Amerikanisering
Interessant interview met Michael Verschueren gelezen in Het Laatste Nieuws van afgelopen zaterdag. Michael Verschueren is, zoals u wel weet, de zoon van Mister Michel. Michael was niet soft, maar toch niet hard genoeg voor de slechte wereld van het voetbal. De ‘turnmeester’ Michel Verschueren had daar geen probleem mee. Hij kon af en toe een bullebak zijn, maar met het hart op de juiste plek. Je kon op hem schelden zoals op deze plek meer dan twintig jaar geleden wel eens is gebeurd, en dan kreeg je op zaterdagochtend telefoon. “Kom ne keer iets eten in mijn frituur, we moeten een klapke doen.”
Michael Verschueren is behalve kleine aandeelhouder bij Royal Sporting Club Anderlecht ook lid van het executief van de European Club Association. Die drukkingsgroep van voetbalclubs is ontstaan in 2008 uit de toenmalige G14 die een zetel had op de Gulden Vlieslaan in Brussel en als lobbygroep was erkend bij de Europese Unie. Uiteindelijk braadde die haring daar niet en werd geopteerd voor een rol binnen de UEFA. Die ECA heeft dertien van de achttien leden in UEFA Club Competitions Committee, de commissie die gaat over de verschillende Europabekers.
Verschueren werd in HLN onder meer aan de tand gevoeld over de op handen zijnde hervormingen van de pan-Europese clubcompetities. Naast de UEFA Champions en Europa League komt vanaf volgend seizoen een derde competitie: de Conference League. Michael Verschueren verdedigde die plannen en daar is niet iedereen in België blij mee.
De nummer drie en vier van de Belgische competitie zullen meer dan waarschijnlijk in die Conference League uitkomen, de Europese derde klasse dus. De nummer twee, als die zich niet heeft kunnen plaatsen voor de Champions League, krijgt in de huidige Europa League een stekje en de kampioen is voorlopig nog gekwalificeerd voor de Champions League.
In de nabije toekomst zal de Belgische kampioen alleen nog bij hoge uitzondering de Champions League halen. In de verre toekomst wellicht nooit meer nu de UEFA vanaf 2024 denkt aan een Europese supercompetitie boven alle andere. Het protest daartegen komt van de European Leagues. Dat is de koepelorganisatie van de Europese nationale competities die in 2005 het licht zag. De European Leagues hebben binnen de UEFA niet de vertegenwoordiging, noch de macht die de ECA heeft.
Zij zien een gevaar in de plannen van de UEFA. Die zouden een eerste stap zijn naar een gesloten competitie en de toegang voor kampioenen uit kleine competities in de hoogste Europese competitie bemoeilijken of uitsluiten. Nog een bezwaar: de belangen zouden verschuiven van het nationale naar het internationale, waardoor de inkomsten van de nationale competities zouden verminderen. Er zouden meer Europese wedstrijden komen – ook in het weekend – en ten slotte zou de kloof tussen de Europese elite en de andere clubs in kleine landen nog groter worden.
Michael Verschueren ziet geen probleem in de Europese hervormingen. Ik ook niet. De amerikanisering van het Europees voetbal stond in de sterren geschreven en voor één keer is amerikanisering niet fout. Een goed uitgedokterde pan-Europese supercompetitie heeft alles om de voetbalconsument te plezieren.
Op termijn is het afsluiten van de competitie zelfs de enige weg. De vereisten om met de top mee te mogen doen, zullen niet langer puur sportief zijn. De commerciële slagkracht van een kandidaat-deelnemer zal het belangrijkste criterium worden. Kan de club die deelneemt aan de European Super Champions Premier League, of hoe dat ding ook zal heten, bijdragen tot het product? Heeft die een achterban en een stadion – dus een marktplaats – op niveau van het product? De haast die Club Brugge maakt met de bouw van het nieuwe stadion heeft precies te maken met die Europese plannen en de daarmee gepaard gaande normen. Als FCB de enige Belgische club is die over een modern stadion van 40.000 man beschikt, maakt het een kwantumsprong. Europa en niet langer België is dan de speeltuin.
Dat de pintjesliga bij de hervorming van de Europese competities grotendeels of misschien helemaal uit de boot zal vallen, staat nu als een paal boven water. Wij boksen boven ons gewicht door een aantal fiscale en parafiscale voordelen, maar we zijn en blijven een feeder league, zoals dat in de sporteconomie heet. Wij kopen in, wij leiden op en we verkopen door naar de top van de voedselketen. Financieel zal het weinig of geen verschil maken, volgens Michael Verschueren. Het statusverlies in Europa moeten we erbij nemen, tenzij we vol voor de BeNeLiga gaan. Daarin moet ik hem tegenspreken: één plus één zal bij een BeNeLiga nooit drie zijn. Hooguit anderhalf.