Column La Belgique de papa in De Morgen van maandag 13 september 2021

La Belgique de papa

Vorige week stond hier over de verkiezing van de nieuwe voorzitter van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité: “Als de meest competente kandidaat tot de juiste taalrol behoort, de beste papieren heeft én een ambitieus programma, en ze is ook nog eens een vrouw, waarom is het dan lang niet zeker dat die wordt gekozen? Antwoord: omdat zwakke mannen altijd kiezen voor andere zwakke mannen en nooit voor verandering.”

Helemaal juist voorspeld, en helaas stemden zwakke vrouwen ook voor zwakke mannen. Heidi Rakels kreeg maar 33 procent van de stemmen. Dat is beschamend en moet tot denken aanzetten bij het BOIC maar meer nog bij de Vlaamse sport en de vrouwen. Rakels had twee nadelen: ze had haar kandidatuur relatief laat aangekondigd, maar haar grootste manco was dat ze niet tot de cenakels van het bondenlandschap behoorde. Jean-Michel Saive zat al een eeuwigheid in dat BOIC en hoewel dat met deze instelling evengoed een bewijs van onbenulligheid kan zijn, ziet men dat in het (nationaal) bondenlandschap omgekeerd.

Verder had Rakels alleen maar voordelen. Neem nu de taalrol. Als een nationale instelling in een door Vlaanderen gedomineerd domein in haar 115-jarig bestaan welgeteld vier jaar is geleid door een Vlaming is daar niks fanatiek Vlaamsgezind aan om die Vlaamse kandidaat automatisch te verkiezen boven de Franstalige. Al was het maar uit respect voor de taalrol die het meeste geld opbrengt voor de topsport en veruit de meeste medailles haalt.

Op voorwaarde uiteraard dat de competenties van de Vlaamse kandidaat minstens evenwaardig zijn aan die van de Franstalige. Inzake intelligentie, competentie en bewezen verwezenlijkingen: zelfs als de apparatsjik Saive naar boven kijkt en een bril opzet, ziet hij niet eens de hielen van durfondernemer Rakels. Komt daar nog bij dat Rakels de eerste olympische medaillewinnaar had kunnen zijn in het hoofdbestuur van het BOIC en bovendien een vrouw is.

Neen, Saive is geen domoor, wel een ex-topper en een sympathieke gast. En slim. Na zijn verkiezing zei hij dat alles prima loopt en het steeds beter gaat met de olympische sport en dat niks moet veranderen. Dat is wat het kiespubliek van de nationale bonden wilde horen en waarvoor ze hebben gestemd: meer van hetzelfde. De sportieve realiteit is deze: 40 procent van de Belgische bevolking levert 20 procent van de medailles, maar eist de helft van de macht op.

De financiële realiteit? Het BOIC hangt aan het infuus van de gemeenschappen en van de Nationale Loterij en verteert meer aan werkingskosten dan het zelf opbrengt met sponsoring. De enige toegevoegde waarde van het BOIC zit hem in de logistiek rond de Olympische Spelen. Rakels niet verkiezen is een gemiste kans, maar dan toch vooral voor de Vlaamse sport die zich niet genoeg heeft geprofileerd en dwingend opgesteld in de nationale sportstructuren. Sport Vlaanderen had ook meer kunnen doen. De minister van Sport had meer kunnen doen. En de vrouwenbeweging Change. De Taskforce Women & Sports van het BOIC bestond het zelfs om niet voor Rakels te stemmen. Per saldo levert het BOIC zelfs een vrouwelijke bestuurder in. In 2021.

Er zit ook een voordeel aan de niet-verkiezing van Rakels. Voor de Vlaamse sport is het beeld nu scherp: la Belgique de papa bestaat nog steeds en is nergens meer uitgesproken dan aan de Boechoutlaan in Laken. Dat maakt meteen duidelijk dat het BOIC tel qu’il est niet kan blijven bestaan.

In het verlengde moet ook het Belgisch bondenlandschap op de schop. Het evenwicht tussen de taalgemeenschappen in de nationale sportbonden, die vaak niet meer zijn dan lege dozen bemand (zelden bevrouwd) door lege hoofden, is een aanfluiting van de sportieve realiteit. Eind de jaren zeventig werd een aanzet gegeven met de splitsing van de sportbonden en dat trok zich door in de jaren tachtig. Het is tijd voor een tweede rondje politiek realiteitsbesef.

Wat daarbij kan helpen om het BOIC wakker te schudden is een herziening van de Vlaamse geldstromen, te beginnen met het jongerenproject Be Gold. Ook voor de verdeling van de gelden van de Nationale Loterij naar het BOIC is een Vlaams fiat nodig, ja toch? Dat zou on hold kunnen worden gezet. Tegelijk kan Team Vlaanderen zelf beginnen met sponsorwerving. Leg het BOIC financieel droog en des te sneller zal het vervellen tot een administratief vehikel voor de olympische vertegenwoordiging. Een Belgische Olympische Associatie in navolging van de British Olympic Association, dat moet het einddoel zijn. De voorzitter van de BOA is al bijna veertig jaar prinses Anne en niemand die dat weet. Laten wij prins Laurent nemen.