Column De Waan van de Match in De Morgen van zaterdag 18 sep 2021

De waan van de matchpage1image8043760

De Morgen – 18 Sep. 2021 Pagina 23

De Belgische dinsdagkranten: ‘Een toiletzakje, meer heeft een genie niet nodig’ ‘Als Mbappé diep wordt gestuurd, bel dan gauw je moeder’ ‘Veel geluk, Club’ De Belgische woensdagkranten: ‘Messi zoekt, Club vindt’ ‘Dit was een historische match’ ‘Nu vol voor de derde plaats gaan’ ‘Groots, geweldig, magnifique’ Het Franse L’Equipe dinsdag: …

De Belgische dinsdagkranten:
‘Een toiletzakje, meer heeft een genie niet nodig’
‘Als Mbappé diep wordt gestuurd, bel dan gauw je moeder’ ‘Veel geluk, Club’
De Belgische woensdagkranten:
‘Messi zoekt, Club vindt’
‘Dit was een historische match’
‘Nu vol voor de derde plaats gaan’
‘Groots, geweldig, magnifique’
Het Franse L’Equipe dinsdag:
‘Paris première’
‘La chasse est ouverte’
Het Franse L’Equipe woensdag:
‘Fantomatique’
‘Une blague, on espère’

Er zijn alleen maar goede argumenten om een wedstrijdverslag níét in een stadion te schrijven. Waar dan wel? Rustig thuis, gezeten aan een bureau omringd door een paar schermen, bijvoorbeeld. Het allerbeste argument is dat je verlost bent van de journalistieke vorm van wat met een geleerde Engelse term bias by proxy heet.

Omdat je dicht bij het onderwerp staat, zie je het grotere plaatje niet meer. Je wordt vooringenomen, je gaat overdrijven. Minder goed wordt slecht en soms superslecht. Niet slecht wordt goed en soms supergoed. Voetbal- en bij uitbreiding alle andere sportverslagen die ter plekke zijn opgeschreven maar bedoeld zijn om later te worden gelezen, zijn in dat bedje ziek.

Er is een daadwerkelijk verschil tussen de commentator en een verslaggever, of dat verschil zou er moeten zijn. De verslaggever zou een analist moeten zijn, maar dat is haast onmogelijk als die zich in het stadion onderdompelt in de sfeer, negatief dan wel positief.

Een commentator is dan weer de marktkramer. Hij wil dat je blijft hangen aan zijn kraam en probeert je interesse op te wekken voor het product waar zijn werkgever veel geld heeft voor betaald om het in het kraam te mogen leggen. Een onderkoelde commentator die zegt dat de prestatie van team A eigenlijk het gevolg is van het ondermaats voetballen van team B en daarbij goochelt met cijfertjes: persoonlijk zou ik dat niet erg vinden, maar ik ben de norm niet.

Laatst zat ik met een jongere ex-wapenbroeder samen te filosoferen over hét vak en wat er was veranderd in de voorbije jaren. Ondanks het leeftijdsverschil kwamen we bij hetzelfde uit: de overdrijving in al haar facetten. Gaande van overdreven lange tenen, over devotie en idolatrie voor sterren die met hun voornaam worden benoemd, tot overdrijving in waardering van een prestatie.

Neem nu Club Brugge, de voorbije weken. Beginnen we op maandag 30 augustus. Club heeft met 6-1 verloren in Gent. Volgens de enige statistiek die correleert met winst (schoten binnen het doelkader, de shots on target) heeft het terecht verloren. Zes tegen drie, dat wettigt de winst van Gent. Alleen niet met 6-1. Elf schoten naar doel, zes on target en zes doelpunten, sommigen noemen dat efficiëntie maar eigenlijk dat is hoerenchance hebben in de afwerking.

De conclusies waren niettemin vernietigend voor Club: ze waren aan bezinning toe en dan moesten Messi en co. nog komen, oei oei oei, wat zou dat worden? Gent was dan weer groots, aldus de kranten. Kortom: de waan van de match. De realiteit was anders: Gent was goed, Club was minder.

Waarom was Club minder, die vraag dook nergens op en het antwoord ook niet. Simpel: omdat Club minder liep dan Gent. Het volstaat niet de bal te hebben in voetbal, je moet ook lopen en liefst snel lopen met en zonder bal. Gent liep 4,75 kilometer meer dan Club en trok 42 sprints meer. In één krant sprak men van ‘Brugse arrogantie afgestraft’.

Over naar woensdag. Club speelde 1-1 gelijk. Het scoorde de gelijkmaker nadat Paris Saint-Germain twintig minuten lang de baas was, op voorsprong was gekomen en dacht dat de zaak beklonken was. Was Club goed? Jazeker. Was Club groots? Misschien, maar wellicht niet, zoals het evengoed niet dramatisch slecht was in Gent.

Je bent (maar) zo goed als de tegenstander dat toelaat. Het lijdt geen twijfel dat Club tegen een PSG met het mes tussen de tanden geen schijn van kans heeft. Woensdag hadden die van PSG een bot zakmesje mee, niet eens tussen de tanden, gewoon in de achterzak. Club liep vooral veel meer dan PSG, liefst 7,2 kilometer meer, en liep ook veel vaker sneller dan de sterren van PSG. Club had meer goesting.

L’Equipe had het juist: het begon bij de drie voorin die geen zin hadden om te lopen. Messi liep/sjokte 8,3 kilometer, Neymar 10,2. De rapste, Mbappé, viel uit. De rest dacht: jullie niet, dan wij ook niet, bekijk het maar. Het punt is verdiend, een opsteker, maar er zit een keerzijde aan. Nu weten Manchester City, RB Leipzig en uiteraard ook PSG dat ze best hun poot zetten tegen die petits belges.