FC Casino, verhaal over het geld in het topvoetbal in De Morgen van zaterdag 1 juni 2019

FC Casino tegen de Billionaire Rangers

Nooit eerder was in de populairste sport ter wereld succes zo voorspelbaar. Het zijn altijd dezelfde clubs en hun eigenaars die telkens weer winnen, meer winst maken en steeds machtiger worden. Dat geldt ook voor de Champions League-finalisten van vanavond: Liverpool en Tottenham.

Je bent eigenaar van een voetbalploeg die het goed heeft gedaan in Europa en naar de grote finale mag en je beschikt over een boot van 222 voet of een goeie 67 meter, de Aviva III, en dan houden ze die UEFA Champions League-finale ergens midden op het vasteland. In Madrid godbetert, en dan nog niet eens in het van traditie doordrenkte Bernabéu, maar in die betonnen bunker buiten de stad, genoemd naar de Chinese mediagigant Wanda.

Enige meevaller voor Joe Lewis, eigenaar van Tottenham Hotspur: de luchthaven is dichtbij en dat is handig voor zijn privéjet. Hij is overgevlogen uit het belastingparadijs de Bahama’s, waar hij woont nadat hij zijn eerste grote financiële slag sloeg. In september 1992 katapulteerde hij zichzelf bij de superrijken door samen met George Soros op Black Wednesday te speculeren tegen het pond (dat tijdelijk uit het Europees wisselkoersmechanisme stapte) en werd zo miljardair. Waarna hij met zijn beursgenoteerde beleggingsmaatschappij ENIC voetbalteams begon op te kopen.

De Engelsman Joe Lewis is op plaats 388 een meeloper in de categorie van de multimiljardairs. Maar wat dan te denken van de Amerikaan John W. Henry, pas 838ste en amper een schamele 2,7 miljard dollar waard? Die armoezaaier bezit naast de Boston Red Sox uit het honkbal zowaar het al even mythische Liverpool FC, de tegenstander van Tottenham vanavond in de Champions League finale.

Nóg beter in de slappe was zit Roman Abramovitsj. Hij bezit Chelsea FC dat woensdag de Europa League won van Arsenal. De als Rus geboren Abramovitsj, sinds 2018 ook Israëlisch staatsburger, is 12,4 miljard dollar waard. Hij haalde het woensdag van Stanley Kroenke, de Amerikaan die de Los Angeles Rams (American football), Denver Nuggets (NBA basketbal), Colorado Avalanche (NHL ijshockey) en de Colorado Rapids (MLS voetbal in de VS) bezit, en ook het Londens kroonjuweel Arsenal FC. Abramovitsj valt net buiten de top 100 van allerrijkste wereldburgers, maar staat vijfde onder de sportmiljardairs. Kroenke, die 8,7 miljard dollar bezit, volgt op de tiende plaats (167ste miljardair overall).

Dit is de keiharde realiteit van het topvoetbal: wie heeft de grootste, de dikste, wie springt het verst. En hoe maken we een onvoorspelbaar spel zo voorspelbaar mogelijk en maken we tegelijk winst. Voetbal als casinospel, met een gegarandeerde/ gearrangeerde uitkomst.

Trend of toeval

In de sportindustrie draait alles om winst. Winst maken valt te verkiezen boven wedstrijden winnen en de Forbes-lijst met meest waardevolle sportteams is daar het exponent van. Op één staan al sinds de eerste editie Dallas Cowboys (waarde 4,3 miljard euro), een team dat de voorbije kwarteeuw geen enkele prijs heeft gewonnen. Nummer twee in 2018 was Manchester United met een waarde van 3,7 miljard euro. Ook die komen er de laatste jaren niet aan te pas in hun competitie. Van de tien meest waardevolle teams in de sportindustrie zijn er twee kampioen geworden dit seizoen: FC Barcelona en de England Patriots uit het American football. Misschien komen daar nog de Golden State Warriors bij als die de NBA Finals winnen van de Toronto Raptors.

Je hoeft geen kampioen te worden om je businessmodel te doen kloppen, zolang je van de partij bent op het bal van het grote geld.
De Champions League is daar het beste voorbeeld van: de rijke ploegen weten zich haast op voorhand verzekerd van hun ticket en aan dat ticket hangt ook op voorhand een flinke som geld vast. De allerrijkste ploegen zoals Manchester United hebben die Champions League niet eens nodig om winst te maken, al wordt het wel tijd voor de Amerikaanse eigenaarsfamilie Glazer dat ze met hun Man U nog eens Europees scoren. Hybris wil tenslotte op tijd en stond worden gevoed.

Wie stonden er nu weer in de Europese finales die afgelopen woensdag en dit weekend worden betwist? Een Rus haalde het woensdag van een Amerikaan in de Europa League en voor de UEFA Champions League gaat het tussen een Amerikaan en een Engelsman die op de Bahama’s belastingen ontwijkt. Voor het eerst in de geschiedenis van het Europees voetbal worden de twee belangrijkste finales gespeeld door vier teams uit dezelfde competitie. Trend of toeval, de toekomst zal het uitwijzen.

Soft power

Dat de Henry’s, Kroenkes, Abramovitsjen en Lewis’ die allemaal twintig jaar of langer in het voetbal zitten, maar genieten van hun succes, want dat zou wel eens tijdelijk kunnen zijn. Zij zijn kleine garnalen tegenover de grote spelers die het laatste decennium in het voetbal zijn gestapt. Topvoetbal is meer en meer een vehikel geworden voor grote consortia of investeringsmaatschappijen, aangestuurd door overheden zoals Abu Dhabi bij Manchester City of Qatar bij Paris St-Germain (PSG).

Simon Chadwick, Professor of Sports Enterprise aan de Salford Business School in Manchester en een kenner van het Oosten en Midden-Oosten, heeft de term ‘soft power’ ooit gelanceerd. “Soft power betekent niet dat het spel niet hard wordt gespeeld”, zegt Chadwick. “Het is een indirecte en soms meer directe manier om invloed te verwerven in een industrie waarmee geld te verdienen valt en waar geen nare kantjes aan zitten. Het staat beter dan investeren in de wapenindustrie. Hoe Qatar zich in geen tien jaar heeft ingekocht en ingewerkt in de wereldsport, is het beste voorbeeld van soft power.”

In de 2030 National Vision van Qatar (NVQ), aangekondigd in 2008, wordt sport expliciet vermeld als vehikel. Het hoofddoel van de NVQ is Qatar transformeren naar een vooruitstrevende maatschappij die drijft op duurzaam ondernemen. Dat is heel ambitieus vooreen land van parelvissers die rijk werden door de ontginning van olie en gas. De Qatar Investment Authority zit op 1.000 miljard dollar en heeft wel wat te besteden.

Chadwick: “Het merk Qatar moet zijn toppunt bereiken met het organiseren van de World Cup in 2022. De soft power die daaruit voortvloeit, opent weer andere deuren voor Qatar.”

Eerder dan een overwogen businessdeal, leek de verwerving van het voetbalteam Paris St-Germain in 2011 een folietje van een rijke kroonprins, Tamim bin Hamad Al-Thani, die twee jaar later emir zou worden. Het eerste seizoen ging nog de mist in maar in de daaropvolgende acht jaar werd PSG zeven keer kampioen.

Het allerhoogste is evenwel de Champions League winnen en hoewel dat maar niet wil lukken, groeien de Qatarese tentakels almaar verder. Via PSG is zetbaas Nasser bin Ghanim Al-Khelaifi, een Qatarese zakenman, opgeklommen tot de hoogste voetbalregionen. Dit jaar werd hij door European Club Association afgevaardigd in het executief comité van de Europese voetbalbond UEFA. Altijd handig, zo’n uitkijktoren, vooral als je ook nog eens voorzitter bent van beIN Media Group, actief aankoper van tv-rechten (onder meer van de UEFA). Daarnaast is Al-Khelaifi ook voorzitter van Qatar Sports Investment, Paris Saint-Germain, en de Qatarese tennisbond.

Qatar is niet de enige overheid die aan soft power doet. Azerbeidzjan dat in Bakoe de Europa League finale organiseerde nadat ze al tig sportevenementen over de vloer kregen, is ook een verhaal van soft power. Dat ze daar de mensenrechten schenden? Aleksander #eferin, voorzitter van de UEFA in Der Spiegel: “Dat gebeurt in wel meer landen. Moeten we daarvoor de burgers van Bakoe het recht ontzeggen om een voetbalmatch op hoog niveau live te kunnen bijwonen?”

Azerbeidzjan is een van de grote spelers achter de schermen in de sport. Ook Russische en Chinese bedrijven kopen zich in bij organisaties, clubs en competities. De meest recente overheid die verwoede pogingen doet om overal een voet tussen de deur te krijgen – en om Qatar te pesten – is Saudi-Arabië.

The Guardian had eerder dit seizoen een interessante bespiegeling over de achtste finales van de Champions League.

‘…PSG is eigendom van Qatar, dat ook sponsor is van Bayern München en AS Roma en een foundation project heeft lopen met Real Madrid. Die club is dan weer gesponsord door Emirates, de luchtvaartmaatschappij van de Verenigde Arabische Emiraten, waarvan een ander emiraat, Abu Dhabi, eigenaar is van Manchester City en hun luchtvaartmaatschappij Etihad ook sponsort. City moet tegen Schalke 04, gesponsord door het Russische staatsbedrijf Gazprom, sponsor van de Champions League en de World Cup. Rusland en Qatar moeten elkaar niet, want in Syrië staan ze tegenover elkaar en Qatar wordt dan weer uitgesloten door Dubai, dat een financiële partner is van Manchester United die tegen PSG moeten, dat… eigendom is van Qatar. De cirkel is rond…’

Football is broken

Aan de toegenomen invloed van superrijke eigenaars in het voetbal zit ook sportief een raar kantje: het competitief evenwicht is in onbalans. In de Amerikaanse sport zit competitive balance ingebakken via een systeem van herverdeling van inkomsten en talent, een salarisplafond, beperkte spelerskernen en een verbod op betaalde transfers. De diehard kapitalist vindt herverdeling en te veel regels niet tof en trekt daarom naar Europa.

Het beste voorbeeld van competitief evenwicht is de NFL, voorlopig de rijkste sportcompetitie ter wereld met een omzet van 15 miljard dollar of bijna drie keer meer dan de Premier League. De laatste twintig jaar zijn dertien verschillende ploegen kampioen geworden en zeven verschillende ploegen wonnen titels in dit decennium. Vergelijk dat met het Europees voetbal waar geen correcties bestaan en rijk ongehinderd rijker, en sterk ongehinderd sterker kan worden: PSG werd zes keer kampioen sedert 2010, Barcelona zeven keer, Bayern en Juventus acht keer op tien edities.

Alle kersverse kampioenen in de grote vijf voetballanden (Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en Frankrijk) hebben zichzelf opgevolgd. Nog afgelopen week berekende het Zwitsers onderzoeksbureau CIES dat kampioenen in de grote vijf voetbalcompetities in Europa tussen 1999 en 2004 70 procent van de punten wonnen. De laatste vijf seizoenen is dat gestegen naar 80 procent. Manchester City behaalde in het voorbije seizoen 86 procent van de punten.

Onder meer die vaststelling en 6-0 overwinning van Manchester City in de FA Cup Final tegen Watford twee weekends geleden, zette Jonathan Wilson aan tot schrijven. Hij is de auteur van het onvolprezen Inverting the Pyramid, een standaardwerk over voetbaltactiek. Zijn conclusie was zonneklaar: “Football is broken, het systeem is kapot, de dominantie van de grote clubs en hun machtige eigenaars, al of niet geruggensteund door rijke staten of consortia, wordt te groot.”

Vooral Manchester City is nu kop van Jut. Dat team is sinds 2008 eigendom van Abu Dhabi United Group dat met sjeik Mansour
een lid van de koninklijke familie als eigenaar heeft. Daarnaast is er nog een eigenaar: sinds 2015 zijn 13 procent van de Man City- aandelen in handen van China Media Capital en CITIC Capital, twee investeringsmaatschappijen van de Chinese overheid. Sinds de overname in 2008 is voor ongeveer 1,5 miljard euro uitgegeven aan spelers, meer dan Madrid en Barcelona opgeteld en de helft meer dan hun dichtste rivaal, Paris Saint-Germain, dat zijn middelen kreeg van de Qatar Investment Authority.

Als Wilson en anderen nog wat hoop koesteren, dan heeft dat te maken met de Financial Fair Play. Dat is de enige, al bij al kleine correctie op het ongebreidelde Europees voetbalkapitalisme. Die bepaling van de Europese voetbalbond UEFA stelt dat een club
over drie seizoenen opgeteld niet meer dan 30 miljoen euro verlies mag maken en dat de uitgaven gedekt moeten worden door reële inkomsten. City kwam deze lente nog in het nieuws toen uitlekte dat hun sponsoringcontracten met Etihad (de luchtvaartmaatschappij van Abu Dhabi) en enkele andere staatsbedrijven van dat land fel overgewaardeerd waren en de facto moesten worden beschouwd als een verboden private sponsoring van hun sjeik-eigenaar. Het hoofd van de onderzoekskamer van de Financial Fair Play, onze oud- premier Yves Leterme, stuurde het dossier door naar de zogenoemde adjudicatory chamber, die kan vonnissen over welke straf de club moet worden opgelegd. In het geval van City, dat al jaren de financiële grenzen opzoekt en overschrijdt, wordt gevraagd om hen een jaar uit te sluiten van de Champions League. Mínstens een jaar.

Inmiddels wordt in andere landen hard gesupporterd voor Leterme en co. In Spanje bijvoorbeeld laat de baas van de Primera Division nooit na zwaar uit te halen naar wat hij de Arabische olie- en gasmaffia noemt en dan bedoelt hij Manchester City en Abu Dhabi en PSG en Qatar. City denkt inmiddels dat het zich uit de benarde situatie zal kunnen praten. En die vervelende Spanjaard, zo vinden de Arabieren, dat is gewoon een racist.

 

 

FC Casino