Belgische gloriedag
Dag dertien van zestien op de Olympische Spelen en tijd om er een lap op te geven. Journalistiek, columnistisch en sportief als het even kan. Vandaag kan België twee gouden medailles en een zilveren winnen. Ga maar even terug in de geschiedenis, dat is dit land na de Tweede Wereldoorlog nog nooit overkomen.
Sowieso zijn wij Belgen geen specialisten in olympisch goud ophalen. Peking 2008 was daarop een uitzondering, maar dat ging in twee schuifjes. Op de laatste vrijdag toen België nog medailleloos, moedeloos en wezenloos rondhuppelde haalde de 4×100 bij de vrouwen een mooie zilveren medaille achter Rusland. Een jaar later werd dat omgezet in goud omdat ze bij een Russin iets in de urine hadden gevonden dat daar niet mocht in zitten. Doping dus. Een dag na die mooie medaille won Tia Hellebaut het toen nog enige Belgische goud in het hoogspringen. Een topmedaille. Twee medailles, twee keer goud.
Twee keer goud op de Spelen is zeldzaam voor dit land. Het is het Belgian Olympic Team overkomen – dat is niet overdreven – op de eerste dag in Rio toen Greg Van Avermaet verrassend voorop geraakte en de sprint won van Jakob Fuglsang. In de tweede week kwam Nafi Thiam van ongeveer nergens uit en liep, sprong en gooide zich naar de eerste plaats in de zevenkamp.
Twee keer goud haalden we ook in Atlanta 1996 en wie er bij was herinnert zich nog dat elke Belg in Atlanta de eerste zondag van de Spelen werd bekeken alsof hij plots deel uitmaakte van een ineens wakker geworden sportieve supernatie. Een minder aangenaam bijproduct was dat we ook werden gefeliciteerd. Ik zelfs door (toen nog) prins Filip, en een collega van Le Soir bezwoer mij dat Filip dacht dat ik Fred Deburghgraeve was.
Op die gloriedag van Fredje won België nog een medaille. Dat was het judobrons van Harry Van Barneveld. Heerlijke gast, de Harry, ik hoor het hem nog zeggen: “We winnen haast nooit medailles op de Spelen en als ik er een keer één win is er godverdomme iemand die tegelijk met mij goud moet winnen.” Zo was het maar net, Harry’s triomf raakte ondergesneeuwd.
Zeker toen het een dag later weer prijs was, nu met een andere judoka: Ulla Werbrouck smeerde met een sublieme overname een Japanse een ippon aan. Het was de start van wat tot op heden de meest succesvolle Spelen aller (moderne) tijden zijn geworden voor België: zes medailles, waarvan twee keer goud.
Daarom zou het zo mooi zijn als België er vandaag twee keer goud bij doet. Drie keer goud heeft België nog nooit gehad, tenzij dan op de eigen Spelen in Antwerpen in 1920 (veertien keer goud) en vier jaar later in Parijs (drie keer goud). Op de eerste moderne Olympische Spelen in Parijs in 1896 was dit land zelfs vijf keer de allerbeste.
De zeven medailles en twee keer goud van de Spelen in 1948 in Londen is het naoorlogs record voor dit land. Aan zeven geraakt België in Tokio niet meer, of het zou alle grote en kleine kansen in medailles moeten omzetten. Vandaag zal daar zeker wat bij komen. Te beginnen morgenavond rond de klok van halftien hier in Tokio, dus zeven uur vroeger bij u, als de hockeyers klaar zijn met hun finale tegen Australië. Rond die tijd wordt ook de afsluitende 800 meter gelopen in de zevenkamp voor de vrouwen.
Om het met José De Cauwer te zeggen: het zou zomaar kunnen dat we binnen de vijf minuten twee extra gouden medailles ophalen. Of niet natuurlijk, want wij blijven België, een sportland waarmee het vaker mis gaat dan goed.
In die hockeymannen heb ik wel vertrouwen. Dat hele management is ook zo on-Belgisch als maar kan en dat heeft zo zijn voordelen als het erop aankomt om recht op een doel af te gaan. De ploeg lijkt mij fysiek op en top en hun wil om te winnen en geloof in eigen kunnen is groter dan ooit tevoren bij een Belgisch team. De kans dat dit wel goed komt, is groot.
Wat Nafi Thiam betreft zijn de meningen onder de atletiekkenners na haar eerste dag verdeeld. Sowieso is ze er na vier proeven nog niet in geslaagd ook maar één keer in de buurt van een persoonlijk record te komen. De concurrentie is ook niet top en toch staat ze pas derde na de eerste dag en dat is haar nog niet al te vaak overkomen. Evenmin dat de tweede een Belgische is die 20 punten voorsprong heeft op haar en de eerste een Nederlandse die al 47 punten bonus heeft. Als alles meezit, kunnen we vandaag zelfs drie medailles winnen: twee keer goud en één keer zilver. Zit alles tegen, dan is het één keer zilver. Van één medaille zijn we zeker: de hockeyers winnen minstens zilver.