Column Sportgala in De Morgen van zaterdag 17 december 2021

Sportgala

De voorbije twee weken mail gekregen uit de hoek van twee verschillende genomineerden voor de Sportman van het Jaar. Van de ene mail was het niet duidelijk wat precies de bedoeling was: mij voor hun zaak winnen of gewoon melden hoe geschikt hun kandidaat wel (niet) was om de trofee te krijgen. De andere mail liet er geen twijfel over bestaan: hun atleet moest het worden want daarom en daarom en daarom…

Beide mails kwamen rijkelijk laat. Ik denk niet dat de initiatiefnemers beseften dat op dat moment de stemming al was gebeurd. Dat heb ik dan ook gemeld: “Er is al gestemd. Afwachten dus.”

Zondagavond worden de laatste nationale sportprijzen uitgereikt. De Trofee voor Sportverdienste is al bekend: dat is Bashir Abdi. De Vlaamse Reus ging ook naar Abdi en naar Peter Genyn. Het Vlaams Sportjuweel was dan weer voor de Red Lions, de Belgische hockeyploeg. Een nationale ploeg met doorgaans de helft Franstaligen die de meest Vlaamse prijs krijgt, dat was heel opmerkelijk. Misschien komt het ooit nog goed met dit land.

De Sportman en Sportvrouw van het Jaar is een prijs die namens onze beroepsbond voor sportjournalisten wordt georganiseerd door Golazo. De bulk aan stemmen komt van de sportjournalisten. Dat is in het verleden niet altijd een garantie geweest op heel doordachte eindresultaten. Zo is ooit een zwemster verkozen die al meer dan een jaar was gestopt, omdat concullega’s uit gewoonte altijd dezelfde naam op het blad zetten.

Ter verschoning, dat is wel al even geleden. Tijden zijn veranderd. Vandaag krijgen we van onze beroepsbond een shortlist met daarnaast de prestaties. Sportjournalisten zijn veel beter geïnformeerd en sommigen ook beter gekleed, al of niet betaald door makelaars.

Wilt u weten op wie ik heb gestemd? Ik zal het u verklappen en ook uitleggen waarom ik zo heb gestemd.

Sportman van het Jaar is voor mij Bashir Abdi. Ik schat zijn brons op de marathon hoger in dan het zilver van Wout van Aert in de wegrit. Wielrennen is internationaal een heel kleine sport die in het niets verzinkt bij de olympische marathon. Ik heb beide races gevolgd in de perszaal van Tokyo Big Sight. Het wielrennen op een groot scherm krijgen moest ik speciaal aanvragen. Na drie keer zeuren kwam een Japanner met de afstandsbediening. Haast niemand keek. De marathon stond op alle schermen. Iedereen keek, ook al is een marathon even spannend als gras zien groeien.

Abdi op één is zondigen tegen mijn eigen huisregel die de pure prestatie, ontdaan van alle franje, laat doorwegen. Voor Abdi wordt evenwel een extra dimensie in overweging genomen. Naast zijn fenomenale record in Rotterdam is er ook nog eens de symboliek van de asielzoeker die alle tegenslagen overwint en zich vervolgens perfect integreert via de sport en daarvan – en van veel meer – de perfecte ambassadeur wordt.

Ik heb Matthias Casse op twee, dus zijn brons schat ik ook hoger in dan het zilver van Van Aert. Dat was niet het geval geweest als de fenomenale atleet Van Aert goud had gewonnen, of wereldkampioen tijdrijden was geworden. De andere prestaties houden elkaar in evenwicht, maar opnieuw nummer één worden in de koningsklasse van het veel mondialere judo overtreft de tweede plaatsen en ook de overwinningen van Van Aert. Het overaanbod wielerjournalisten zou wel de balans in het voordeel van Van Aert kunnen doen overhellen.

Sportploeg van het Jaar, daar mag geen twijfel over bestaan: de hockeyers van de Red Lions. Sportcoach van het Jaar, idem: Shane McLeod. Dat had een spannende strijd kunnen zijn met het Franse echtpaar Yves Kieffer-Marjorie Heuls, maar die zijn om welbekende redenen allang blij dat ze nog salonfähig zijn om bij de laatste drie te worden genomineerd.

Nochtans heeft hun Nina Derwael algemeen de beste Belgische sportprestatie ooit neergezet. Haar goud lijkt op het eerst gezicht in balans te liggen met het goud van Nafi Thiam, maar dat is gezichtsbedrog. Olympisch kampioen worden op het meest spectaculaire toestel in zowat de zwaarste vrouwensport ooit tegen atleten uit de Chinese, Japanse, Amerikaanse, West-Europese en Russische sportsystemen, tegen de hele wereld zowat, nooit heeft een Belgische sporter of ploeg beter gedaan.

Het goud van Thiam is dan weer behaald in een olympisch nummer waarin de plaatsen één tot vier zijn bezet door atleten uit de Benelux. Dat maakt van de zevenkamp nog niet het veldrijden van de atletiek, maar het is wel stilaan een ondergeschoven kindje binnen die sport. Thiam heeft één voordeel dat haar misschien op één doet uitkomen: als communautair wordt gestemd, is zij het enige lichtpunt in de donkere tunnel van de Franstalige sport.