Code rood
Bijna een jaar geleden zat ik in De afspraak naast professor-expert infectiologe Erika Vlieghe, samen met Steven Van Gucht de meest vertrouwenwekkende en minst mediageile van alle echte en zogeheten experten, maar dat is dan ook een geheel persoonlijke mening. Ik zat daar in verband met het al of niet doorgaan van de Olympische Spelen in Tokio en ik had toen nog het gevoel dat het allemaal wel in orde zou komen tegen de zomer. Niet dus en ik ben inmiddels geleerd: nu kan ik alleen hopen dat het tegen volgende zomer goed komt en dat ik in het spoor van de olympische atleten in Tokio mag landen, gevaccineerd en wel.
Toen ik daar bij De afspraak zat, waren Frankrijk, Italië en Spanje al helemaal op slot en mocht de gemiddelde burger van die landen zich nog hooguit een kilometer buiten zijn huis begeven en in sommige landen zelfs alleen om inkopen te doen. Ik zei – het was niet mijn onderwerp, maar ze hebben in die actuaprogramma’s graag wat kruisbestuiving – dat ik mij aan alle regels zou houden, maar nooit de beperking van één kilometer zou aanvaarden.
Ik gaf het voorbeeld van waar ik woonde – in een bosgebied met single tracks waar ik geen mens tegenkom – en dat ik zou blijven mountainbiken waar en hoe ik dat wilde. Mevrouw Vlieghe schuifelde wat heen en weer op haar stoel en jawel, ik heb mij achteraf geëxcuseerd voor die ongemakkelijke confrontatie. Ze zei nadien wel dat het nooit zover zou komen in België, maar dat ze zoiets moeilijk kon verklaren in een studio.
Onmiddellijk liepen bij de krant verontwaardigde reacties binnen en belandde ik heel even in de wasmachine van de sociale media. Het was nog niet voorbij. Pieter De Crem, toen nog minister, vond in al zijn onmetelijke wijsheid dat ritjes met de fiets van meer dan vijftig kilometer niet langer verantwoord waren. Ik tweette daarop dat hij gelijk had want dat een beetje wielertoerist eind maart toch al aan honderd kilometer moest zitten. Wéér verontwaardiging: van een wielerterrorist viel geen burgerzin te verwachten.
Toch wel, maar niet als het burgeronzin is. U herinnert zich vast nog wel dat het bijna daags na de lockdown van 16 maart ineens zomer werd, ja toch? Welnu, kort daarna – de kilometer-van-huis-beperking was er niet gekomen maar de grenzen waren wel dicht – ben ik in een vlaag van burgerlijke ongehoorzaamheid de grens overgestoken nabij Sint-Laureins en in een bocht naar Cadzand-Bad gereden. Een honderdje, waarvoor ik op de heenweg over een grote berg zand moest klauteren en op de terugweg tussen Sluis en Damme heksentoeren moest uithalen om mij langs een metershoog hek te wurmen nadat ik eerst mijn fiets aan de andere kant in het gras had gegooid. Slecht voor de derailleur en voor de schoenplaatjes, maar het voelde als een overwinning.
Ik vraag mij nu al een een paar maanden af hoe we over enkele jaren op deze periode zullen terugkijken. Ik hoop alvast dat een aantal heel gemotiveerde studenten en hun professoren nu al bezig zijn de rol van de media in het versterken van het angstgevoel bij burgers en politici te fileren. Nooit is meer pseudo-wetenschap en slechtere statistiek opgeschreven en/of verteld dan het voorbije jaar. Ik hoop ook dat een aantal gerenommeerde onderzoeksinstituten na deze ellendige periode met duidelijke richtlijnen zullen komen over hoe we in de toekomst moeten omgaan met een onbekend virus dat velen besmet maar alleen de zwaksten doodt.
Voor alle duidelijkheid, ik houd mij aan de mondmaskerplicht, net als aan de afstandsplicht, alleen met het bezoek van mijn twee kinderen en twee kleinkinderen neem ik het niet zo nauw, maar knuffelen is er niet bij. Ik vreet wel een hele krant op als straks die studies, rapporten en aanbevelingen niét met de conclusie komen dat we met heel wat maatregelen zijn doorgeschoten en met andere oekazes de bal compleet hebben misgeslagen.
Neem nu het verbieden van sport en dan heb ik het niet over profsport met of zonder publiek maar over recreatieve sport en recreatief bewegen. Gelukkig zijn de zwembaden nu alweer een tijdje open, maar het is toch niet te geloven dat die ooit zijn dicht gegaan. Sporten houdt je fit, houdt je gezond. Zelfs voor binnensport overstijgen de voordelen de nadelen en daarom is dat verbod op competitieve buitensport niet te vatten. Wat is nu gevaarlijker? 22, 10 of 12 jongens, meisjes, mannen, vrouwen in korte broek
die samen sporten of een duizendvoud daarvan dat uit arren moede bij de eerste opstoot van de zon naar een kustdijk trekt? De burgemeesters van Oostende en Blankenberge maakten zich druk over code geel of oranje. Dat komt ervan als je de sport in code rood zet.