Column BOIC-voorzitter in De Morgen van maandag 6 september 2021

BOIC-voorzitter

De sterkste voorzitter die het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité ooit had, was Raoul Mollet. Eentalig Frans, dictatoriaal, geen fan van vrouwen tenzij ze spontaan voor hem gingen liggen, maar anderzijds wel een visionair. Hij had bovendien een mooie eigenschap van sterke leiders: hij koos steevast voor sterke figuren. Wie hem intellectueel uitdaagde, die wilde hij rond zich.

Mollet was het die Jacques Rogge naar het hoofdbestuur van het olympisch comité haalde en hem zijn opvolger maakte. Jammer genoeg was er nog een andere sterke man die hij er eerder al had bijgehaald, en die ook veel ambitie had. Twee hanen op het olympisch erf was te veel. Adrien Vanden Eede won het in de machtsstrijd van Jacques Rogge die maar vier jaar voorzitter was en wiens impact dus beperkt bleef.

Vanden Eede volgde Rogge op in 1992 en ging ten onder aan alcoholmisbruik en malversaties. Na Vanden Eede werd François Narmon verplicht om Vanden Eede op te volgen. Hij had jarenlang als penningmeester het gesjoemel van Vanden Eede óf niet opgemerkt, óf niet willen opmerken en werd voor zijn verantwoordelijkheid gesteld. Puin ruimen, of mee worden gesleurd in een onverkwikkelijke zaak die op hem zou afstralen.

Narmon – de man van het Gemeentekrediet, later Dexia – was een bijzonder zwak voorzitter en in die jaren verloor het BOIC al zijn glans als superbond. Zijn opvolger in 2004 was Pierre-Olivier Beckers van de Delhaize-groep. Zijn spreuk toen hij in de adelstand werd verheven, luidde ‘Cum deo at homines’, of ‘Met god maar met mensen’. Geen mens die begreep waar dat voor stond, en dat gold ook een beetje voor die zeventien jaar dat zijn voorzitterschap heeft geduurd. Dat is het op twee na langste, na de negentien jaar van de nazi-sympathisant Henri de Baillet-Latour en de 24 jaar van Raoul Mollet.

Beckers zit inmiddels gebeiteld als IOC-lid en doet nu een stap terug. Het BOIC dat hij achterlaat, is een veredeld reisbureau dat – kort door de bocht, maar wel de realiteit – meer geld opmaakt voor het eigen (niet) functioneren dan het van de gemeenschappen en de nationale loterij toegestopt krijgt. Ik heb Beckers daar in 2006 al eens op gewezen, waarna hij totaal verbouwereerd de woorden stamelde: “Il faut que ça change”.

We wachten nog steeds op een beetje ‘change’ en misschien dat die er nu komt, want volgende vrijdag wordt zijn opvolger gekozen. Lange tijd leek dat een uitgemaakte zaak, zoals zo vaak in die bonden. Jean-Michel Saive was na zijn succesvolle tafeltenniscarrière opgenomen in de bestuurderskringen van de Franstalige sport en geraakte als atletenvertegenwoordiger uiteindelijk ook binnen bij het BOIC, waar hij zich handig naar een ondervoorzitterschap maneuvreerde. Hij werd de laatste jaren gegroomd om Beckers op te volgen.

Begin juli raakte bekend dat ex-judoka Heidi Rakels ook haar kandidatuur had gesteld en dat was een domper op de olympische machinaties. Rakels heeft een iets ander profiel dan Saive en dat is voorzichtig uitgedrukt. Er is namelijk geen enkele goede reden te bedenken om Rakels niet te verkiezen boven Saive.

Tegenover de sportbestuurlijke ervaring van die laatste heeft Rakels de troef dat ze niet is bezwaard door die ervaring, wat haar zal toestaan om de nodige veranderingen door te voeren. Saive (ex-nummer één) mag dan aan zeven Spelen hebben deelgenomen, hij heeft op die Spelen toch vooral het devies deelnemen is belangrijker dan winnen in daden omgezet. Hij geraakte nooit verder dan een kwartfinale. Rakels won brons in 1992 en werd vijfde in 2000.

Saive heeft weinig of geen opleiding genoten en maakte carrière via de cenakels van de Waalse partijpolitiek en administratie, twee communicerende vaten. Rakels timmerde tegelijk als judoka aan een succesvolle carrière en haalde een diploma burgerijk ingenieur computerwetenschappen. Na haar judo begon ze een bedrijf dat wereldleider werd in de beveiliging van bankensoftware. Dat heeft ze inmiddels deels verkocht nadat ze een tijdlang als CEO zelf de operationele leiding in handen had.

Saive is Franstalig. Rakels is Nederlandstalig. Ze zou na Rogge nog maar de tweede Nederlandstalige voorzitter van het BOIC kunnen worden. In de 115 jaar dat deze superbond bestaat, is die alleen tussen 1988 en 1992 door een Vlaming geleid. Ten slotte, niet onbelangrijk: Saive is een man, Rakels een vrouw.

Als de meest competente kandidaat tot de juiste taalrol behoort, de beste papieren heeft én een ambitieus programma, en ze is ook nog eens een vrouw, waarom is het dan lang niet zeker dat die vrijdag wordt gekozen? Antwoord: omdat zwakke mannen altijd kiezen voor andere zwakke mannen en nooit voor verandering.