Column Koffiedik kijken in De Morgen van zaterdag 27 juni 2020

Koffiedik kijken

Een vriend vroeg mij om volgende week een praatje te komen houden voor enkele ondernemers. Onderwerp: de sport voor en na corona. Koffiedik kijken dus, of misschien niet. Het zal met de sport wellicht zijn zoals met de bevolking: de mate waarin een sport gezond was voorafgaand aan de epidemie/pandemie, zal bepalen óf ze het virus oploopt en hóé ze die eventuele aanslag doorstaat.

Wat die gezondheid van de bevolking zelf betreft, uit Nederlandse studies blijkt een toenemende bewegingsarmoede door de coronacrisis. De sportlerares in mijn huis rukte zich de haren uit het hoofd toen ze haar leerlingen terugzag. Ondertussen worden ook de peuters steeds dikker.

We zitten in België aan net geen 10.000 coronadoden; obesitas en aanverwante aandoeningen maken in dit land jaarlijks 15.000 doden. Jammer, maar geen Sciensano om ons er dagelijks op te wijzen wie daardoor het loodje heeft gelegd. Wereldwijd zit corona aan net geen 500.000 doden. Dat zijn er 10,5 miljoen minder dan er jaarlijks door gebrek aan beweging en slechte eetgewoontes de pijp uitgaan, aldus vakblad The Lancet.

Eerst toch een paragraafje over de breedtesport, de recreatieve sport en bij uitbreiding de competitiesport voor amateurs. Dat is alle sport waarvoor niet meer dan twee keer per week wordt getraind en waarin niet wordt betaald. Voetbal neemt daar een aparte plek in, want er zijn ploegen die maar één keer per week trainen en toch hun spelers betalen. Die hangen nu aan de beademing en wat zou ik graag die toestellen afkoppelen, waardoor het hele systeem van overbetaalde lokale vedetten in elkaar klapt.

De pure recreatieve sport zal zich herstellen omdat de bewegende mens kruipt waar hij/zij niet gaan kan. Heel even was er een bewegingsarme minister die vond dat ritjes van vijftig kilometer en langer per fiets niet-essentiële verplaatsingen waren. Gelukkig kwam het niet zover en woonden we niet in Spanje, Frankrijk of Italië, waar elke verplaatsing buitenhuis moest worden verantwoord.

Een aantal sporten hadden minder geluk en zijn stiefmoederlijk behandeld. Zwemmen is zelfs ronduit vernederd en genegeerd, maar zwemmen is een levenshouding en een zwemmer vindt altijd wel water.

Zal de participatie zich herstellen omdat de homo movens beweegt om te overleven, dan is dat lang niet zeker voor de kwaliteit van de omkadering. Die zal te lijden krijgen onder onvermijdelijke besparingen.

De professionele sport kampte voor de coronacrisis al met een verschraling in het media-aanbod en dat zal zich doortrekken. Sporten die werden beademd – lees: gesteund door mecenaatsponsoring – zullen het extra lastig krijgen. De verwachtingen voor het Belgische volleybal en basketbal zijn ronduit somber. De oplossingen liggen in schaalvergroting en de Beneliga waar men nu in het basketbal aan werkt.

Wielrennen is een apart verhaal. Het is een profsport beoefend door amateurs, maar dan in de ware betekenis van dat begrip. De doorsnee wielrenner is liefhebber. Neem een coureur al zijn centen af en het eerste wat hij doet om zijn hoofd vrij te maken, is een lange rit rijden. Er zal altijd worden gekoerst. Wielrennen heeft de fout begaan dat het van deze crisis geen gebruik heeft gemaakt om het landschap te hertekenen. Dat zal hen nog zuur opbreken want wie sterk stond – de Tour de France en ASO – staat nu nog sterker.

Al-le sport zal lijden onder de crisis, maar het zal met de sporten zijn zoals met de bevolking: wie gezond was, zal sneller herstellen. Voetbal en de Amerikaanse professionele sporten zullen deze crisis niet meer voelen dan de bankencrisis van 2008, die in alle statistieken is verschenen als een minidipje.

Zoals de ongelijkheid tussen de sporten zal toenemen, dreigt ook de ongelijkheid tussen de sporters zich door te zetten. Overbetaalde vedetten enerzijds en een veel minder royaal betaalde supporting cast anderzijds – het verloningsmodel van de filmindustrie – maakt al langer opgang in de Amerikaanse sport en zal ook in Europa ingang vinden.

Al het voorgaande is onder voorbehoud. Als een tweede golf van corona de planeet overspoelt of als een soort Mexican wave terugkeert vanuit het zuidelijk halfrond, is het hek van de dam.

Voor de publiekssport zou een vaccin een zegen zijn. In de eerste plaats omwille van de essentie van spektakelsport: brood en spelen voor een uitzinnig publiek. Zonder vaccin mogen achthonderd toeschouwers in het stadion binnen, moeten ver van elkaar zitten en mogen niet zingen. Als hun team scoort, mag niet worden geroepen, niet in elkaars armen worden gevallen. Applaudisseren zoals bij een kamerconcert mag wel.