Amusante televisie
Als u na donderdagavond bent vergeten te checken: Iris Nechelput is nog steeds samen met Otto-Jan Ham en ze hebben ook nog drie kinderen. Idem voor Elodie Ouédraogo en Jeroom Snelders, nog steeds een koppel, met één zoontje. Of dat samenzijn bij beide koppels dezer dagen meer is dan wonen onder één dak ziet u volgende donderdag.
We zijn twee afleveringen ver van De tijd van ons leven op Eén en als u één zin moet onthouden van deze column is het deze: De tijd van ons leven is onzin die nergens over gaat, een belediging voor de topsport, maar het is goed verpakt en het is amusante televisie.
Als u zweert bij Canvas en onze pretnetten links laat liggen, deze update: in De tijd van ons leven trainen Otto-Jan Ham en Elodie Ouédraogo voor het WK tijdrijden, dat op 19 en 20 september tussen Knokke en Brugge wordt gereden. Niet het WK tijdrijden voor de media of voor BV’s, neen, het echte WK tijdrijden waar ook Wout van Aert en Lotte Kopecky aan meedoen. Die rijden die 43 en 30 kilometer tegen respectievelijk een dikke 50 en bijna 45 per uur.
De uitdaging van presentator Otto-Jan Ham en duizendpoot Elodie Ouédraogo bestaat erin een tijd neer te zetten waarmee ze niet laatste worden. Dus minimaal één wielrenner (m/v) kloppen. Dat mag ook iemand zijn die onderweg een wiel is verloren en te voet binnenkomt, zolang zij maar niet laatste in de uitslag staan.
Dat aspect van het verhaal bevreemdt al. Het lijkt onmogelijk dat Ham en ‘Elo’ door de UCI in de uitslag worden opgenomen. Die hebben geen licentie, al helemaal geen proflicentie, zijn niet geselecteerd door een nationale ploeg, enfin, tellen dus voor de juryleden van de UCI niet mee. Ik weet ook niet of Belgian Cycling daar zo mee is opgezet. Ze zijn er alvast niet bij betrokken en dat zegt genoeg.
BV’s, sport- of andere journalisten die uitdagingen aangaan die ze beter niet zouden aangaan, het is stilaan een uitgewoond format. Dat begon ooit met de jonge Karl Vannieuwkerke die renner wilde worden, maar het bleef bij een boek met die naam. Toch de meest lovenswaardige poging tot op heden van een BV die zijn dromen najaagt.
Intussen hebben we Ruben Van Gucht ooit de hele Ronde van Vlaanderen in zijn eentje zien rijden; superslechte tv maar hulde voor de prestatie. Maarten Vangramberen beet de voorbije jaren zijn tanden stuk op allerlei wereldrecords en blijft daarmee doorgaan, en ondertussen zagen we een nieuwslezeres balletdanseres worden. Dat laatste was geen topsport en Thomas Vanderveken die zich vergreep aan ‘Pianoconcert in a mineur’ van Edvard Grieg was dat ook niet, maar u begrijpt wat hier wordt bedoeld. Nu nog het format ‘journalist gaat uitdaging aan om aan journalistiek te doen’ en de cirkel is rond.
Tussendoor was er natuurlijk de uiterst grappige Saartje Vandendriessche die weerom een heel stel BV’s uitdaagde om het tegen haar op te nemen in gewaagde en minder gewaagde proeven. De overkill was toen al een feit, maar met Saartje kun je altijd lachen en dat is de bedoeling van dat soort programma’s, wat niet belet dat na De tijd van ons leven een moratorium op geteleviseerde midlifecrises op zijn plaats is.
Heel eerlijk, ik heb mij bijzonder vermaakt met de eerste twee afleveringen. Hoe het harmonieuze stel Ham-Nechelput licht neurotisch wordt van een man die eten begint af te wegen en ten slotte veel te mager wordt. Hoe Jeroom zijn plezante madam ziet transformeren in de gefocuste topatlete van weleer. En hoe een trainingsschema het doen en laten van een heel gezin bepaalt.
Been there, done that. In 2011 meer in het bijzonder, met een ironman als einddoel. Ook voor de televisie. Ik dacht in beperkte kring voor de regionale tv, maar nadien is die content goedkoop aan andere regionale zenders verkocht waardoor uit heel Vlaanderen reacties kwamen op mijn hybris.
Ik vond het van mijzelf nergens op lijken, maar wil er de heer Ham en mevrouw Ouédraogo toch graag tussentijds op wijzen dat ik van hun prestaties op de fiets voorlopig ook niet bepaald onder de indruk ben. Otto-Jan die ocharme 24 kilometer per uur gemiddeld reed tijdens de olympische tijdrit (op rollen nog wel, dus zonder de tegenwind), pff, wat was dat? Toen ik tien jaar ouder was haalde ik 30 gemiddeld over 180 kilometer (1.200 hoogtemeters), maar wel na 3,8 kilometer zwemmen en ik moest nog wat overhouden voor een marathonnetje.
Dat mag dus een stuk sneller. Aangezien het televisie is, en aangezien Woestijnvis aan de knoppen zit, denk ik dat het plots nog een stuk harder zal gaan. Maar voorlaatste worden? No way, tenzij er alsnog Nepalezen op teensletsen en Afghaansen in boerka, op bakfietsen, zijn ingeschreven. Goeie televisie die u moet zien? Neen, maar wel amusante tv. Al was het maar voor Jeroom, de Oscar van de beste mannelijk bijrol is voor hem.