België-Panama voorbeschouwing in De Morgen van maandag 18 juni 2018

Het kan en mag niet fout gaan

Het is België tegen Panama, dus ook nog eens thuis tegen die onderdeurtjes, om 17 uur in Sotsji. Nooit is een Belgisch voetbalelftal met meer ambitie naar een mondiaal toernooi vertrokken. Stop leven en werken, ga zitten. Let the beasts go.

Oké, België heeft zich op eerdere World Cups weleens verslikt in zogeheten zwakke tegenstanders die net iets sterker bleken dan verwacht, maar deze namiddag krijgen de Rode Duivels gewoon een extra oefenpartij cadeau van de FIFA.

Roberto Martínez en zijn videomannen zullen ongetwijfeld hebben gestudeerd op het examen Panama, maar dat was niet nodig. België heeft zo veel kwaliteiten, is eerder al zo sterk gebleken tegen een zwakkere tegenstander, dat het deze klus makkelijk moet klaren. De ploeg straalt rust uit, dat zei althans Dries Mertens, en er is geen reden om dat in twijfel te trekken. De bondscoach lijkt ook op zijn gemak en zelfs de media geloven dat het toernooi pas zaterdag echt begint.

Zelfs de latere wereldkampioen hoeft niet sterk te starten. Het mag, maar het is geen noodzaak. Elk team dat het tot de laatste vier wil schoppen – wat de ambitie van de Rode Duivels is – groeit in het toernooi. Meestal zit daar een mindere wedstrijd tussen, soms zelfs verlies, af en toe valt zelfs een sleutelpion uit, maar ook af en toe wordt een andere sterkhouder ontdekt en gaandeweg formeert zich een onverzettelijk blok. Eens dat er staat, heb je geluk nodig om het nog verder te schoppen. Of een superster.

Het is een raadsel hoever België is in dat proces. Daarvoor waren de oefenpartijtjes tegen Portugal, Egypte en Costa Rica geen goede graadmeter. Ook deze extra oefenpartij tegen Panama zal ons niks wijzer maken over de staat van paraatheid van de Rode Duivels tegen stugge en/of meer getalenteerde tegenstanders als Tunesië (zaterdag) en Engeland (donderdag 28 juni). Daarna begint het voor echt en dan zijn we al begin juli.

Of de driemansdefensie zonder Thomas Vermaelen en Vincent Kompany stevig genoeg is, daar hebben we bijvoorbeeld het raden naar. Of de balans op het middenveld goed zit, wie zal het zeggen? Of Romelu Lukaku spitsengeluk, dan wel -ongeluk over zich zal afroepen: nog zo’n open vraag.

Bange Panamezen

Verwacht vanavond alvast een furieus België dat al te lang opgesloten heeft gezeten in hun golfclub in het Moskouse voorgeborchte, afgewisseld met PlayStation, UNO-kaarten, wedstrijden kijken en saaie busritjes naar het trainingscentrum in het allesbehalve inspirerende Dedovsk. Verwacht bij 2-0 dat de boeken dichtgaan.

Dat hopen althans de Panamezen, want die doen het echt in de broek voor hun eerste World Cup-wedstrijd in de geschiedenis van het land. Zaterdag liep de Panamese tv een stukje mee op zoek naar het bijveldje naast het olympisch stadion waar de Belgen hun training hielden. “België is sterk, te sterk, maar wij gaan tot de laatste snik vechten. Of het zal volstaan? Dat hopen we, maar ik ben een beetje bang voor een afgang”, zei de Panamese Filip Joos.

Dat Panama zich plaatste dankzij een onwaarschijnlijk scenario – een doelpunt dat er geen was en ideale uitslagen in de andere wedstrijden – zegt niet alles. Op het WK van 2014 hadden ze er al bij moeten zijn, maar ze gaven toen in blessuretijd een 2-1- voorsprong tegen de VS uit handen, waardoor Mexico alsnog naar de World Cup kon gaan. Het kleine landje – twee keer groter in oppervlakte maar drie keer minder inwoners dan België – was niet te troosten. In oktober vorig jaar viel alles in de juiste plooi en dat het gehate/bewonderde VS niet naar de World Cup gaat, was een extra zoete triomf.

Maar, dé vraag nu: kunnen ze voetballen, die Panamezen. En in het verlengde daarvan: kunnen ze een bedreiging vormen? Vorig jaar nog kregen ze een 4-0 om de oren in en tegen de VS, vooraleer met 2-1 te winnen van een al gekwalificeerd Costa Rica met die gelijkmaker van Gabriel Torres die niet over de lijn was.

“Voetballen kunnen we”, gaf bondscoach Hernan ‘Bolillo’ Gomez al aan. “Maar fysiek zullen we tekortschieten tegen grote ploegen als Engeland en België.” Bolillo betekent matrak en dat moet letterlijk worden genomen: de laatste zes maanden heeft de coach die WK-ervaring heeft met Colombia in 1998 en Ecuador in 2002 – telkens eruit na de eerste ronde – zijn selectie vooral fysiek voorbereid. Sterkhouder Erick Davis die bij DAC 1904 Dunajská Streda in Slovakije zijn boterham verdient, weet wat de valkuilen zijn: “Kleine teams als wij kunnen voor verrassingen zorgen, maar evengoed kunnen we een onwaarschijnlijk pak slaag krijgen. Tegen België moeten we oppassen.”

Panama zal het in een 4-4-2 willen oplossen, nadat een driemansdefensie in maart in en tegen Zwitserland op een hoopje werd gespeeld (4-0-verlies). Als het even moet, is een 5-4-1 ook een optie, om in eerste instantie de nul te houden en als dat niet lukt, niet af te gaan als een gieter. Blas Pérez moet voorin voor de zeldzame tegenprikken zorgen, maar de man is al 37.

Heel goed mogelijk dat de Rode Duivels een monsterscore laten optekenen tegen Los Canaleros. En daar moeten we dan geen grote conclusies uit trekken. Ook mogelijk dat het een magere overwinning wordt en dat de Panamezen zelfs een keertje gevaarlijk dicht bij Courtois zijn geweest. Ook daar best geen conclusies uit trekken.

Een nederlaag of een gelijkspel daarentegen, moet absoluut worden vermeden. Alles kan in voetbal, en op deze – zoals op elke andere – World Cup is er altijd wel een dwerg die bovenmaats presteert, maar niet in groep G, niet Panama. Van Panama Moet Altijd Worden Gewonnen.

 

Voor België-Panama