Column Hillsborough in De Morgen van zaterdag 30 november 2019

Hillsborough

Ik ben drie keer moeten verschijnen voor de Raad voor de Journalistiek. Die bestaat nog niet zo lang als ik al bezig ben, dus het kan daaraan liggen dat het bij drie is gebleven.

De eerste keer omdat ik in een overduidelijke zaak van mensenhandel met Nigeriaanse voetballers door Roeselare een rechter uit Kortrijk, die de feiten niet bewezen achtte, een oen had genoemd. Die kon dat niet verdragen en stapte naar de Raad voor de Journalistiek. Hij kreeg geen gelijk, natuurlijk niet, maar ik was wel een halve dag kwijt.

De tweede keer was in 2014 toen ik in een persiflage voorafgaand aan het WK had gelachen met de Afrikaanse voetballanden omdat die altijd roepen voor een worldcup dat ze gaan winnen, maar er niets van terecht brengen. Dat is toe te wijzen aan veel oorzaken, waarvan er geen te maken hebben met het feit van donker te zijn, wel met een gebrek aan prestatiecultuur. Het stond daar een beetje anders, scherper, maar goed: meer nurture dan nature.

Een donkere halve Braziliaanse Belg die muziek speelt – uitgestuurd door KifKif – voelde zich aangesproken. Hij pleitte betrokken partij te zijn (anders mag je geen klacht indienen) en vond het nodig mij van racisme te betichten. Ik heb mijn zegje gedaan, en passant even de vooringenomen Afrikaanse juriste van Unia op haar plaats moeten zetten omdat ze onzin verkondigde en heb de zaak gewonnen. Weer een halve dag kwijt. Bon, wat ik aan zaak twee overhield, was een aversie voor KifKif, Unia en de Raad voor de Journalistiek.

Toen moest zaak drie nog komen en daarvoor moet ik eerst even terug naar 15 april 1989, toen ik van onze hoofdredacteur Paul Goossens de opdracht kreeg om naar Sheffield te reizen en daar verslag uit te brengen van een stadionramp. Wat ik deed en ik arriveerde op zondag, een dag na de ramp, in de sporthal naast Hillsborough Stadium waar alle lijken lagen. Ik liep daar tussen de bodybags samen met Margaret Thatcher, toen de premier van het Verenigd Koninkrijk.

Ik ben uiteindelijk naar Liverpool gereden en ben daar een week gebleven. Uit de getuigenissen van de Liverpool-fans die ik de dagen daarna sprak, was het duidelijk dat dit een drama was in de ergste zin van het woord. Omdat een heel stel fans – een aantal dronken en zonder ticket zoals toen de gewoonte was – bang was de wedstrijd te missen en begon te duwen tegen de ordediensten, de suppoosten en de hekkens, werden die door de politie opengezet. De fans zijn vervolgens allemaal het vak aan Leppings Lane binnengestormd, maar dat vak zat al vol. Uit de getuigenissen bleek dat de Liverpool-fans eigenlijk hun collega’s hadden verpletterd.

In 2016 verscheen ineens het bericht bij ons dat de dienstdoende commissaris uit die tijd, ene David Duckenfield, en bij uitbreiding het hele politiekorps verantwoordelijk was voor de dood van de 96 Liverpool-fans. Geen woord over de schuld van supporters die absoluut een vak in wilden dat al overvol was. Dat vond ik vreemd en ik schreef er een column over.

Waarop een Belg die af en toe naar Liverpool gaat kijken – heerlijke ploeg, heerlijke sfeer, dus hij heeft groot gelijk – klacht indiende tegen mij bij de Raad voor de Journalistiek.

Mijn inschatting was dat ze die zouden klasseren wegens niet ter zake doende. Maar neen, ik werd gesommeerd te verschijnen. Dat heb ik aan mijn laars gelapt met de melding dat ik zelden met lezers in discussie ga en al helemaal niet met voetbalsupporters. Iemand van onze bazen is in mijn plaats gegaan, waarvoor dank, heeft hetzelfde riedeltje als altijd afgehaspeld: een column is een mening
en iedereen is vrij een mening te hebben zolang die niet blablabla… Raad eens? Ik heb ook die zaak gewonnen. Gevolg: er mag gebeuren wat er wil, maar ik ga nooit meer naar de Raad voor de Journalistiek.

Daarna kreeg ik nog telefoon van de plaatselijke krant Liverpool Echo die mij net niet vilde voor zoveel onbegrip. Ik herhaalde mijn stelling: beschaafde mensen gaan niet ergens naar binnen waar geen plaats meer is en beginnen vooral niet te duwen met honderden tegelijk. “Zijn onze voetbalsupporters dan niet beschaafd?”, vroeg de journaliste. Ik zei: “Meestal niet en die van jullie zelden, remember The Heysel 1985.” Toen kreeg ze een beroerte.

Van de week is politiecommissaris David Duckenfield vrijgesproken. Justice is done. Het is te hopen dat Liverpool dertig jaar na de laatste titel de Premier League wint, dat zou ook gerechtigheid zijn. En misschien de wonden wat helen.

 

 

20191130_De-Morgen_p-19-mail