Interview Greg Van Avermaet in De Morgen van zaterdag 18 april 2020

‘Alle klassiekers op een rij. Dat zie ik wel zitten’

Het is een kunst, geblesseerd raken in een periode dat je niet mag koersen. Het over- kwam Greg Van Avermaet, zoals altijd te gretig. ‘Ik heb last aan de knie, ik denk door een slechte positie op mijn mountainbike.’ Dus doet hij nu even een weekje niks.

Die heeft vast te veel op Zwift, de indoorcycling-app voor fietstrainers, gezeten, dachten wij al. Indoor fietsen is nu eenmaal blessuregevoeliger dan outdoor.

“Ik ben ook liever buiten met dit weer”, vertelt Greg Van Avermaet via FaceTime. “Deze blessure is een overbelasting van de pees boven de knie. Dat heb ik ook in de winter als ik te veel dingen doe die ik niet gewend ben. In het seizoen met de gewone koersfiets heb ik nooit ergens last van.”

Moet je niet naar de kine?

Greg Van Avermaet: “Neen, dat ga ik niet doen. Ik heb een beetje last van smetvrees en kom liefst met zo weinig mogelijk mensen in contact.”

Jij hebt drie longen, er mogen er gerust twee uitvallen.

“Ik weet het, maar ik ken een paar mensen in de omgeving die het virus kregen en die geen gezondheidsproblemen hadden. Ze waren er toch behoorlijk slecht aan toe. Sowieso zijn wij renners altijd al een beetje beducht voor virussen en bacteriën. Vooral in het voorjaar zijn wij erg vatbaar voor verkoudheden.

“Ik heb af en toe ontsmettingsgel mee naar het startpodium en als Fleur van school komt, weet ze dat ze haar handjes moet wassen. Soms gaat ze zelfs helemaal in bad. Mijn vrouw staat dan ook nog eens in het onderwijs, dus die brengt ook het een en ander mee.”

Train je nog veel?

“Ik leg het nu wat stil, maar ik heb al wel veel getraind, ja. Maar nu ga ik toch een weekje niks doen en dan weer rustig beginnen. We weten dat het toch pas voor deze zomer zal zijn voor we weer kunnen koersen.

“Ik heb er bij de lockdown meteen voor gezorgd dat niemand zag wat ik precies trainde. Niet dat zoiets per se geheim moet blijven, maar meer uit respect voor de collega’s in Frankrijk, Spanje en Italië die helemaal niet buiten mogen trainen. Wat ik overigens raar vind. Het is hier veel dichter bevolkt en bij ons mag het wel. Ik weet zeker dat je in die landen nog meer dan bij ons een hele dag kan trainen zonder iemand tegen te komen.

“Ik zou het er zelf in ieder geval heel moeilijk mee hebben als ik niks meer mocht doen en mijn concurrenten vrolijk verder zouden trainen. De maatregelen zijn voor ons nog leefbaar hier in België. Heel even leek het erop dat wij ook niet buiten zouden mogen fietsen. Dat vond ik minder. Verplicht dan eerst om alleen te gaan fietsen, lopen en wandelen, maar laat ons tenminste buiten komen.

“Als ik met een ploegmaat rijd, dan alleen met Gijs Van Hoecke, en niet met Oliver Naesen of anderen van ons trainingsgroepje De Parelvissers. Het ligt ook niet in mijn aard om daar moeilijk over te doen. We zijn een niet-essentiële sector met veel mensen op korte afstand. Dat ze de koers stilleggen vind ik normaal.”

Heel even, want er is een nieuwe kalender.

“De Tour hebben ze eerst een plaats gegeven en de rest is daar omheen geplaatst. Het BK voorafgaand aan de Tour, het WK erna en dan ook nog de klassiekers. In september zal er ook minder volk langs de kant staan. Voor de renners is het leuk als je langs de weg de toeschouwers ziet staan, maar wielrennen is toch vooral een tv-sport. Meer dan voetbal, dat echt wel publiek nodig heeft voor de beleving. Voor de ploegen en de sponsors is het heel belangrijk dat we nog uitzicht hebben op een deel van het seizoen.”

Hoe zie je zelf het seizoen, mocht het doorgaan zoals nu is hertekend?

“Ik heb altijd gezegd dat deze Tour met al zijn tussenritten voor mij wel mogelijkheden bood, dus dat wordt het eerste doel. Daarna komt het WK. Na de Tour klim ik altijd iets beter en dan kan een sterke Belgische ploeg wel een rol spelen. Vervolgens komt het erop aan die conditie door te trekken naar het einde van het jaar. We gaan onze voorjaarsklassiekers in het najaar rijden, dat is heel apart. Met dan ook nog eens de najaarsklassiekers erbij.”

Dat houdt het gevaar in dat je jezelf de nek afrijdt. Moet je geen keuzes maken?

“Ik zie het wel zitten om al die wedstrijden na elkaar te rijden. Ik denk dat ik dat wel aankan. Kiezen en mikken op wedstrijden is iets voor later. Natuurlijk staat de Ronde van Vlaanderen daar centraal in, maar de combinatie met alle grote klassiekers lijkt mij op het lijf geschreven. De tweede helft van het seizoen ben ik altijd wel oké. Die anderen die zullen meedoen voor de winst, kan ik ook zo opnoemen. Dat zijn de gasten die je elke week op hun fiets mag zetten, die altijd zullen rijden.”

Klopt het dat jij je het lot van je ploeg en van het wielrennen in het algemeen ter harte neemt? En geeft dat geen extra druk?

“Druk niet, wel bezorgdheid om het behoud van de sponsors die er nu zijn en die een hart hebben voor het wielrennen. We kunnen als renners niet zeggen: dit gaat ons niet aan. Onze sponsor heeft een paar honderd schoenenwinkels in de landen ten oosten van ons en die heeft hij moeten sluiten. Als hij personeel ontslaat, vind ik het normaal dat hij ook naar de sponsoring kijkt en dat hij daar ook in snoeit. Wij hebben dus ingeleverd. Ik wil daar geen procent op kleven, maar het is een aanzienlijke hoeveelheid.”

 

De ploeg functioneert nog blijkbaar, want dit interview passeerde langs de persverantwoordelijke.

“Er is wat personeel werkloos en een aantal anderen is aan boord gebleven. Ook de renners blijven aan boord, hoop ik. De volgende datum van afspraak is 1 juli, waarna we weer wedstrijden kunnen rijden, onszelf in beeld rijden. We moeten die twee maanden tot de zomer nog zien te overleven. Onze ploeg was wellicht de eerste die drastisch heeft ingegrepen, maar ik ben er zeker van dat andere ploegen nog zullen volgen.

“Het is een dubbele schok geweest. Eerst die melding toen ik op de Sierra Nevada in training zat dat het voorjaarsseizoen niet zou worden gereden. Dat was een klap. Daarna de melding dat de ploeg in zwaar weer zat. Ik voel mij verantwoordelijk voor deze ploeg. Niet omdat ik renners heb overgehaald of zo – zoveel waren dat er ook niet – maar gewoon omdat het de ploegstructuur is waarvoor ik al jaren rijd. Ik wilde het project van Andy Rihs (de inmiddels overleden Zwitserse eigenaar van BMC, HV) verder laten leven. Uiteindelijk zit er niet veel ‘Rihs’ meer in en is BMC zelfs geen fietsensponsor meer.”

Eens te meer het bewijs dat het verdienmodel van het wielrennen zeer broos is. Geen ticketing, geen merchandising, geen tv-geld want dure productiekosten… begin er maar aan.

“Wij hebben maar één ding voor op voetbal: geen enkele voetbalploeg heet CCC of Deceuninck-QuickStep. Wie kende Deceuninck in België voor ze de ploeg van Patrick Lefevere gingen sponsoren? We verwachten geen bedragen zoals in de Champions League, maar toch denk ik dat we recht hebben op een deel van het televisiegeld. Al was het maar 15 procent, dat dan onder de ploegen zou worden verdeeld.”

De aanleiding voor dit gesprek was je winst in de virtuele Ronde. Voor wat het maar waard was, het blijft een heel vreemde maar tegelijk heel knappe prestatie.

“Je wil weten waarom ik daar voluit ben gegaan? (lacht) Omdat ik altíjd voluit ga, zeker? Dat is de kop waarmee je coureur wordt, soms moet je niet te veel nadenken.

“Het was ook niet dat ik daar op voorhand erg mee bezig was. Ik had wel twee ventilators voorzien, op aanraden van mijn trainer Max Testa die had gezegd dat afkoeling het verschil maakt in de wattages. Een goeie tip, want hoewel het afzien was, voelde ik mij toch redelijk goed.

“Bij het oprijden van de Kruisberg was ik zowaar gelost en reed ik twaalfde of dertiende. Ik dacht: dat gaat niet waar zijn dat ik hier word weggereden. Daarna ben ik teruggekeerd. Ik had wel het parcours die ochtend op voorhand verkend, want de hellingen deden toch onwezenlijk aan. Je rijdt de Paterberg op zonder dat je weet dat je op de Paterberg rijdt, zeg maar, behalve dat het voelt als bergop rijden.

“Het was een zaak van schakelen. Op de Kwaremont moest je op de grote plateau naar boven, maar als je op de Paterberg niet schakelde, blokkeerde dat ding een beetje. Tactiek was dus niet onbelangrijk. Tomas Van den Spiegel (ex-basketbalspeler en nu CEO van wielerorganisator Flanders Classics, HV) had mij gezegd dat je alleen op de klimmekes het verschil kon maken. Daarom heb ik gewacht om weg te rijden.”

Nadien zagen we jouw gemiddelde wattage gedurende die 45 minuten en dat was 434 watt. Jij had veel meer koersen moeten winnen. Kan je daar inkomen?

“Neen, want ik heb veel gewonnen en mooie koersen ook. Als het geen verwijt is, dan neem ik het als een compliment. En ja, misschien heb je wel een punt en had ik iets meer kunnen winnen, als ik anders gekoerst had. Alleen koers ik zoals ik ben en dat is met open vizier. Ik heb daardoor mooie kansen gemist, maar er zijn ook kansen die ik daardoor heb afgedwongen.

“Neem nu die Olympische Spelen in Rio. Dat koppige is deel van mijn karakter, dat blijven rijden in alle omstandigheden op welk parcours dan ook is de aard van het beestje. En toen alles op de juiste plaats viel, daar in Rio, heb ik olympisch goud gewonnen. Dat wil ik met niks ruilen.”

Er was heel wat te doen rond de terugkeer van Mathieu van der Poel op de Kwaremont in de Ronde. Nooit behoefte gehad om te zeggen: ik heb zoiets ook al gedaan?

“Klopt. Ik heb die koers laatst nog teruggezien. Ik rij plat na de Kwaremont en op de Taaienberg ben ik er weer bij en de eerste die daar vervolgens demarreert ben ik. Dat vond ik vrij indrukwekkend van mezelf. Ik heb die retro-edities opnieuw bekeken en zo jezelf terugzien is toch confronterend: ik had krachten te veel en ráp dat ik soms reed. Het was duidelijk dat ik er toen mee smeet.

“Vanaf 2016-’17 ben ik anders beginnen rijden. Minder open koersen en meer rekenen, wat mij betere resultaten heeft opgeleverd. De beste wedstrijden zijn die van man tegen man met gelijke wapens. Wegrijden met allemaal toppers en ze dan pijn doen, dat is de ideale koers voor mij.”

En een sterkere ploeg, had je dan meer gewonnen? BMC was destijds te laat voor Oliver Naesen.

“Dat had mooi geweest. Ik heb nooit veel namen laten vallen, maar ik kende Oliver van op training en zo sterk had ik nog nooit iemand naast mij weten rijden. Dat is de beste waardemeter. Het is niet gelukt, jammer.”

José De Cauwer zei me dat je te veel energie verspeelt. ‘Als je wil weten vanwaar de wind komt, dat is de kant waar Greg rijdt.’

“Ik weet dat hij dat zegt en hij weet dat ik het daar niet mee eens ben. Voor zover ik weet heeft hij nooit met mij in een peloton gereden. Vraag eens aan de andere renners. Ik denk dat ik bij de beteren ben om met een velo te rijden. Alleen vermijd ik graag het grote risico en dat heeft mij ook veel opgebracht. Ga na hoeveel keer ik maar ben gevallen.”

Allan Peiper (zijn ploegmanager bij BMC) zegt dat je niet koppig bent, José De Cauwer zegt van wel. (lacht)

“Ik bén koppig. Ik hou zelfs voet bij stuk als ik óngelijk heb. Ik weet het en dat zal niet veranderen.” Voortschrijdend inzicht is je vreemd?

“Ik zal misschien een beetje van gedacht veranderen, maar niet te veel. Ik zal altijd mijn gelijk willen bewijzen op de manier waarop ik het oorspronkelijk voor ogen had. Ik heb dat soms met tactische besprekingen. Dan spiegelen ze mij een scenario voor waarvan ik denk: neen, ik ga het toch doen zoals ik het zelf voor ogen heb.

“Toen ik geel had in de Tour gaven ze mij ook de raad om in de gruppetto, de bus, de daaropvolgende bergrit af te haspelen. Ik dacht: neen, ik ga mee in de ontsnapping. Zo bleef ik een dag langer in het geel. In 2018 kreeg ik de opdracht om op Richie Porte te wachten, maar ik was vastbesloten om zoals afgesproken de eerste week als kopman mijn eigen Tour te rijden, dus heb ik niet gewacht. De tweede of derde week, geen probleem om mij te laten uitzakken. Uiteindelijk heeft ons dat geholpen, want we droegen wel acht dagen het geel.”

Je bent 35 jaar maar in de koers blijf jij een jonge hond.

“Ik heb eigenlijk al alles meegemaakt, maar als iets op mijn weg komt, ga ik ervoor, al is het zoiets banaals als de virtuele Ronde van Vlaanderen. Hoewel, banaal… Als je ziet wat dat heeft los gemaakt en hoeveel er dat gezien hebben. (640.000 kijkers, HV) Dat kan alleen in Vlaanderen. Wel mooi dat ik daar aan heb kunnen meewerken.

“Ik heb het nog in mij om veel mooie koersen te winnen en de motivatie om te trainen is er ook nog. Ik heb mij altijd goed gesoigneerd en heb de juiste balans gevonden in het leven. Ik leef er honderd procent voor, maar geen driehonderd procent. Er waren momenten, vooral in het begin, dat ik iets te extreem ben geweest en dat was ook niet goed.

“Eens iets met het gezin doen, een keertje iets gaan eten, zelfs met een glas wijn erbij, waarom niet? Dat mag van Stephanie Scheirlynck (zijn persoonlijke voedingsdeskundige, HV), jazeker. Als het goed is voor het hoofd, is het ook goed voor het lichaam, zegt ze. Zolang je traint zoals je moet trainen, kan dat alleen maar helpen om dit vol te houden. Op training ga ik er altijd hard tegenaan. Met Max Testa (ex-Mapei en ex-Motorola, HV) heb ik een trainer die dat evenwicht bewaart en niet te veel afgaat op de cijfertjes.”

Je bent ook laat begonnen met koersen, er zit nog goesting in jou.

“Ik rij gewoon graag met de fiets. Dat zie ik ook bij Mathieu van der Poel. Ik herken zijn attitude tegenover de sport: tegelijk erg professioneel maar ook niet te fanatiek. Net als ik doet hij graag wat hij doet en dat is het belangrijkste om het vol te houden. Ik kan het grootste plezier beleven aan nieuwe paadjes ontdekken met de mountainbike of originele routes uitstippelen langs wegen die ik niet ken. Hoewel, ik denk dat ik hier al elk baantje heb gereden, in alle windrichtingen.

“Trainingsritjes uitstippelen is ook mijn lange leven, zelfs als we op de Sierra zitten. Dan zoek ik de wegen wel uit die langs mooi plekjes passeren: hier een mooi zicht, daar een mooi meertje. Dat mogen ze mij niet afnemen. Na mijn carrière zie ik mij daar ook wel iets mee doen.”

Op fietsvakantie met Greg te Calpe?

(lacht) “Ja, en dan mag jij eens komen meefietsen.”

Je zei in het begin dat je geblesseerd was, maar je gaat na dit gesprek toch fietsen. Pas maar op.

“Met het gezin. Dat zal nog wel lukken. Jawel, met helm, althans de kinderen.”

Jij niet?

“Jij wel dan, op een gewone fiets? Dacht ik al. Raar toch, met de koersfiets kan ik niet vertrekken als ik die helm niet op heb, maar op een gewone fiets voelt dat anders, bijna vreemd aan.”

 

20200418_De-Morgen_p-62_-Alle-klassiekers-op-een-rij-Dat-zie-ik-wel-zitten–all-mail