Column over Stoffel Van Doorne in De Morgen van zaterdag 15 sep 2018

Exit Stoffel Vandoorne

Formule 1 is een zeer complexe en ook weer een zeer simpele sport. Complex omdat het raderwerk van zo’n team minutieus moet worden afgesteld, iets wat zich uiteindelijk vertaalt in een performante auto, bestuurd door een performante rijder. Als alle puzzelstukjes in elkaar vallen, is die rijder de held.

Of onze Stoffel Vandoorne (26) ooit nog zo’n F1-held wordt, nu Kimi Räikkönen door Sauber is opgevist nadat die weg moest bij Ferrari, daar mag aan worden getwijfeld. Alles kan in de sport, maar de F1 heeft dat alvast voor op voetbal: er is weinig toeval mee gemoeid. Daarom is de complexe F1 tegelijk een simpele sport.

De grootste discriminerende factor is de auto. Ander gesteld: het is vaak de beste auto die wint. Dat de beste auto’s vaak onder de bips van de beste rijders worden geschoven, is ook geen toeval. De formule 1 is constant op zoek naar uniek talent, naar die ene superman die alle andere supermannetjes kan domineren.

Stoffel Vandoorne is zo’n supertalent, maar de kans dat we hem volgend jaar terugzien in de F1 is klein, ondanks al dat talent, ondanks zijn eerdere triomfen in andere categorieën, ondanks de jarenlange investering van McLaren. Ondanks dat alles, is Vandoorne afgeserveerd bij McLaren.

Volgend jaar wordt zijn zitje ingenomen door het Engelse talent Lando Norris. Oorspronkelijk bestond het plan om Vandoorne al na Monza (begin september) te vervangen door Norris, die al een paar testritten had kunnen rijden. Tot McLaren erachter kwam dat ze voor Norris dit jaar geen racelicentie meer konden krijgen.

De fanclub van Stoffel Vandoorne treurt. Er zijn maar twintig sturen om te bemannen in de F1 en daarvan is het merendeel al toegewezen. Vandoorne heeft één groot nadeel: hij brengt geen sponsors mee. Ook dat is de F1: een goeie auto doet wonderen en een goeie bankrekening nog meer. Stoffel heeft geen van beide. Komt daar nog eens bij dat hij in een slecht functionerend team rijdt, met een teamgenoot die hem niks gunt. Ex-wereldkampioen Fernando Alonso is een egotripper van het ergste soort.

Misschien is Vandoorne de juiste man, maar dan is hij wel op de verkeerde plek op het verkeerde moment. Zo wordt het althans voorgesteld, waarna een opsomming volgt van het geknoei aan de te trage auto, de momenten waarop Alonso werd bevoordeeld en wat al niet meer. De conclusie: Stoffel Vandoorne kreeg geen eerlijke kans.

Daar zit waarheid in, maar het is niet de hele waarheid en diep vanbinnen zal Vandoorne dat ook beseffen. De paddock is hard en het circuit is misschien de meest darwinistische omgeving die je in de sport kunt vinden. Die paddock schuift niet – zoals de meeste F1- volgers – de volledige schuld voor het falen van Vandoorne in de schoenen van het disfunctionele McLaren. De paddock wijst evenzeer op de kansen die hij niet heeft gegrepen.

De F1 is eten of opgegeten worden. Vandoorne heeft zich laten opeten. Door Alonso en door de anderen. Hij teerde op zijn immense talent uit de GP2, maar kwam in een voor hem ongewone situatie terecht: niet langer bij het beste team, niet met de beste auto. Ineens zat hij aan de onderkant van de voedselketen en vergat te vechten voor zijn kruimels. In die twee jaar McLaren was Alonso steeds de betere en dan zal het weleens zijn voorgevallen dat die eerst het nieuwe materiaal kreeg, maar niet elke keer, niet elke race.

Vandoorne had nooit wat kunnen winnen in die auto, maar hij had af en toe kunnen verbazen. Hij had zijn immense talent kunnen demonstreren met een inhaalmaneuver, met een superronde, met iets bijzonders, met iets wat de paddock met verstomming zou slaan. Dat wauw-moment is er niet van gekomen.

In de kranten verschenen al veel analyses en na een opsomming van de technische problemen werd daar voorzichtig bij gesuggereerd dat hij misschien wat te braaf is geweest. Het is hoe je het beziet, maar de keiharde conclusie na twee jaar blijft: Stoffel Vandoorne heeft kansen gehad en hij heeft ze niet gegrepen. Op geen enkel moment heeft hij kunnen imponeren, niet binnen het eigen team, niet in de interne strijd tegen teamgenoot Alonso, niet tegenover de paddock.

Als alles normaal verloopt, maar niks is normaal verlopen tot nog toe, heeft Vandoorne nog zeven races om zich te tonen aan de F1.

 

20180915_De-Morgen_p-20-mail