Statement
Soms wordt wielrennen voetbal. Dan gebeuren dingen die niet te voorspellen zijn, vallen goals die je nooit had verwacht, maar aan het eind wint dan toch de sterkste. En als het helemaal voorbij is, treedt het Grote Analistenleger aan om uit te leggen wat we hebben gezien en – vooral – waarom is gebeurd wat is gebeurd.
Als het even kan wordt subtiel verwezen naar een eerdere voorspelling om aan te geven dat ze wat was gebeurd toch min of meer hadden ingecalculeerd. Maar dat Wout van Aert afgelopen donderdag ogenschijnlijk als een kip zonder kop voorin zou gaan rijden, smijtend met krachten die hem in de eindfase van die bewuste rit met een hem op het lijf geschreven aankomst aan een nieuwe ritoverwinning hadden kunnen helpen, neen, dat oversteeg bij menigeen de pet.
De eerste logische reactie bij die 150 kilometer waanzin: Wout, we weten het nu dat je de gele trui draagt (voor wat het waard is op dat moment in een wedstrijd van drie weken) en die staat je goed, maar dit is hybris. Hoe het peloton hem netjes in het vizier hield en hem doodkneep op het moment dat ze zelf kozen, dat was pijnlijk. Het leek de perfecte chasse patate.
Maar wat als dit behalve teamtactiek ook een statement was van Van Aert? Iedereen gezien? Ik ben geen knecht, zelfs geen meesterknecht. Ik stel nu mijn groene trui veilig en ik zal de volgende dagen wel helpen als jullie dat vragen. Dat is het wielrennen zoals het mooi is beschreven door Guillaume Martin, de velosoof die ook in deze Tour meerijdt. Wielrennen is, aldus Martin, een sport voor individualisten die tegen hun wil af en toe als ploeg moeten opereren. Of zoals Rik Van Looy het ooit treffend omschreef: de beste ploeg die je je kan indenken is de ploeg met zo weinig mogelijk renners die tegen jou rijden.
Wout van Aert, als je de ploeg mag geloven, reed voor zijn ploeg donderdag en niet voor zichzelf. Ze wilden UAE afmatten. Kan best, maar dat mislukte grandioos en ondertussen is Wout van Aert zelf afgemat.
En passant heeft hij wel dat statement gemaakt: ik ben het derde ijzer in het vuur van TJV en hebben jullie gemerkt dat ik op termijn weleens zelf voor dat geel wil gaan. Niet het kruimeltjesgeel van de eerste week, maar helemaal tot in Parijs? Zou ASO het hebben begrepen? Als die een keertje geen pure klimmer op hun erelijsten willen, maar de ultieme allrounder, dat ze dan twee flinke tijdritten programmeren. Al is er de komende jaren nog een allrounder in het spel, jonger en net iets beter.
Boeiende sport dat wielrennen. Eerlijke sport ook. De beste, als die gespaard blijft van pech, wint vaak, zeker als het over langere tijd gaat zoals in een grote ronde. De enige manier om de beste niet de beste te laten zijn, is de dingen anders doen dan de beste ze verwacht. Hem en zijn ploeg uit de comfortzone halen, dat was precies wat TJV deed donderdag, maar het zag er – sorry Wout – een beetje amechtig uit. Net als woensdag in de kasseienrit overigens toen het meest gesmeerde team van de wereld bij een simpele mechanische pech van een kopman niet meer wist wat te doen.
De beste deerde het allemaal niet. Nog voor de eerste pedaalslag verloor hij zijn wegkapitein aan corona. En die eerste week, was die niet aangestipt als de week waarin hij op achterstand moest worden gereden. In de openingstijdrit bijvoorbeeld. Dat lukte niet. In de waaierrit dan maar. Lukte ook niet want geen wind.
De kasseien van Noord-Frankrijk? Jammer, maar de beste is groot geworden offroad. Hij viel zelf aan en pakte tijd op zijn concurrenten. Net als donderdag. Toen Wout van Aert was opgesoupeerd, begon de koers voor echt en wie won? De beste. In de sprint.
Gisteren was de eerste bergrit, met aankomst op de plek waar de beste twee jaar geleden verrassend kwam bovendrijven als de allerbeste en voor het eerst de Jumbo’s in de vernieling reed. Wat hield hij het spannend op La Planche. Hij heeft geleerd, van Armstrong en alle andere kannibalen die hem voorafgingen. Te veel overmacht is niet goed, wekt afgunst op. Zuinig winnen, de rest ook de illusie laten dat ze iets kunnen betekenen, tegelijk het spektakel verzorgen en de spanning bewaren.
Ook dat was vooraf door analisten gezegd: als het echt steil wordt, kan de beste er wel eens doorheen zakken. Na de tijdrit (waar hij verraste), de rit op de kasseien (waar hij aanviel), de rit met aan het eind het kaske (die hij won), reed de allerbeste in een bloedstollende laatste honderd meter weer als eerste over de streep.
De beste, de allerbeste is Tadej Pogacar. Nog maar één concullega bevindt zich binnen de minuut. Pas zondag gaan we naar zijn speeltuin, de bergen.