Genderhopping
Van de week een nieuw werkwoord gehoord: genderen. Iemand op de radio sprak de zin uit: “Ik ben het beu om steeds weer gegenderd te worden.” Hij wilde graag zij zijn, maar had nog ‘hij’ op de identiteitskaart staan en dat leverde hem/haar problemen op.
Een uur later las ik dat Jezus in Zweden niet langer een man is. Niet langer ‘han’, een man, of ‘hon’, een vrouw, maar ‘hen’. Dat was een gevolg van het gelijkheidsbeginsel, iets in de grondwet in Zweden. Voor wie dacht dat 2017 het jaar van de onnozeliteiten was, beste lezers (v/m/x), we doen in 2018 onversaagd verder.
In België kan iedereen voortaan bepalen of hij/zij een zij of een hij is. Persoonlijk heb ik daar geen last van: ik weet onderhand wel wat ik ben en ik vind het wel makkelijk een hij te zijn. Jawel, een hij, ondanks – zoals ik in een column las – de versnelde vervrouwelijking van de maatschappij en het afnemen van het belang van kracht in ons dagelijks leven en het omgekeerd evenredig toenemen van het belang van intelligentie (alsof dat dan automatisch de vrouw ten goede komt, maar dat is een andere discussie). Woeha. Ik kom gelukkig uit de sport, a man’s world met de kracht als discriminerende factor tot in de eeuwigheid, en een opdeling mannen en vrouwen die al 150 jaar bestaat en er altijd zal zijn. Tenzij… Maar dat leest u aan het eind van dit stukje.
Laatst kwam iemand van Çavaria op een sportwetenschappelijk congres pleiten voor het vrijelijk bepalen van het geslacht bij sportwedstrijden. Met andere woorden: niks onderzoek, niks testing. Wie zich een beetje meer man dan vrouw voelde, ging bij de mannen sporten. Wie zich een beetje meer vrouw dan man voelde, maar toch alles nog in de broek had hangen, kon voortaan bij de vrouwen sporten. Een aanwezige sportwetenschapper maakte brandhout van die wens. Terecht.
In een verhaal in deze krant (DM 3/1) stond dat de voorbije veertien jaar ongeveer duizend Belgen van geslacht zijn veranderd. In twee derde van de gevallen van man naar vrouw. Eén derde ging van vrouw naar man. Die laatste categorie kunnen we meteen vergeten: zij vormen geen bedreiging voor de georganiseerde sport. Vrouwen die bij mannen gaan sporten, blijven vrouwelijke prestaties leveren en die zijn – sorry voor de wetenschap – minder.
Het omgekeerde is een ander verhaal. Duizend geslachtsveranderingen, waarvan 660 van mannen naar vrouwen, in veertien jaar is ook geen gruwelijk getal. Omdat daar vroeger heel strenge medische eisen aan werden gesteld, en voortaan niet langer, kunnen we ervan uitgaan dat dit aantal zal stijgen.
Iedereen doet wat hij/zij wil en in een verkeerd lichaam zitten, zal ongetwijfeld lastig zijn, maar de geslachtsbepaling zonder medische tussenkomst aan de vrijheid van het individu overlaten, is dat niet wat overdreven? Niet dat ineens aan genderhopping zal worden gedaan, maar alvast één geciteerde vond het jammer dat niet zomaar kon worden teruggekeerd naar het oorspronkelijke geslacht als die verandering niet beviel. Een beetje zoals bij Zalando: stuur je nieuwe geslacht gewoon terug, binnen de veertien dagen.
Voor de maatschappij is dit hooguit verwarrend, in de sport zet dit de deur open voor competitievervalsing. De kans dat straks meerdere zelfverklaarde mannelijke transgenders zonder operatie of hormoonbehandeling in de vrouwensport terechtkomen, is reëel. Dat ze met weinig zijn, doet er niet toe, één geval kan een hele wereld op de kop zetten.
In het verlengde daarvan ligt de problematiek van de hyperandrogene vrouwen. Type Caster Semenya, die geen prijs liep toen haar testosteron tot normale vrouwelijke waarden werd teruggedrongen, maar olympisch goud won in Rio toen dat niet meer moest. (Vandaag is een testosteronlimiet nog steeds verboden, maar er is nieuw wetenschappelijk onderzoek en het Sportarbitragetribunaal neemt de zaak in behandeling.)
Testosteron is verantwoordelijk voor het verschil (in kracht) tussen mannen en vrouwen, al is er recent een feministisch- fundamentalistische stroming die dat tegenspreekt en het verschil in kracht wijt aan millennia van onderdrukking. Nogmaals, de onzin is de wereld nog lang niet uit.
De wetenschap zegt dat wie ooit veel testosteron heeft gehad, daar nooit helemaal van af geraakt. Met andere woorden: eens een man geweest, altijd een beetje man, dus altijd een voordeel in de sport, ook al is een en ander omgebouwd en is er achterna een sloot oestrogenen ingepompt.
Alle begrip voor het ongetwijfeld politiek correcte standpunt van de genderneutraliteit en als (sport)man zou ik mij niet aangesproken mogen voelen. De feminist in mij wil de (sport)vrouwen toch waarschuwen voor de gevolgen, want vreemd genoeg zien vooral vrouwen genderneutraliteit als deel van de strijd tegen de blanke man van middelbare leeftijd, die eeuwenlang alles voor hen heeft beslist.
Ze dwalen. Als we straks vrijelijk ons geslacht mogen bepalen, is het afgelopen met de vrouwensport. Dan bestaat alleen nog mensensport en winnen de vrouwen geen platte prijs meer. En transgenders evenmin. Bij nader inzien is een eengemaakte categorie mensensport misschien toch zo geen slecht idee want dan wordt equal play, equal pay gewoon no play, no pay en zijn we van die discussie ook verlost.