Positieve discriminatie
De sportzomer van 2022 is een bijzondere sportzomer, nu al, en we zijn nog niet eens halfweg. Het is de zomer van de sportvrouw, tot 2022 mediageniek schromelijk verwaarloosd in twee sporten waar de Vlaming een beetje wild van is: voetbal en koers.
Misschien heb ik ooit een andere zomer onder een steen gezeten, maar in mijn beleving is het een dijkbreuk dat voor het eerst alle wedstrijden van het EK voetbal (voor vrouwen) worden uitgezonden. Dat EK vindt plaats in Engeland, het land dat beweert voetbal te hebben uitgevonden. De klassieke Engelse voetbalfan loopt niet wild voor het EK en dat is een understatement.
Wie al eens bij een voetbalwedstrijd in Engeland was, zal dat niet verbazen. Je ziet mannen, in kostuum of in jeans. De academicus, door de week lunchend in zijn poshe eliteclub, naast de vrachtwagenchauffeur, die drie keer per dag in zijn cabine eet en slaapt. Iedereen vloekt en schreeuwt. Bijna zonder uitzondering passeren ze langs de pub vooraf en achteraf. Soms zijn er vrouwen in hun gezelschap, meestal niet. Voetbal is in Engeland, zeg maar Groot-Brittannië, a man’s game.
Het besef dat vrouwen ook kunnen en vooral willen voetballen, kwam toen (de nog bitter jonge) Keira Knightley de hoofdrol vertolkte in Bend It Like Beckham. Die hele goede film werd druk bekeken en becommentarieerd, door oud, door jong, door vrouwen, door mannen, maar toch vooral voor de jonge vrouwenlichamen en in het bijzonder nieuwe beauty Knightley.
In The Guardian verscheen midden in het EK een verhaal, meer een exposé. ‘Waarom deze krant volop bericht over het EK en hoe de trollen van antwoord te dienen.’ Het was een verschoning, heel erg voorspelbaar: journaliste volgt EK voor vrouwen en maakt zich boos over de berichten die ze in haar mail vindt. De teneur van de mailers was duidelijk: stop met ons dat vreselijke vrouwenvoetbal door de strot te duwen.
Vrouwenvoetbal is niet vreselijk, het is anders dan mannenvoetbal. Toegegeven, het staat (voorlopig) verder af van de mannenversie dan andere balsporten zoals vrouwenvolleybal – vaak mooier dan bij de mannen – en vrouwentennis. Vrouwenbasketbal staat ook ver af van het fysieke ‘above the rim’ van de mannen, maar de lichamelijke handicap van de vrouw tegenover de 3,05 meter hoge ring levert andere, heel aardige sport op.
Vrouwenvoetbal is geen andere sport. Het is traag en minder krachtig dan mannenvoetbal, de versie die de maat der dingen is. Daarom wordt het vaak aangezien als een flauw afkooksel. Spanning kan veel goedmaken en dat ontbreekt nogal eens. Wat zou helpen is het veld korter maken, de doelen kleiner en de bal lichter, maar daar willen de vrouwen niet van weten.
Veel sport wordt geconsumeerd door kijkers die graag baasjes zien bewegen, genieten van af en toe wat opwinding en op tijd en stond wat spanning. Of het technisch en tactisch klopt, daar ligt de gemiddelde voetbalconsument niet wakker van omdat hij/zij er in wezen niks van snapt. Vrouwenwielrennen wordt doorgaans beter onthaald dan vrouwenvoetbal. Als Marianne Vos, Lotte Kopecky en Lorena Wiebes naar de meet stormen, rijden ze tien kilometer per uur minder snel dan de mannen, maar dat maakt niks uit. Een sprint is een sprint, een klim is een klim en wegrijden van een concurrent is even mooi bij vrouwen als Jonas Vingegaard die Tadej Pogacar lost.
Hooguit zijn er die vreemde momenten in een vrouwenpeloton waarbij helemaal niks gebeurt, maar internationaal is er alvast de laatste jaren geen gebrek aan vuurwerk. Of er zijn de rare valpartijen en de veronderstelling dat vrouwen niet zo goed kunnen sturen. Dat ook de mannen vreemde valpartijen veroorzaken op plekken in het parcours waar je dat niet verwacht, wordt gemakshalve over het hoofd gezien.
Blijft de vraag of we de topsportster een dienst bewijzen met positieve discriminatie zoals het uitzenden van het EK voetbal en de Tour de France Femmes. Wellicht wel. Of vrouwensport daardoor ooit evenveel kijkers en bezoekers zal trekken als mannensport, en dezelfde economische waarde zal genereren? Neen, dat is niet realistisch. Sport is tenslotte uitgevonden voor en door de man en verder ontwikkeld in functie van zijn hormonen, en daarom zal de mannenversie ook de vrouwelijke consument meestal meer boeien.
Als het uitzenden van vrouwentoernooien helpt om vrouwentopsport te ontwikkelen, te professionaliseren, naar een hoger niveau te tillen, is de missie geslaagd. Als het gevolg daarvan is dat méér vrouwen een salaris krijgen en daardoor van hun sport kunnen leven, zonder de sterren te veel te betalen zoals bij de mannen, kan het vrouwenmodel zelfs als voorbeeld dienen.