Column Traumaverwerking in De Morgen van donderdag 5 juli 2018

TRAUMAVERWERKING

Ik had ook liever een brexit in Russia gezien dan de Engelsen die doorgaan – ik was zelfs van plan een flesje Georgische wijn te offreren aan mijn televisiebroeders in geval van een gunstige afloop. Maar dat die Colombianen het in hun hoofd haalden om te protesteren na die mislukte judogreep op Harry Kane, dat tart werkelijk alle verbeelding.

Mislukte judogreep, jawel. Ik heb het gehad met het gebruik van de term ippon als een voetballer tegen de grond wordt gesleurd. Ik weet dat voetbaljournalisten alleen voetbal van belang vinden en voor de rest geen ruk interesse vertonen in andere sporten, maar hou je dan bij voetbal. In judo moet er sprake zijn van veel of weinig schouder en/of rug die tegen de grond komt, dan pas krijg je punten. Een ippon is vol op de rug met twee schouders op de grond vallen. In het geval van Kane had elke judoscheidsrechter gewoon mate geroepen, wat staat voor “stop, opstaan en weer doorgaan met vechten”.

Ik heb nog geen judo-kokaatje (het allerkleinste judopuntje) gezien, maar wel al ontzettend veel voetbal-strafschoppen, waarvan maar de helft wordt gefloten. Tegenwoordig moet je als verdediger al minimaal met een handcirkelzaag de aanvaller onthoofden – één arm afrukken volstaat niet – wil je worden bestraft.

Ooit was dat anders en dat is nog niet zo heel lang geleden. Neem een hedendaags kopduel. Als je de tegenstander niet wurgt, een schedelbreuk elleboogt of een dwarslaesie stampt, vindt de scheidsrechter het allemaal best.

Vroeger kreeg je een fout als je door middel van een subtiele arm in de rug of de nek net iets meer hoogte haalde dan de tegenstander. Dat is wat Marc Wilmots is overkomen in 2002 op het WK in Japan, toen hij na een halfuur België op voorsprong kopte. Wie de beelden van toen terugziet door de bril van vandaag, geeft Wilmots de prijs van de fair play. Wie goed kijkt, ziet evenwel dat Wilmots verdacht hoog gaat – en zijn persoonlijk record verticaal opspringen verbetert – door middel van het afzetten in de rug van een Braziliaan. De Jamaicaanse scheidsrechter Peter Prendergast floot voor fout. Vandaag zouden we zeggen: geen clear error, dus hij had het recht om te fluiten.

Wilmots heeft ons later proberen wijsmaken dat de scheidsrechter na de wedstrijd bij hem was geweest en had toegegeven dat het geen fout was. De scheidsrechter is daar ooit mee geconfronteerd en zegt dat Wilmots een leugenaar is. Ik heb zo een vermoeden wie echt liegt.

Misschien helpt de wedstrijd van morgen om dat tot nationaal trauma opgeklopt bagatelletje een correcte plaats te geven in de geschiedenis: een afgekeurd doelpunt waarvan er wel meer zijn en waarvan onmogelijk kan worden beweerd dat het de uitslag heeft bepaald.

De Brazilianen hebben die wedstrijd gewonnen met 2-0, doelpunten van Rivaldo en de tegenwoordig dikke Ronaldo. Ze zijn later wereldkampioen geworden en hadden er ook drie gemaakt als dat had gemoeten.

Wij zijn gespecialiseerd in het fabriceren van nationale trauma’s om ons falen te verdoezelen. Neem nu die tot uit den treure toe herhaalde goal van David Platt op de worldcup van 1990. Dramatisch als je dat in de laatste minuten overkomt, ongetwijfeld, maar wel een dekkingsfout zo groot als een huis. Als je iets niet goed doet, dan krijg je in de meeste sporten altijd het deksel op de neus en in voetbal soms, zo werkt dat.

Nog een voorbeeld: de Zwitserse scheidsrechter Kurt Röthlisberger, die geen strafschop geeft voor een fout op Josip Weber in de wedstrijd tegen Duitsland op de worldcup van 1994. Het was een strafschop zo groot als een huis, de VAR zou vandaag ingrijpen, maar het stond wel al 3-1 voor de Duitsers. Misschien was het toen 3-2 geworden, wat later de eindstand werd, maar niks zegt dat de wedstrijd dan op 3-3 was geëindigd.

Nederland heeft ook die trauma’s en ik aanvaard er maar één: het verlies van de finale in Argentinië in 1978, waarbij Rensenbrink net voor affluiten op de paal trapt en het niet 1-2 wordt, maar verlengingen die worden verloren. Het trauma van 1974, met dat 2-1-verlies in en tegen West-Duitsland, was ook erg, maar hebben ze over zichzelf afgeroepen. De bal van Arjen Robben op de voet van Iker Casillas in 2010 in die verloren WK-finale in Zuid-Afrika tegen Spanje zou een goal tegen de gang van het spel zijn geweest.

Neen, morgenavond is de uitgelezen gelegenheid om al die Belgische minitrauma’s van ons af te schudden. Het zal voor één keer een groot voordeel zijn dat deze generatie nul historisch besef heeft. De verste herinnering gaat terug tot de laatste keer dat ze op PlayStation van de Brazilianen wonnen. Van een opsteker gesproken.

20180705_De-Morgen_p-14-15-2-mail