Column Coach de Coach over Anderlecht in De Morgen van zaterdag 24 okt 2020

Coach de coach

Gert Vande Broek staat Vincent Kompany bij in zijn coaching van Royal Sporting Club Anderlecht, zo raakte deze week bekend. Een opmerkzame collega legde meteen de link met de komst van Karel Van Eetvelt als CEO naar Neerpede. Van Eetvelt en Vande Broek kennen elkaar van wat we toen nog de KUL mochten noemen.

Het zijn sportkotters van Leuven, net als Anderlecht-voorzitter Wouter Vandenhaute. Gert Vande Broek leek in zijn gat gebeten bij de suggestie dat zijn passage bij Anderlecht meer te maken met lidmaatschap van die alumniclub dan wel met zijn kwaliteiten als coach. Al die academici (de eigenaar is bovendien een apotheker) bij Anderlecht, je schiet er geen ene moer mee op als die elf tussen de lijnen het niet doen, maar het staat ondertussen mooi op LinkedIn.

Van dat selecte gezelschap heeft alleen Vincent Kompany geen hoger diploma. Men heeft ons ooit vanuit Manchester willen laten geloven dat hij een MBA (master of business administration) had gehaald, maar er zijn MBA’s waarvoor je geslaagd bent als je het inschrijfgeld betaalt en er zijn MBA’s die er toe doen. Voor die laatste moet je voorafgaand een universitair diploma hebben behaald en dat heeft hij niet. Is dat van belang om een goede coach of een goede trainer of desnoods een zeer goede voetballer te worden/zijn? In het geheel niet, maar men moet ons niet voor de aap houden.

Kompany is ook zonder academische graad slim en daarom laat hij zich coachen door een ervaren coach. Dat het een volleybalcoach is die hoofdzakelijk met vrouwen heeft gewerkt (waaronder mijn eigen vrouw, ik getuig: best een goede leerschool – grapje), kan vreemd overkomen. Om hier dieper op in te gaan, is een aparte column nodig, maar laten we het hier op houden: als je vrouwen coacht als mannen, kom je er niet. Omgekeerd, coach mannen als vrouwen en de gevolgen zijn evenmin te overzien.

Er zijn nog verschillen. Het verschil tussen voetbal en toeval is de b van bal. Voetbal is een vaak onvoorspelbare aaneenschakeling van onbelangrijke situaties met tussendoor af een toe een hele belangrijke. Volleybal is een sjablonensport van steeds terugkerende voorgeprogrammeerde standaardsituaties, waarbij de tegenstander er niet toe doet, zolang je zelf je spel speelt en alles scoort en minder fouten maakt dan de andere. Het grootste verschil zit hem ten slotte in de kleedkamer. Passanten die het eigen succes boven dat van het team zetten – al helemaal de nationale ploeg die Vande Broek gewend is – zijn in een volleybalploeg op twee vingers te tellen. De passanten in een Belgisch voetbalteam zijn niet op twee, zelfs niet op vier handen te tellen. Een volleybalteam smeden is het belangrijkste doel van een coach. Een voetbalteam smeden is ondergeschikt aan de ontwikkeling van talent: de finaliteit van een voetbalteam is de lucratieve handel in voetballers, mensen.

Het beste voorbeeld is Jérémy Doku, in wie Kompany veel tijd heeft gestoken maar die meteen vertrok bij het eerste bod van een ambitieuze middenmoter uit de kleinste competitie van de G5. Dat is vooral wennen voor Vincent de voetballer, die bovenaan de voedselketen zijn métier uitoefende, maar nu Kompany de trainer-coach is en ergens midden in de voetbaljungle, belaagd van alle kanten, moet zien te overleven.

Kompany analyseerde zelf deze week de manco’s van zijn team. Duurde de wedstrijd maar tachtig minuten, we stonden los op kop, was zijn conclusie. Fout geredeneerd, want hij geeft zelf aan dat het probleem van zijn spelers niet de tijd, maar de instelling is nadat ze op voorsprong zijn gekomen.

De drie hoofdtaken van een trainer-coach in voetbal voorafgaand aan een wedstrijd zijn de juiste spelers selecteren, die spelers op de juiste plaats in het veld zetten en de spelers genoeg opnaaien. Niet te veel zodat het potje niet overkookt en ook niet te weinig om het bobijntje niet te snel te laten aflopen. Als hij dat niet van zichzelf wist, zal Gert Vande Broek, die dat wetenschappelijk heeft onderzocht, het hem wel hebben uitgelegd dat er verschillende leiderschapsstijlen zijn.

Vincent Kompany zegt snoeihard te zijn in de kleedkamer. Niks van gemerkt. Het is wachten op de eerste keer dat hij zijn spelers in het openbaar aanpakt. Vande Broek schrikt er als coach alvast niet voor terug om onder het oog van de camera’s zijn speelsters hun vet te geven. De dag dat Vincent Kompany boos uit zijn dug-out stormt, weet dan dat Vande Broek langs is geweest. Als Kompany een speler bij zijn haren van het veld trekt en er een andere in zet, heeft hij hem zelfs een clipje laten zien van illustere volleybalcollega. Zoek maar op: YouTube, Nikolay Karpol, the howling bear.