Column Super Suck in De Morgen van zaterdag 13 feb 2021

Super suck

Puppy pose. Tim Wellens deed het in de Ster van Bessèges toen hij ontsnapte en de basis legde voor zijn eindoverwinning. Dat zag
er heel stijlrijk uit en niet gevaarlijk, zo alleen onderweg. Lager liggen met de voorarmen op het stuur, vermindert de CdA. De C staat voor coëfficiënt, de d voor drag of windweerstand en de A voor area, of oppervlak. Een lagere CdA betekent minder weerstand door de verkleining van het frontaal oppervlak, dus sneller rijden voor hetzelfde vermogen, dus minder energie verbruiken.

Super tuck dan. Dat kent u vast: neus over het stuur, ballen op de bovenbuis, en maar snelheid maken, weeral een verhaal van C, d en A. Renners doen de super tuck om sneller een berg af te dalen. Ze doen maar. Ik trek boven een jasje aan, zet het half open en als het dan nog te snel gaat, ga ik rechtop zitten, met ellebogen en benen open. Een beetje als een terminale pad die de oversteek heeft gemist, maar ik ben dan ook geen prof.

De puppy pose en de super tuck worden door de internationale wielerbond UCI verboden in het inmiddels wereldberoemde artikel 1.3.008 van de UCI technical regulation. Daar stond al in dat de renner de voeten op de pedalen, de handen op het stuur en het zitvlak op het zadel moet houden. Vanaf 1 april komt daar een verduidelijking bij: je mag niet op de bovenbuis zitten en de voorarmen mogen niet dienen als steunpunt, tenzij in een tijdrit.

De renners zijn furieus, op een paar uitzonderingen na vinden zij het super suck. Iljo Keisse argumenteerde dat de renners zelf wel zullen beslissen hoe ze (naar beneden) rijden. Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Soms zijn buitenstaanders beter geschikt om een probleem te benoemen en te verhelpen, denk maar aan doping. Als de renners begin deze eeuw alles zelf hadden kunnen bepalen, zaten we nog met het dopingspook.

Afgezien daarvan hebben de protesterende renners wel een punt. Het absurde aan de hele discussie is dat de renners niet werden betrokken bij die besluitvorming die als doel heeft, hun beroep, het wegwielrennen in peloton veiliger te maken. Nog vreemder wordt het als blijkt dat de CPA, de rennersvakbond die al zo onder vuur lag bij de renners, mee is gegaan met de UCI in dit verhaal.

Louis Vervaeke van Alpecin-Fenix, een slimme renner die zelden zijn mond opentrekt, was vernietigend: “Hoeveel renners zijn al gestorven, zo hard gevallen dat ze verlamd waren of belandden in een coma nadat ze in super tuck-houding of met hun handen op hun stuur hebben gereden? En hoeveel door onveilige wegen, motoren of niet-goedgekeurde nadars? Kun je de tel nog bijhouden?”

Het grote probleem van het wielrennen ís de veiligheid, met dat steeds sneller peloton, op dat steeds nerveuzer materiaal, op een
al maar minder geschikte openbare weg. Dat is benoemd, dat is geanalyseerd, er zijn voorstellen geformuleerd. Helemaal veilig
krijg je het wielrennen nooit, maar veiliger maken kan wel en daarvoor volstaat moed en visie. Moed en visie om een allesomvattend masterplan te schrijven, samen met de renners. Met daarin een doorgedreven kwaliteitscontrole voor de parcours van start tot aankomst, met strenge regels voor het gemotoriseerd verkeer in de koers, en met een afdwingbare gedragscode voor de renners, niet het minst voor de massasprint.

Pas als de renners beseffen dat hun bestuurders oprecht bekommerd zijn om hun veiligheid, zullen ze ook regels aanvaarden zoals het verbod op vreemdsoortige, al bij al ongevaarlijke fietshoudingen en het weggooien van drinkbussen op niet-voorziene plaatsen. Dat de UCI met deze nieuwe maatregelen het veiligheidsprobleem bij de renners neerlegt, is een belediging van formaat.

Er zijn corrupte sporten en sportbonden: bijvoorbeeld het atletiek ten tijde van Lamine Diack, of de AIBA of Internationale boksbond, of de internationale gewichtheffersbond en sinds kort mag daar ook de internationale biatlonfederatie bij in die 26 jaar dat de Noor Anders Besseberg daar de baas was. Vervolgens zijn er slecht bestuurde sporten en sportbonden zoals het malgoverno van het wielrennen door de UCI. In geen ander sportmilieu zijn de bestuurders – we houden het netjes – zo incompetent én tegelijk zo bekrompen en archaïsch als in het wielrennen.

België levert de meeste profrenners af. Als ze willen dat hun protest weerklank krijgt, dan raad ik hen aan om bij hun trainingsritjes door de Vlaamse Ardennen boven op de Paterberg aan te bellen bij het eerste huis links. Daar woont de voorzitter van de wegcommissie van de UCI en van de Professional Cycling Council en hij is ook nog eens lid van het UCI Management Committee. Kampioenenshirtjes aantrekken kan hij als geen ander. Laat het hem ook eens uitleggen hoe de vork daar in Aigle in de steel zit.