lopen. “De vrouw is te fragiel voor de marathon.” Ze schreef zich toch in onder de naam K.V. Switzer, stond aan de start, liep die vier kilometer en toen kwam Jock Semple op de proppen. “Get the hell out of my race and give me back those numbers”, schreeuwde hij.

Dat had Switzer min of meer voorzien, dus liep ze de marathon samen met een bodyguard. Tom Miller was ook haar lief en – kon nog van pas komen – een voormalig American-footballspeler die hamerslingeraar was geworden en 110 kilo woog. Switzer, lichter en getraind op uithouding, liep dus op reserve. Miller niet, maar na vier kilometer was hij nog zo lucide om de agressor van zijn vriendin een onwaarschijnlijke beuk te verkopen, waardoor die in het decor belandde. Ooggetuigen gewaagden van een charge die Jock Semple geen goed deed.

Switzer was bang dat Miller de man zwaar had geblesseerd, maar keek niet om. Ze liep ongehinderd de wedstrijd uit in 4u20. Later zou ze haar persoonlijk record gevoelig verbeteren en wereldtop worden. Ze werd in 1977 door Runner’s World uitgeroepen tot Female Runner of the Decade.

Switzer werd zo de eerste vrouw met een officiële inschrijving die in de uitslag van de Boston Marathon hoorde te worden opgenomen, maar niet volgens race director Will Cloney. Die vond het maar niet kunnen. “We hebben regels en een maatschappij zonder regels eindigt in chaos. Was ze mijn dochter, ik gaf haar een pak voor de broek.”

Verstopt in de bosjes

In die woelige jaren 60 werd Switzer op slag een icoon van de ontvoogdingsstrijd van de sportende vrouw, terwijl ze in die race niet de enige en ook niet de eerste vrouw was. Wellicht (er is geen eenduidig onderzoek) hebben zes vrouwen nog voor Kathrine Switzer een marathon uitgelopen. Eén daarvan was Roberta Louise ‘Bobbi’ Gibb, die in 1966, ’67 en ’68 zonder officiële inschrijving telkens in de Boston Marathon startte.

Een jaar voor Switzer deed Gibb wat veel vrouwen deden in wedstrijden waar alleen mannen aan mochten deelnemen. Ze verstopte zich in de bosjes aan de start, gekleed in een wijde sweater en een pet op het hoofd en wachtte tot de helft van het pak was vertrokken om in de race te stappen. Bobbi Gibb zou in 1996 alsnog worden erkend als de winnares van de eerste drie edities van de Boston Marathon waaraan ooit vrouwen deelnamen, weze het dan ‘illegaal’. Overigens is Gibb nooit uit de wedstrijd gehaald, juist omdat ze het niet had gewaagd zich in te schrijven. Bij haar aankomst in 1966 kreeg ze zelfs felicitaties van de gouverneur van de staat Massachusetts, maar voor de organisatoren bestond ze niet.

Niet Gibb, maar Kathrine Switzer heeft tot vandaag de meeste publiciteit gekregen. Dat heeft ze te danken aan Jock Semple en Tom Miller, met wie ze trouwde, maar vooral aan de iconische foto’s van the Boston incident, zoals die rel werd genoemd. Ten slotte spraken ook haar prestaties achteraf tot de verbeelding. Switzer zou in 1974 de New York Marathon winnen in 3u07’29, waarmee ze 57ste overall werd. Haar persoonlijk record vestigde ze in 1975 in Boston, toen ze tweede eindigde in een heel respectabele 2u51’37.

Terwijl Gibb zich tevreden stelde met wedstrijden lopen, bleef Kathrine Switzer ageren tegen de discriminatie. De Amerikaanse atletiekunie had na haar stunt zelfs verordonneerd dat vrouwen nooit samen met mannen mochten lopen. Als ze dat wel deden, zouden ze hun rechten verliezen om in vrouwenwedstrijden aan te treden. Switzer bleef druk zetten op de organisatoren, en in 1972 ging de Boston Marathon overstag en liet hij vrouwen toe.

Op de barricaden

In die jaren 70 zette de vrouwensport reuzenstappen. In de VS had het Congres in 1972 de Equal Opportunity Education Act gestemd met daarin een belangrijk hoofdstuk, ‘Title IX’. Title nine is een begrip: discriminatie op basis van geslacht was voortaan verboden bij elke activiteit die deels werd ondersteund door overheidsfondsen. Heel veel sportactiviteiten vielen onder die bepaling, zoals ook alle sportprogramma’s op de Amerikaanse middelbare scholen en universiteiten. ‘Title IX’ ligt aan de basis van de status van de VS als nummer één van de vrouwensport.

Kathrine Switzer bleef tijdens en na haar loopcarrière op de barricaden staan voor de vrouwensport, en als gediplomeerd journaliste werd ze vaak gevraagd in debatten, praatprogramma’s of als commentator bij belangrijke wedstrijden. Voor haar presentatiewerk kreeg Switzer verschillende Emmy Awards.

Toen in 1984 voor het eerst de marathon voor vrouwen op het programma van de Olympische Spelen stond, niet toevallig in Los Angeles, was Switzer commentator voor de Amerikaanse tv. Ze zag haar landgenote Joan Benoit als eerste vrouw olympisch goud winnen op de marathon, maar was net als alle kijkers twintig minuten later nog meer geëmotioneerd toen de Zwitserse Gabriele Andersen-Schiess zwalkend als 37ste in het stadion arriveerde. Ze haalde ternauwernood de aankomst en Switzer wist meteen wat er zou volgen. “Ik dacht: oké, hier gaan we weer, de marathon zal wel weer niks zijn voor ons vrouwen.”

Maandag, vijftig jaar later, staat ze opnieuw aan de start van de marathon die haar wereldfaam bezorgde. Zelfde startnummer als in 1967. Zelfde naam: K.V. Switzer. Deze keer eregaste. Zonder een echt doel. “Ik ben 70, over Heartbreak Hill geraken en de aankomst halen, is mijn enige doel.”