Naar de beurs
Ooit kocht ik een boek van onze voormalige veldritmedewerker Paul D’Hoore. Hij was beursgoeroe geworden en op de vraag welke aandelen je moet kopen, antwoordde hij poepsimpel: je kunt misschien beginnen met aandelen van een merk waar je zelf in gelooft.
Kort daarna zat ik in de VS en had mij naar binnen gepraat bij Phil Knight en Nike. Phil zou ik maar vijf minuten spreken, geleund tegen zijn Honda Acura, maar ter compensatie voor de niet nagekomen afspraak kreeg ik een bezoek van twee dagen en tot slot een pasje voor drie uur shoppen in de personeelswinkel.
Mijn laatste babbel had ik met de baas van investors relations. Dat zijn de gasten die communiceren met potentiële en huidige investeerders van een (beursgenoteerde) onderneming. “One good advise”, zei de man toen hij mij uitgeleide deed, “buy Nike stock. It’s emo combined with a lot of ratio.”
Na die twee dagen kwam ik in trance naar buiten. Ik geloofde na dat bezoek in Nike. Kortom: ik heb Nike-aandelen gekocht. En in één moeite ook Apple, want daar geloofde ik ook in. Een paar jaar later heb ik die aandelen voor het dubbele verkocht. Dom misschien, maar de andere gouden regel van beursgoeroes was toen: verkopen als je 20 procent winst hebt.
Voor wie niet snel genoeg aandelen kan kopen van Club Brugge, als die beursgang er ooit komt: kópen, doe wat je niet laten kunt. Besef alleen dat de ratio compleet ontbreekt en denk een beetje na voor je je hele spaarvarken aan Verhaeghe-Mannaert toevertrouwt. Voetbalaandelen zijn per definitie emo-aandelen en daarmee maak je nooit winst, zo heeft het verleden uitgewezen.
Nogal wat economen en beursspecialisten beweren op basis van de slechte resultaten uit het verleden (in dezen wel een garantie voor de toekomst) dat voetbalaandelen pure geldklopperij zijn, bedoeld om de brave fans geld afhandig te maken waar ze niks voor in de plaats krijgen. Niet een stukje van de opbrengst bij de verkoop van Charles De Ketelaere, en voor de dividenden moet je het ook niet doen want voetbalclubs maken liever verlies dan winst.
Anderzijds worden ze wel uitgenodigd voor de jaarlijkse algemene vergadering. Jammer maar helaas, daar liggen alleen hamerstukken en worden dingen besproken waar ze niks van begrijpen. Voor de blauw-zwarte fermette-Vlaming, voor wie het bruto familiaal geluk rechtevenredig is met de resultaten van ‘de Club’, maakt dat niks uit. Die spaart zich desnoods het eten uit de mond voor zijn/haar voetbalkerk, en de gedachte van aandeelhouder te zijn versterkt nog die betrokkenheid.
Geniaal idee dus, die beursgang. Alleen, hoe moet dat gaan en waarover spreken we eigenlijk? Is het een kapitaalverhoging met het oog op de bouw van het stadion? Of gaat het om de verkoop van bestaande aandelen, dus om de huidige aandeelhouders te laten cashen? Mijn gok: het is een beetje van allebei.
Het lijkt weinig waarschijnlijk dat meer dan 30 procent van de aandelen van FCB op de beurs zullen komen. Ter info: Bart Verhaeghe heeft 70 procent, manager Vincent Mannaert 17,5 en de resterende zowat 12 procent is in handen van wat ondernemers (onder meer Luc Maes van Latexco en Jan Boone van Lotus).
De Tijd berekende wat de beurswaarde van Club zou kunnen zijn en kwam uit op een koers/omzetverhouding van 1,6 tot 1,8, dus 233 miljoen euro. De krant baseert zich op wat ze vergelijkbare Europese clubs noemt. Ik wil gestudeerde economen niet tegenspreken, maar Club kan niet de vergelijking doorstaan met Man United, Juventus, Lyon, Dortmund, zelfs niet met Celtic en Ajax.
De reden is simpel: Club is marktleider in België, de elfde voetbaleconomie van de planeet, en op korte, middellange en lange termijn komt daar weinig verandering in. Bepaald triest en onverdiend hoe Club donderdag werd uitgeschakeld door Dinamo Kiev, maar helemaal dramatisch dat dit op termijn meer dan waarschijnlijk België (FCB dus) de rechtstreekse plaatsing voor de eindronde van de Champions League kost.
Na de hervorming van de Champions League en de Europese competities is het goed mogelijk dat de toegang tot de vetste vetpotten van het Europees voetbal voor de Belgische kampioen extra wordt bemoeilijkt. De groeimarge voor Belgische clubs is miniem en het zou weleens kunnen dat Club financieel op zijn top zit.
De timing om een eventuele beursgang net nu te laten lekken leek de juiste, maar het Europees avontuur legt nog maar eens de vinger op de wonde: voetbal is de meest oneerlijke en onvoorspelbare sport en daarom een hoogst volatiele business. Bij Club is die onzekerheid dubbel, want dat stadion staat er nog lang niet en die Beneliga waar ze in Brugge zo hard op hopen komt er helemaal niet.