Column Diskrediet in De Morgen van zat 20 mei 2017

Diskrediet

Ves. Carlien Cavens (30) gaat uit eten met Victor Campenaerts (25). Daten heet dat bij de millennials. Maar niet op zijn Amerikaans, waar daten dan weer betekent dat je minimaal kust en maximaal flikflooit. Nooit seks all the way van de eerste keer want dat is slecht voor je rep. Rep, zoals in reputatie.

Omwille van de professie volg ik de avonturen van Carlien en Victor via de niet-selectieve pers. De selectieve pers bericht daar niet over, maar nu dus wel met dit stukje. Welaan, hier gaat het over: omdat Victor Campenaerts van Team LottoNL-Jumbo de tijdrit reed met opengeritst shirt met op zijn borst in stift geschreven ‘Carlien daten?’ staan de niet-selectieve kranten al dagen vol met hun belevenissen. Die avond van de tijdrit heeft Carlien ja gezegd, maar gewoon om te gaan eten. Want, zo legt ze uit: er is meer nodig opdat ze verliefd wordt.

Kijk eens aan, zoveel assertiviteit behoort te worden geduid en dus volgde donderdag zowaar een portret van Carlien. Ze is amper 30 maar al zo gelouterd door het leven dat ze managers leert deconnecteren van het stressvolle leven. Kijk eens aan, bis.

Het is me een verhaal, maar heeft die brave Campenaerts – een ex-triatleet dus per definitie een licht autistische zonderling – er al één moment aan gedacht welk onheil hij over zichzelf en zijn would-belief heeft afgeroepen? Bijvoorbeeld dat er bij hun eerste date vast een fotograaf in de struiken zal zitten? Dat de boekskes hun vervolgverhaal – hij wil wel, maar wil zij? – zullen overnemen? Of was dat de bedoeling?

Verder wens ik hen alle geluk toe, samen of niet samen, en ik zal het blijven volgen, want het wielrennen kan dat soort nieuws ook gebruiken naast alle dagelijkse treurnis. Van de week las ik nog een ontroerend verhaal opgetekend in Filottrano, de gemeente met de naam als een tranendal waar Michele Scarponi woonde, fietste en verongelukte. Franky de papegaai is al zes dagen niet meer naar huis gekomen. Toen de kinderen van Scarponi voor het eerst terug naar school gingen, zat hij hen nog op te wachten aan de schoolpoort.

Nog meer treurnis van de week in het wielrennen in de Ronde van Californië. Daar smakte de Let Toms Skujins van Team Cannondale in een afdaling zo hard tegen het asfalt dat hij compleet groggy was. Nog voor hij opstond, waren vier motoren bij hem gestopt, waarvan een van de neutrale technische bijstand. Kijkt u het zelf maar na. Surf naar YouTube en tik Tom Skujins in. Begin met de versie vanuit de helikopter en doe daarna die vanaf de grond.

Skujins staat recht, wordt daarbij geholpen door de man van de neutrale moto die zijn fiets opraapt; hij is als een bokser die nog snel vóór de tien tellen recht wil maar weer door zijn knieën gaat. Wat doet de scheidsrechter in een beestige sport als boksen? Hij stuurt de ongelukkige naar zijn hoek, afgelopen met boksen.

Niet in het wielrennen, niet Skujins, en zeker niet die vier motoren. Die lieten Skujins gewoon doen. Terwijl op centimeters het peloton langs hem zoefde, keken ze gefascineerd toe. Zoals de bokser zijn mondstuk zoekt, grabbelde hij naar zijn bril, die hij tussen de lappen opperhuid op het asfalt vond, en weer viel hij, tot hij na drie pogingen toch op eigen benen stond, en alsnog op die fiets sukkelde. Niemand hield hem tegen.

En nu komt het ergste, want dat ziet u niet: Skujins is nog een heel eind verder gereden waarna hij toch moest afstappen. Pech, zijn sleutelbeen was ook gebroken. Wielrennen wordt soms heroïsch genoemd omwille van dat vallen, opstaan en weer doorgaan, maar achterlijke taferelen als deze van Skujins zijn juist het manco van die sport die haar kinderen in sneltempo verslindt.

De motards in de Ronde van Californië, allemaal met een licentie van een of andere wielerbond, zijn niet terechtgewezen. Victor Campenaerts in de Giro wel. Hij heeft een boete van 100 Zwitserse frank gekregen. Omdat hij het wielrennen in diskrediet heeft gebracht, kwam een (Vlaamse) koerscommissaris uitleggen. “Enfin zeg, met stift op zijn blote borst iets schrijven, straks doet iedereen dat.” Misschien wordt het tijd dat ze bij de wielerbonden hun prioriteiten herzien.