Column Parafernalia in De Morgen van maandag 16 december 2019

Parafernalia

Wat Jeff Hoeyberghs en Anderlecht gemeen hebben, is dat het geweeklaag om hun boodschap inmiddels vele malen belachelijker is dan de boodschap zelf. Verder is er geen vergelijking tussen hen, tenzij dat Anderlecht en Hoeyberghs geen openingen meer vinden waar ze hun ding in kunnen doen. (Ik schrijf het maar op zoals het is gezegd, met excuses.) Of nog: dat ze niet weten wanneer ze moeten zwijgen.

Anderlecht gooide van de week olie op het eigen vuur met een brief waarin de supporters werd uitgelegd dat het misschien dit seizoen niet zal lukken. Communicatief is het bij RSCA een zootje, zoveel is duidelijk. De club heeft David Steegen, die een jaar geleden door Coucke opzij gezet was, maar recent weer op het hoofdspoor gerangeerd werd. Vincent Kompany heeft voor zijn boodschappen en imago zakenpartner Klaas Gaublomme en Marc Coucke werkt voor zijn persoonlijke communicatie met Wim Demeyere.

De brief is een schuldbekentenis, aldus de supporters. Of een knieval, aldus de media. Sowieso niet te vatten, zeggen analisten. Conclusie: Anderlecht onwaardig. Nog maar eens is een barrière gesloopt. Straks eisen de supporters bij elke wedstrijd een brief waarin wordt uitgelegd wie speelt, hoe er zal worden gespeeld, wie zal worden vervangen en waarom, om te eindigen met een oproep aan de fans of ze suggesties hebben voor de ploeg van volgende week.

Die supporters krijgen steeds meer noten op hun zang. Dat heb je natuurlijk als je er een gewoonte van maakt om de fans te gaan groeten. Ooit begon dat bij hoge uitzondering na winst op een erfvijand of na een titel. Gaandeweg werd dat uitgebreid naar alle winstwedstrijden. In België is het de laatste jaren de gewoonte om de fans altijd te gaan groeten: dikke of magere winst, gelijkspel, nipt of zwaar verlies, de spelers zullen zich na afloop naar de harde kern begeven en daar de lofbetuigingen, c.q. beledigingen in ontvangst nemen. Chadli liet zich uitkleden. Wat komt hierna? Voetbalspelers die als dokter Livingstone in de brousse parafernalia meenemen naar de stamhoofden met het doel om hen gunstig te stemmen?

Inmiddels zijn we het proces dat Anderlecht doormaakt uit het oog verloren. Vele malen interessanter in dat verband was het nieuws dat Anderlecht zich in de toekomst zou beroepen op een revolutionair scoutingsysteem, de Current Impact Score.

Scouting is een moeilijk verhaal in voetbal, omdat het geen sjablonensport is waarin steeds weer dezelfde vooraf doorgesproken wedstrijdacties worden opgezet. Voetbal is daarnaast ook nog eens de laagst scorende sport die de mens heeft uitgevonden en is daarom afhankelijk van toeval. Anderzijds kan je toeval een handje helpen door de dingen juist te doen en niét te laten afhangen
van de inspiratie van het moment. Dieumerci Mbokani wordt altijd als voorbeeld aangehaald: loopt geen meter te veel, is een alibiverdediger als geen andere, maar scoort, altijd weer. Conclusie in het scoutingrapport: prima voor België, maar hoger schiet je er niks mee op, wat ook is gebleken.

Er zijn twee soorten scouting: prestatiescouting en het veel meer gecompliceerde talentscouting, dat naar de potentie op zoek gaat. Prestatiescouting is simpel: je laat een computer los op alle acties en je brengt in kaart hoeveel en waar een speler heeft gelopen, hoe vaak aan welke snelheid, gewonnen duels, doelpunten, schoten op doel en niet te vergeten wat zijn tegenstander inmiddels heeft gepresteerd. Dat is een momentopname en geen hersenchirurgie, voor alle duidelijkheid. Het komt er op aan veel data te hebben van diezelfde speler en van vergelijkbare spelers in eenzelfde systeem. Als je vervolgens weet wat zijn opdrachten waren, en die van de spelers rond hem, pas dan kan je een prestatie min of meer beoordelen.

Het lijkt mij dat het Current Impact System prestatiescouting is. Veel interessanter voor Anderlecht is talentscouting. Dat begint bij de fysieke capaciteiten van een voetballer: de uithouding, de pieksnelheid, de belastbaarheid. Allemaal moeilijk te meten, al helemaal als daar de mentale component bij komt. Het minst moeilijke om in kaart te brengen zijn de voetbalcapaciteiten, dat ziet het oog van de meester. Het allermoeilijkste is dan weer hoeveel rek er nog zit op de technische, tactische en fysieke ontwikkeling.

Ach, Anderlecht maakt het allemaal veel moeilijker dan het is en heeft zich verloren in een communicatie waaruit het geen uitweg meer ziet. Het verhaal, ook naar de supporters, had simpelweg moeten zijn: “Ja, de club gaat door een dal, maar soms moet je een stap terug zetten, om achteraf veel beter te doen. Neen dus, we zullen geen kampioen spelen. Ooit weer wel. Wanneer? Zo snel mogelijk.”

 

20191216_De-Morgen_p-19