Column Bashir Abdi in De Morgen van 3 maart 2020

Bashir Abdi

Antwerpse Ghanees had gekund. Of Belg met Ghanese roots. Dan hadden we ook al veel geweten en daaruit veel kunnen afleiden, zoals zijn huidskleur, als die er al toe doet. Maar neen, een pipo/pipa schreef zaterdagavond in een wedstrijdverslag van Waasland- Beveren tegen Anderlecht doodleuk “de kleine kleurling” toen hij het over de prestatie van de getalenteerde buitenspeler van Anderlecht had die, toeval of niet, een behoorlijk donkere huid heeft.

Jérémy Doku tweette het stukje met de melding dat hij geschokt was en het hek was van de dam. De schrijver van het beladen woord kleurling moest worden gevierendeeld of – nog erger – worden gevoederd aan Unia. Aldus de sociale media. Excuses moesten ook. Niks daarvan: tenzij de steller lid is van Bloed & Eer en/of Schild & Vrienden is dit een stommiteit en volstaat een tik op de vingers, uitschelden voor onnozelaar (m/v) en vooral dat woordgebruik snel corrigeren. Dat gebeurde ook: kleine kleurling werd kleine dribbelaar.

Met ‘kleurling’ zitten we in het officiële (Zuid-)Afrikaans woordgebruik ten tijde van de apartheid. Dat was dom en het was vooral overbodig. Nog niet zo heel lang geleden ging een voorganger van Doku op die linksbuiten dood en dat was een hele bleke blanke, een witte zouden ze nu zeggen. Hij heette Rob Rensenbrink.

Om het plaatje helemaal compleet te maken en toch even historisch te kaderen: toen Rensenbrink uit België vertrok om in de VS wat uit te bollen, had Standard net een dribbelaar van Ajax aangetrokken. De Molukker Simon Tahamata speelde in september 1980 Club Brugge op eigen veld in de vernieling. Het werd 1-7. Een dag later verscheen in Het Volk een verhaal met als kop ‘Het zwarte diertje’.

Wat heeft wat hier voor staat nu te maken met het titeltje van deze column, met Bashir Abdi? Welnu, dat ras, genen en roots in de biologische betekenis van deze woorden in voetbal minder doorwegen dan de sociale context. Het is niet omdat Doku zwart en Ghanees is dat hij zo goed kan voetballen. Wellicht heeft hij geen nadeel ondervonden van zijn West-Afrikaanse roots, maar is het toch eerder zijn opgroeien op de pleintjes in Borgerhout dat van hem de voetballer heeft gemaakt die hij nu is.

Helemaal anders ligt dat in puur fysiologische sporten. Neem nu Abdi, die zijn eigen Belgisch record op de marathon heeft verpulverd: 2u04:49, dat verdient een diepe buiging. In twee jaar tijd heeft hij zes minuten afgehaald van zijn pr. Dit is een fenomenale progressie met wellicht meerdere oorzaken.

Ten eerste, de accumulatie van trainingen. Hij zat weer lang op hoogte en heeft naar verluidt wat anders getraind, niet duidelijk of dat nog samen met Mo Farah was. Indien niet, omdat Farah vol voor de olympische medailles op de atletiekbaan gaat, heeft dat meegespeeld.

Ten tweede, de schoenen. In tegenstelling tot Koen Naert, die overstapte naar Asics, is Abdi op Nike blijven lopen. In Tokio liep hij op de Next%, de tweede versie die een carbonplaat in de zool heeft zitten. De Alphafly, ook goedgekeurd, wordt wellicht iets voor de olympische marathon.

Ten slotte, waarmee we bij de biologie zijn aanbeland, is er zijn aangeboren talent voor de lange afstand. Daar moeten we eerlijk in zijn: Bashir Abdi uit Nieuw Gent heeft met zijn Somalische genen en roots een voordeel op eender welke Gentenaar pakweg geboren uit blanke Gentse ouders aan de Brugse Poort. Hij zette op de all-time ranking in Tokio de zeventigste prestatie ooit neer. De eerste witte atleet en eerste Europeaan is de Noor Sondre Nordstad Moen met 2u05:48 op plaats 176. 490 van de 500 snelste marathons zijn gelopen door Afrikanen.

Daarom zou het wijs zijn om het concept Europees record in deze context te laten vallen, want nu krijg je een hele vreemde ranglijst die wordt aangevoerd door de Turk Kaan Kigen Özbilen, die geboren is als Keniaan en Mike Kipruto Kigen heette. De tweede en derde op die lijst zijn Bashir Abdi en Mo Farah, een Belg en een Engelsman met twee Somalische ouders.

Somaliër, Belg, Gentenaar, wereldburger, whatever, Bashir Abdi is in de eerste plaats een topatleet en ook nog eens een goed mens, nooit te beroerd om terug te geven aan de gemeenschap die hem heeft opgevangen. België mag blij zijn met deze topper en is meteen een olympische medaillekandidaat rijker. Bepaald verheugend was hoe Abdi tot deze toptijd kwam. Hij liep helemaal geen vlakke marathon en versnelde nog aan het eind. Dat moet nog sneller kunnen en laat het beste verhopen voor de olympische marathon in Sapporo.

 

20200302_De-Morgen_p-19-mail