Dromen? Nog niet… in De Morgen van maandag 25 juni 2018

Mogen we dan nú dromen van goud? Nee, nog niet

Was er een WK voor aanvallen, dan haalden de Rode Duivels de laatste vier. Over een week begint ook het WK verdedigen. Als België nog stappen zet in de defensie, is alles mogelijk.

Naam: Rode Duivels.
Adres: Le Méridien Moscow Country Club.

Functie: kandidaat voor de wereldtitel (zegt men).

Na de doodnormale 3-0 tegen Panama hebben de Belgen zaterdag in het Spartak-stadion met een wervelende 5-2 hun visitekaartje afgegeven voor de verdere worldcup. Of ze daarmee een van de kandidaten op de wereldtitel zijn, willen noch bondscoach, noch spelers gezegd hebben. Binnen- en buitenland zijn alvast verguld met hoe dat landje van honderd jaar saai voetbal ineens maximaal bijdraagt tot de spektakelwaarde van the beautiful game.

In Romelu Lukaku heeft België zelfs een kandidaat-topscorer. België en topscorer, tot voor een paar jaar kwamen die twee begrippen in geen kilometer bij elkaar in de buurt. In een tot nog toe doelpuntenarm toernooi, gekenmerkt door strafschoppen en standaardsituaties, scoorde België als enige land zeven doelpunten uit veldspel. Tegen kneuzen misschien, maar je moet ze er altijd nog instampen.

België is Nederland en de Rode Duivels zijn Oranje geworden. Niet de counterversie met vijf achterin van 2014 of de schoppers van 2010, maar het Nederland dat in het laatste kwart van de vorige eeuw als geen ander land het internationale voetbal beroerde en beïnvloedde met gedurfd spel.

De 3-4-3 van Martínez is niet zo vernieuwend als de 4-3-3 zonder libero van Michels en Cruijff, maar de insteek blijft dezelfde:
wij willen de bal, wij willen aanvallen, wij willen een doelpunt meer maken dan de andere ploeg en dan winnen wij. De neutrale toeschouwers zaterdag in de Otkrytie Arena konden hun pret niet op. Af en toe zetten ze “Rossiya, Rossiya” in, maar dat leek verdacht veel op “Belgiye, Belgiye”.

Geen blinde euforie

Moeten de Rode Duivels en bij uitbreiding alle Belgen hun bescheidenheid afleggen? Wie Tunesië, dat bijna gelijk speelde tegen Engeland, een pak rammel verkoopt, bovendien met van het beste voetbal dat op dit WK al te zien was, kan zich niet langer verbergen. Kunnen we dan nu enthousiast worden over de kansen van een nationaal team op een mooie prijs?

Nog niet, vindt Kevin De Bruyne, die meteen waarschuwde voor euforie. “Tunesië probeerde zelf aan te vallen en daardoor konden wij makkelijker druk zetten. Als we er dan drie tegen drie kunnen uitkomen, zijn wij heel gevaarlijk.” Het pleit voor die spelers dat ze zich niet gek laten maken. Thibaut Courtois vergeleek met Hongarije op het EK, twee jaar geleden: “Die wilden ook voetballen, terwijl iedereen weet dat je tegen ons laag moet spelen.”

De Tunesisch bondscoach Nabil Maâloul was hard voor zichzelf en zijn team: “We zijn belachelijk gemaakt. We stonden wel goed en we kunnen ook voetballen, maar fysiek waren de Belgen superieur.”

Misschien was Tunesië wat naïef. Het speelde zoals de Amerikanen op het WK 2014 en – Courtois heeft gelijk – de Hongaren op het EK 2016: vrank en vrij. Ze werden allemaal opgegeten. Tunesië was verplicht met open vizier te spelen wilde het nog een kans maken om door te stoten. Dat kwam door een gunstige uitgangspositie, die België in de groep over zich had afgeroepen door ruim te winnen van een superverdedigend Panama.

De kans is onbestaande dat toekomstige tegenstanders vanaf de achtste finales, die met knock-out worden gespeeld, nog van die opendeurdagen zullen organiseren. De volgende groepswedstrijd tegen Engeland moet even niet worden meegerekend. Dat wordt een hele rare met veel vervangingen, want beide ploegen zijn al geplaatst en hebben er alle belang bij om geen eerste te worden in de groep (zie ‘Het dilema van Kaliningrad hiernaast). De volgende wedstrijd van belang is op 2 of 3 juli in Rostov of Moskou tegen een ploeg uit groep H. Dan begint de worldcup pas echt voor Belgium en zijn Red Devils.

Martínez op missie

Bondscoach Roberto Martínez glom van trots en wil dat het nog beter gaat in de toekomst. Tot het einde van de wedstrijd bleef hij fanatiek coachen en zich boos maken als iets hem niet zinde. De man is op een missie: bewijzen aan de wereld dat hij de topcoach is van een topland, dat kans maakt om heel ver te geraken in deze worldcup.

“Ik ben vooral tevreden met het spelplezier dat ik bij mijn team zag. Uiteraard hebben we dat te danken aan de Tunesiërs, die investeerden in deze wedstrijd, maar dat is juist het toernooi. Wij stonden op voorsprong en nu staan we nog meer op voorsprong.”

Het blijft voor een Belgische journalist een verrassende vaststelling dat de nationale voetbalelf al na drie speelhelften zeker is van de tweede ronde op de worldcup. Vorig WK bleef het bikkelen tot aan het eind van elke wedstrijd. Mertens scoorde in de tachtigste minuut tegen Algerije voor een 2-1 en Origi net voor affluiten tegen Rusland (1-0). In groep G, de zwakste op papier, is een snelle kwalificatie dan ook geen wereldwonder, maar het geeft wel aan dat deze ploeg wellicht sterker en zelfbewuster is dan de versie van Brazilië.

En dan nu de minpunten. De efficiëntie aan beide zijden van het veld ontbrak in het pretpark Spartak. Er werden onnodig kansen gemist, wat zuur kan opbreken, en te veel kansen weggeven, wat dramatisch kan zijn. Die snelle 2-1 op een vrije trap via de later zo ongelukkige AA Gent-speler Dylan Bronn (ligamentair letsel of knie verdraaid moet verder onderzoek uitwijzen) kon gelden als een wake-upcall. De kansen die de Tunesiërs nog bij elkaar voetbalden na de 2-1 waren niet min.

Dedryck Boyata bleek verdedigend uitstekend, maar laat hem aan de bal tegen een sterkere tegenstander en het wordt sidderen en beven. Straks tegen echte voetballanden móét Kompany, Vermaelen of allebei in de ploeg, al was het maar voor de gemoedsrust van doelman Courtois, die niet verdient dat twee ballen achter hem belanden.

Een sterke tegenstander die goed heeft gekeken, zal nu echt wel weten waar België te pakken is. Wat die goeie tegenstander dan misschien niet weet, is dat België straks kan omschakelen. De dominante ploeg van de groepsfase kan probleemloos een reactieploeg worden. Dát is tactische flexibiliteit en die heb je nodig om prijzen te winnen.

20180625_De-Morgen_Nog niet dromen