Column I love P-R in De Morgen van maandag 4 oktober 2021

I love P-R

Beloofd. Hier verschijnt nooit meer iets over veiligheid of over het gebrek eraan in het wielrennen. Nooit meer iets over obstakels op koersparcours. Nooit meer iets over valpartijen. Evenmin over gevaarlijke aankomsten. Auto’s op het parcours, laat ze maar komen, in tegengestelde richting liefst. Na Parijs-Roubaix 2021 ligt de lat van de risicoaanvaarding in het wielrennen weer wat hoger. Of lager.

Vroeger zou hier hebben gestaan dat Parijs-Roubaix een relict uit vervlogen tijden was, rijp voor de permanente annulering, een aanslag op de waardigheid van de atleet, een emanatie van de foute heroïek die nog uit het oude wielrennen stamt. Of nog: dat die mooie en dure fietsen niet zijn gemaakt om te worden gesloopt in zes uur tussen Compiègne en Roubaix. Dat alle investeringen die de ploegen moeten doen, zoals de onderkant van de wagens versterken, fietsen helemaal ombouwen, honderd man met wielen neerzetten, enzovoort, niet in verhouding staan tot de baten. Dat zal u hier nooit meer lezen. Beloofd.

Parijs-Roubaix is een topkoers met topspektakel en de hele wereld kijkt ernaar. Oké, er waren die paar accrocs, maar passons. Een bekkenbreuk op een verkenning bij de mannen, moet kunnen. En een bekkenbreuk bij de vrouwen, bij de beste renster van de laatste jaren, tja, een val, kan gebeuren. De dégats van gisteren hebben we nog niet meegekregen. Misschien is er wel een vergeten dode of ligt er nog een ledemaat ergens in een bietenveld, maar dat vernemen we dan wel. Vallen hoort niet bij wielrennen hoor je het hele jaar door, tenzij in Parijs-Roubaix.

Dat ouders van wie de kinderen meerijden niet durven kijken omdat ze weten dat er wordt gevallen, en dat de uitkomst van zo’n val heel erg kan zijn, dat nemen ze/we erbij. Dit is wielrennen anno 1900 getransporteerd naar de 21ste eeuw, maar de planeet koers heeft er vrede mee, so be it. Ze schieten er niks mee op in hun getormenteerde sport, maar beloofd, ik koop een sticker ‘I love P-R’ en als boetedoening ga ik ook een keer het Bois de Wallers en de Carrefour de l’Arbre rijden.

Geen gezeik meer, beloofd. Als de wielrenners (v/m/x) hiervan genieten en Parijs-Roubaix een fantastische koers vinden, kunnen
we op deze plek niet achterblijven. Ik voelde mij gisteren wel een voyeur, zoals die ene keer in een heel ver verleden toen een Koreaanse trainer ons hele gezelschap voor de lol trakteerde op een peepshow. Het was – ik herhaal – in een heel ver verleden en op de Oudezijdse Voorburgwal in Amsterdam waar ik was voor het EK volleybal van 1985. Vergeef mij deze zondeval.

Om het bij de koers te houden, van die gêne van 36 jaar geleden was gisteren hoegenaamd geen sprake. Wel integendeel. Ik ben beginnen kijken op Eurosport, die ik desgevallend het gsm-nummer van Michel Wuyts wil appen. Dat commentaar van die twee Nederlandse betweters leek nergens op.

Het was spektakel, het was ook een hele mooie koers en het was spannend, maar zoals al te vaak in Parijs-Roubaix was het een loterij die besliste dat Wout van Aert en mijn favoriet Yves Lampaert uiteindelijk achter de feiten zouden aanlopen. En wat dan te denken van Gianni Moscon en zijn leegloper, waarna hij een fiets kreeg waarop hij ternauwernood recht kon blijven.

De achtervolgende groep kon hem tot dan niet bijbenen en na die fietswissel liep hij zelfs weer een beetje uit. Nu is er geen weldenkend mens, binnen en buiten het peloton, die de etterbak Moscon ook maar iets gunt, maar deze pech was wel heel pijnijk. Zelfs na een val moesten ze nog minuten jagen om hem in te halen.

Mathieu van der Poel werd derde in zijn seizoen van vaker net niet dan net wel. Hij was trots om meteen bij zijn eerste deelname op het podium te staan. Met alle respect, maar dan deed Florian Vermeersch het bij ook zijn eerste deelname toch iets beter. En wat dan te denken van Sonny Colbrelli, die het eveneens bij zijn eersteling nog veel beter deed dan Van der Poel, die hij op twee lengten sprintte.

Ja, wat te denken van Sonny Colbrelli en Bahrain Victorious: van zestien overwinningen als Bahrain-Merida in 2019, over negen vorig jaar als Bahrain-McLaren tot dertig and counting dit jaar, dat is op zijn minst opmerkelijk. Die van Bahrain-Victorious doen het tweede deel van hun commerciële naam alle eer aan, maar sinds de stunts van Mark Padun in de Dauphiné en zijn plots verdwijning in de weken erna, zijn in Lausanne bij de International Testing Agency wat lampjes beginnen branden. Aan de fietsen kan het niet liggen, want dat zijn al jaren Merida’s. Ze letten wel beter op hun voeding. Oké.