Het werk is niet af
Het onwrikbare wordt losgewrikt. Dat zinnetje ontsnapte aan Alexander De Croo, eerste minister van dit land, toen hij de besparingen toelichtte. Het was een prima omschrijving voor de regeringsmaatregelen die de parafiscale en fiscale voordelen van de profsporters in dit land tot maatschappelijk aanvaarde proporties willen terugdringen.
Er is gewrikt en het deksel is los aan het komen, maar de doos is nog niet open en neen, het is niet de doos van Pandora die opengaat. Anderzijds heeft sporteconoom Trudo Dejonghe wel gelijk. Hij vindt de ingrepen zoals ze in de media zijn voorgesteld compleet ontoereikend en ziet ze zelfs hun doel voorbijschieten. Soms moet een mens zich troosten met de voorlopige gedachte dat het onwrikbare is losgewrikt.
Het probleem met de ingrepen zoals ze zijn voorgesteld is dat ze… nog niet zijn voorgesteld. We weten dat het gaat om ongeveer 30 miljoen euro die men wil halen bij de RSZ van de grootste verdieners, 10 miljoen bij de fiscaliteit en nog een 3 miljoen bij de makelaars. Maar hoe en waar en wie precies zal betalen en wat een hoog en minder hoog salaris is, dat moet allemaal nog worden uitgevogeld. De berekeningen over de verhoogde RSZ-factuur voor de topclubs die deze week in de kranten verschenen raken dus kant noch wal.
Ja, het wordt lastig om nog salarissen van 3,5 miljoen te betalen. Ja, het zal de instroom van duurdere voetballers bemoeilijken. En dan? Moet een overheid met 200 miljoen subsidies tussenkomen in een business van 400 miljoen?
Subsidies en overheidsinmenging zijn er om marktfalen recht te trekken. In het geval van profvoetbal is daar geen sprake van. De hele business is gericht op het inkopen en verkopen van menselijk voetbaltalent. De winkel is de competitie en de vitrine is het stadion waar ook nog wat horeca en merchandising aan verbonden is. Dat alles wordt dan verpakt in volksvermaak en overgoten met een sociaal sausje.
De vraag is ook: moet een overheid een sector steunen die zich bezondigt aan mensenhandel, er bovendien niet de hoogste morele standaarden op nahoudt (zie alle schandalen van Bellemans ’84 tot Veljkovic vandaag), om het personeel in die sector gemiddeld anderhalve keer het salaris van de premier van dit land te kunnen betalen? Let op het woord gemiddeld. Wie daar ja op antwoordt, is aan een intensieve cursus burgerzin toe.
Studies die willen bewijzen dat die voordelen in andere landen ook bestaan, gooi die maar in de prullenmand. Ze houden geen rekening met de algemene (para)fiscale situatie in dat land of nemen niet alle voordelen in België in rekening. Soms komen ze uit opportunistische hoek, zoals studies besteld door de Pro League of door de leerstoel Club Brugge, die dan verpakt worden als universitair onderzoek.
De realiteit was en is nog steeds dat België voor een doorsneewerknemer het westers land is met ongeveer het hoogste loonbeslag en voor een voetballer het laagste. Dat een andere RSZ-berekening op termijn zelfs misschien geen winst zal opleveren voor de schatkist, oké dan. Wat krom is, wordt zo wel een beetje rechter. Dat dit de concurrentiepositie van de Belgische clubs ondermijnt tegenover het buitenland, oké dan. De corebusiness van het Belgisch voetbal blijft een mooie, evenwichtige Belgische competitie, toch?
Daarom, beste ministers en volksvertegenwoordigers, u bent moedig geweest om het deksel van de doos te wrikken, en hulde daarvoor, maar hier kan het niet stoppen. Zonder flankerende maatregelen zal met de huidige regelgeving de instroom van goedkope buitenlanders uit niet-EU-landen nog toenemen. Die 85.000 euro minimumcontract is een lachertje. Dat moet naar minimaal het gemiddeld salaris van een 1A-speler en dat mag in een overgangsregeling van drie tot vijf jaar.
Daarnaast moet u werk maken van een complete transparantie in de wildgroei aan vergoedingen en premies waarmee het voetbal de fiscaliteit optimaliseert. Tekenpremies, blijfpremies, exuberante wat-dan-ookpremies: uitgezonderd de puntenpremie, weg daarmee. Al die premies hadden alleen de bedoeling om de groepsverzekering – op zich ook al een schandalig voordeel – te omzeilen.
Creëer eens en voor altijd een stringent kader voor iedereen die in de profsport actief is, ook de clubmanagers en makelaars, sluit alle achterpoortjes, en hou dat ene doel in gedachten: de opleiding van jeugd van eigen bodem. Uw werk is niet af: die 80 procent loonbelasting die clubs niet moeten doorstorten, u wilt daar niet aan raken? Oké dan, maar maak dan de belofte waar dat die worden geïnvesteerd in de Belgische jeugd en niet in een 21-jarige buitenlander met een grotere marge bij doorverkoop.